Wetsvoorstel affectieschade aangenomen door de Eerste Kamer
10-04-2018
Op dinsdag 10 april 2018 is het ‘wetsvoorstel affectieschade’ aangenomen in de Eerste Kamer.
Met de Wet Affectieschade kunnen naasten van personen die ernstig letsel hebben opgelopen of overleden zijn door toedoen van een ander, aanspraak maken op de vergoeding van (gefixeerde) affectieschade. De wet creëert daartoe een wettelijke grondslag voor de vergoeding van affectieschade in het Burgerlijk Wetboek en creëert tevens de mogelijkheid voor naasten om zich te voegen als benadeelde partij in het strafproces voor de vergoeding van affectieschade.
In de Nadere Memorie van Antwoord van 9 maart 2018, heeft de Minister nog enkele vragen van de fracties van de VVD en CDA beantwoord. Met name ten aanzien van de omvang van de uit te keren bedragen heeft de Minister enkele interessante antwoorden gegeven. Zo heeft de Minister toegezegd de hoogte van de uit te keren bedragen iedere vijf jaar te zullen evalueren. Bij deze evaluatie zullen onder meer de ontwikkeling van de toekenning van smartengeld en de algemene prijsontwikkelingen worden betrokken. Ook is in de Memorie aangegeven dat de aangesproken partij eventuele eigen schuld van het slachtoffer kan tegenwerpen aan de naaste die aanspraak maakt op vergoeding van affectieschade. Dit betekent dat het percentage eigen schuld van het slachtoffer in mindering wordt gebracht op het door de naaste(n) te ontvangen bedrag.
De wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.
Voor een algemene beschouwing van het wetsvoorstel verwijzen wij graag naar de eerdere Legal Update die Petra klein Gunnewiek over het wetsvoorstel schreef.
Dit is een Legal Update van Petra klein Gunnewiek.