Na een bindend adviesprocedure door naar de rechtbank voor aanvullende schade?

21-06-2022

Wanneer een patiënt ontevreden is over de wijze waarop diens zorgaanbieder met een klacht is omgegaan staat de weg open naar een van de door de Minister aangewezen geschillencommissies. Het oordeel van deze commissies kwalificeert als bindend advies, waardoor het geschil definitief wordt beslecht en de weg naar de (civiele) rechter na de geschilprocedure niet meer open staat. Daar lijkt niet elke klagende patiënt zich van bewust te zijn.

In een eerdere Legal Update besprak ik een uitspraak van de Rechtbank Amsterdam, waarin de rechtbank overwoog dat het haar niet was gebleken dat de wil van de klager in de geschilprocedure erop gericht was geweest om de weg naar de civiele rechter af te snijden. Daardoor werd de klager toch nog ontvankelijk verklaard in de civiele procedure. Ik sloot mijn Legal Update af met de opmerking dat er een rol lijkt te zijn weggelegd voor de geschillencommissies om na te gaan in hoeverre klagers zich ervan bewust zijn dat de commissie oordeelt bij wege van bindend advies en dat dit betekent dat de rechter dit oordeel (in beginsel) niet meer kan aantasten. Die opmerking blijkt nog steeds actueel.

Een recente uitspraak van de Rechtbank Midden-Nederland (ECLI:NL:RBMNE:2022:1498) betrof een kwestie waarbij een patiënte ontevreden was over de tandheelkundige behandeling die zij had ondergaan. Zij klopte bij de Geschilleninstantie Mondzorg aan, die bij bindend advies oordeelde dat de tandarts inderdaad tekort was geschoten. De commissie achtte een schadevergoeding van € 25.000,00 passend, gelijk aan het maximale bedrag dat in de procedure kan worden toegewezen. Vervolgens wendde patiënte zich in een deelgeschilprocedure tot de rechtbank met het doel (alsnog) een hogere vergoeding te verkrijgen.

De rechtbank overwoog dat er tegen een bindend advies geen rechtsmiddel open staat, waardoor het slechts kan worden aangetast bij nietigheid of door vernietiging. Patiënte werd niet-ontvankelijk verklaard in haar beroep op (partiële) vernietiging, omdat zij zich daarvoor op grond van het reglement van de geschillencommissie binnen twee maanden na de bekendmaking van het bindend advies tot de bodemrechter had moeten wenden. Opvallend genoeg is een dergelijke bepaling overigens niet terug te vinden in het reglement van de Geschilleninstantie Mondzorg dat op hun website staat gepubliceerd.

Vervolgens ging de rechtbank in op de vraag of patiënte met het aanhangig maken van het geschil wel had afgezien van het vorderen van schade die meer bedraagt dan € 25.000,00. Het was de rechtbank niet duidelijk geworden dat patiënte zich daarvan bewust was geweest. Uit het reglement, het formulier waarmee het geschil wordt aangedragen en de website van de geschilleninstantie blijkt dat zij bevoegd is om een schadevergoeding tot € 25.000,00 toe te kennen, maar niet dat afstand wordt gedaan van het meerdere. De rechtbank kwam tot de conclusie dat aanvullende bewijslevering nodig is om de verwachtingen van patiënte te bepalen en daarvoor is in deelgeschil geen plaats.

Deze uitspraak illustreert wederom het belang van goede voorlichting aan klagers in geschilprocedures, zeker indien zij niet professioneel worden bijgestaan. Hier lijkt in de eerste plaats een rol weggelegd voor de diverse geschillencommissies, om in duidelijke en eenvoudige taal toe te lichten wat de implicaties zijn van de bindend adviesprocedure en dat de weg naar de civiele rechter daarmee wordt afgesneden. Daarbij maakt deze uitspraak duidelijk dat het ook aanbeveling verdient om te bepalen dat klagers met het aanhangig maken van een geschil afstand doen van eventuele schade die de competentiegrens overschrijdt. Sommige geschillencommissies hebben een dergelijke bepaling al in hun reglement opgenomen. Om elke discussie te vermijden is het overigens raadzaam om hierover ook een toelichting te geven op het geschilformulier.

Tot we zover zijn lijkt het niet onverstandig dat aangesproken zorgaanbieders bij geschilprocedures zelf nagaan of de klager zich wel voldoende bewust is van de implicaties van de procedure voor de geschillencommissie. De zorgaanbieder is immers de partij die de procedure krijgt voorgeschoteld en (veelal) de gevolgen zal moeten dragen.  

Dit is een Legal Update van Petra klein Gunnewiek.

Download als pdf

Specialist(en)