Uitspraken van de Geschillencommissie Zorg niet bindend?
12-10-2022
Recent heeft de Rechtbank Amsterdam een opzienbarende uitspraak gewezen (ECLI:NL:RBAMS:2022:5154) over de vraag of een uitspraak van de geschillencommissie bindende werking heeft.
Sinds 2017 biedt de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz) de mogelijkheid aan cliënten om hun klacht, nadat deze door de zorgaanbieder zelf is behandeld, voor te leggen aan een van de door de Minister aangewezen geschillencommissies. Deze commissies zijn bevoegd om bij wege van bindend advies te oordelen over de klacht en een eventuele schadevergoeding. Door het bindende karakter van de uitspraak wordt het geschil definitief beslecht en staat de weg naar de civiele rechter (bij een zorgvuldig doorlopen geschilprocedure) niet meer open.
Er zijn inmiddels diverse procedures gevoerd over de vraag of de klagende partij zich voldoende bewust is van de implicaties van de geschilprocedure onder de Wkkgz. In 2020 besprak ik een vonnis waarin de Rechtbank Amsterdam oordeelde dat niet was gebleken dat de wil van klager erop gericht was geweest om de weg naar de civiele rechter af te snijden, omdat dat niet uitdrukkelijk stond vermeld op het formulier dat hij had ondertekend. Eerder dit jaar schreef ik een Legal Update bij een uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland, waarin werd geoordeeld dat niet was gebleken dat klaagster wist dat zij met het aanhangig maken van de geschilprocedure afstand deed van een schadevergoeding van meer dan € 25.000,00. In beide uitspraken was de crux dat het reglement van de geschillencommissie voldoende duidelijkheid bood over de rechtsgevolgen van de geschilprocedure, maar dat onvoldoende was gebleken dat klagers op de toepassing daarvan waren gewezen. Dat blijkt helaas nog steeds onvoldoende geborgd.
De recente uitspraak van de Rechtbank Amsterdam betrof een (pleeg)moeder die een procedure was gestart bij de Geschillencommissie Geestelijke Gezondheidszorg over de zorg die door een GGZ-instelling was geleverd aan haar (pleeg)dochter. De geschillencommissie verklaarde de klachten ongegrond en wees het verzoek tot schadevergoeding van € 25.000,00 af. In de procedure bij de rechtbank stond de vraag centraal of de pleegmoeder bewust afstand had gedaan van de weg naar de civiele rechter. Zij stelde niet te hebben geweten dat de geschilprocedure bindend oordeelt en dat zij zich na de uitspraak niet meer tot de civiele rechter zou kunnen wenden.
De rechtbank overweegt dat de afstand tot de overheidsrechter vrijwillig en ondubbelzinnig dient plaats te vinden. Dat dit door de zorginstelling of de geschillencommissie aan de pleegmoeder was medegedeeld, is naar het oordeel van de rechter onvoldoende gebleken. Ook het formulier waarmee het geschil aanhangig is gemaakt kan daarbij niet baten. Daarop wordt weliswaar verwezen naar het reglement van de geschillencommissie (waaruit wel duidelijk het bindende karakter blijkt), maar er wordt nagelaten te vermelden dat dat dit reglement ook van toepassing is en dat de klagende partij daarmee akkoord gaat. Op grond hiervan oordeelt de rechter dat de pleegmoeder alsnog ontvankelijk is om haar geschil in volle omvang aan de civiele rechter voor te leggen.
Het is betreurenswaardig dat de Geschillencommissie Zorg, waar de commissie voor Geestelijke Gezondheidszorg een onderdeel van is, na diverse rechterlijke uitspraken nog steeds geen wijzigingen heeft aangebracht in de formulieren waarmee een geschil aanhangig wordt gemaakt. Het zou vrij eenvoudig moeten zijn om op dat formulier niet alleen te verwijzen naar het geschilreglement, maar dit ook van toepassing te verklaren en op het bindende karakter van de procedure een akkoord van de klagende partij te verlangen. Met dergelijke kleine wijzigingen zouden procedures zoals deze worden voorkomen en zou recht worden gedaan aan het doel dat de wetgever bij inwerkingtreding van de Wkkgz voor ogen had: finale geschilbeslechting. Het valt te hopen dat dit vonnis van de Rechtbank Amsterdam geen gevolgen zal hebben voor het bindende karakter van de duizenden uitspraken die de Geschillencommissie Zorg de afgelopen jaren al heeft gewezen.
Dit is een Legal Update van Petra klein Gunnewiek.