Nederlands pragmatisme in de WHOA-procedure van Mercon B.V.

20-03-2024

De Mercon Coffee Group is een van de grootste koffiehandelaren ter wereld. De groep is actief in de Verenigde Staten en andere koffieproducerende landen zoals Brazilië, Vietnam en Nicaragua. Het hoofdkantoor is gevestigd in Nederland.

Parallelle procedures

Door stijgende rentetarieven, slechte oogsten in Brazilië en logistieke problemen als gevolg van de COVID-19 pandemie is de groep in financieel zwaar weer gekomen. Mercon is bezig met een wereldwijde afbouw van haar activiteiten om tot een gecontroleerde afwikkeling van haar vermogen te komen. Onderdeel van dit proces zijn twee parallelle 'debtor-in-possession' procedures in de Verenigde Staten (Chapter 11) en in Nederland (WHOA), die in december 2023 zijn gestart. 

Om de samenwerking tussen nationale rechtbanken in deze parallelle procedures te faciliteren, heeft het Judicial Insolvency Network richtlijnen opgesteld met best-practices voor communicatie en samenwerking tussen de rechtbanken (JIN Guidelines en JIN Modalities). In de Chapter 11-procedure van Mercon heeft de rechtbank van New York de bovengenoemde richtlijnen toegepast en specifieke bepalingen toegevoegd die toegesneden zijn op de Mercon-zaak ('Mercon-protocol').

Op 29 januari 2024 heeft Mercon de rechtbank Amsterdam verzocht het Mercon-protocol toe te passen in de Nederlandse WHOA-procedure. Het verzoek was gebaseerd op artikel 379 Fw, dat de rechtbank de bevoegdheid geeft om voorzieningen te treffen die zij nodig acht om de belangen van de schuldeisers of aandeelhouders te waarborgen. 

De uitspraak

De rechtbank heeft op 27 februari 2024 (afgelopen zondag) uitspraak gedaan (ECLI:NL:RBAMS:2024:1154). Hoewel de rechtbank van oordeel is dat het verzoek van Mercon B.V. binnen de reikwijdte van artikel 379 Fw valt en benadrukt dat zij voorstander is van nauwe samenwerking met buitenlandse rechters in grensoverschrijdende zaken, wordt het verzoek afgewezen. In deze uitspraak, die illustratief is voor het pragmatische karakter van het Nederlandse rechtssysteem, oordeelt de rechtbank dat zij niet geconfronteerd wil worden met de administratieve lasten die voortvloeien uit onderdeel 10 en 11 van het Mercon-protocol. Dit zijn de bijzondere bepalingen die door de rechtbank in New York zijn toegevoegd. Deze twee ruim geformuleerde bepalingen roepen op tot het delen van stukken ('Any Report') ingediend door de schuldenaar of 'Authorized Representative' tussen de rechtbanken. Dit is een verplichting die de rechtbank niet verenigbaar acht met het Nederlandse procedurele beginsel dat de rechtbank alleen kennisneemt van stukken die van belang zijn voor een concreet verzoek waarop zij moet beslissen.

Conclusie

Een belangrijke conclusie van deze zaak is dat Nederlandse rechters geen principiële bezwaren hebben tegen het toepassen van de JIN Guidelines en JIN Modalities in parallelle WHOA-procedures. Echter, schuldenaren die de richtlijnen in Nederland willen toepassen, moeten bedacht zijn op buitenlandse rechtbanken die extra bepalingen toevoegen die de administratieve lasten voor de Nederlandse rechtbanken verhogen. 

Wilt u meer informatie over (internationale) reorganisatieplannen of WHOA-procedures? Neem dan gerust contact op met een van onze specialisten van het team Herstructurering & Insolventie of bekijk de WHOA-pagina op onze website.

Dit is een Legal Update van Daniël Schuilwerve.

Download als pdf