Wanneer is een school of gymdocent aansprakelijk voor (de gevolgen van) gymongevallen?

22-03-2022

Aanleiding

Eind 2021 deed de Rechtbank Midden-Nederland uitspraak over de aansprakelijkheid van een gymdocent en een school, in een zaak waarin een twaalfjarige leerling in de eerste klas van het vmbo tijdens de gymnastiekles letsel had opgelopen. Tijdens deze les was de zaal verdeeld in drie delen, zodat er basketbal en voetbal kon worden gespeeld, maar tegelijkertijd ook geoefend kon worden met de handstand. Tijdens een potje voetbal is de leerling, vermoedelijk door een duw, met zijn hoofd tegen de muur gekomen. De leerling hield aan dit ongeval aanhoudende klachten over, waaronder hoofdpijn, concentratieproblemen, vergeetachtigheid en bloedneuzen. De leerling is in het derde jaar bovendien overgestapt van vmbo-tl naar vmbo-kader.

Verzoek ouders

De ouders van de leerling, als wettelijke vertegenwoordigers, hebben de rechter naar aanleiding van het ongeval in een deelgeschil verzocht te bepalen dat de docent lichamelijke opvoeding zijn buitencontractuele zorgplicht heeft geschonden (artikel 6:162 BW) en dat de school als werkgever van de docent daarvoor aansprakelijk is (artikel 6:170 BW). De ouders stellen zich op het standpunt dat, nu bij het zaalvoetballen de muren de grens vormden van het speelveld, de docent extra veiligheidsmaatregelen had moeten treffen om de rennende leerlingen te beschermen tegen de schade zoals de leerling die heeft geleden. Volgens de ouders was er een grote kans op ongevallen met ernstig letsel tot gevolg, aangezien leerlingen tijdens de gymles nu eenmaal niet altijd voldoende voorzichtigheid in acht nemen. Door geen extra maatregelen te nemen, heeft de docent onvoldoende zorg gedragen voor de veiligheid van de leerlingen, aldus de ouders.

Standpunt school

De school betwist dat zij aansprakelijk is. De school is van mening dat de docent tijdens de gymles heeft gehandeld zoals van een redelijk en bekwaam handelend docent lichamelijke opvoeding in de gegeven omstandigheden mocht worden verwacht. Er bestond volgens de school geen aanleiding om een maatregel als het plaatsen van matten tegen de muur te treffen of op een andere manier in te grijpen. De docent kon vanuit het veld van de handstand de andere velden overzien en controleren of het daar goed verliep. De docent had de voetballende leerlingen bovendien instructies gegeven om rustig te spelen, zonder te duwen en zonder 'slidings' te maken, aldus de school.

Relevante criteria bij de beoordeling van aansprakelijkheid

De rechtbank stelt bij de beoordeling van de aansprakelijkheid voorop dat een school, en ook de gymles, een veilige omgeving moet zijn waar het risico op letsel zoveel als redelijkerwijs mogelijk is, moet worden voorkomen. De rechtbank overweegt vervolgens dat aan gymlessen ook een bepaalde mate van gevaar is verbonden. De enkele mogelijkheid dat tijdens een gymles een ongeval plaatsvindt, als verwezenlijking van een aan een oefening inherent gevaar, leidt er daarom niet zonder meer toe dat sprake is van onzorgvuldig en daarmee onrechtmatig handelen. Van een docent lichamelijke opvoeding kan wel worden verwacht dat hij tijdens de gymles veiligheidsmaatregelen treft om het risico van een ongeval en de gevolgen daarvan zoveel als mogelijk te beperken, zolang de lichamelijke, cognitieve en sociale ontwikkeling van de leerlingen maar niet te veel wordt beknot. Of maatregelen getroffen moeten worden, hangt af van de aard van de oefening, de ernst van de mogelijke gevolgen, de bezwaarlijkheid en gebruikelijkheid van veiligheidsmaatregelen en de kans op schade.

Oordeel rechtbank

De rechtbank stelt in deze zaak vast dat voetbal zeer geschikt is voor twaalf á dertienjarige eersteklas vmbo-leerlingen en dat het een bekend en eenvoudig spel is. Het feit dat het spel plaatsvond met harde muren als grens, is dus op zichzelf bezien geen onzorgvuldige keuze. De rechtbank acht daarbij bovendien van belang dat het aantal spelers beperkt was (drie tegen drie), er voldoende speelruimte was, het onder deze omstandigheden niet veel voorkomt dat leerlingen tegen de muur oplopen, de leerlingen de instructie hadden gekregen om rustig te spelen en de docent toezicht hield. Naar het oordeel van de rechtbank was het dus niet reëel om te verwachten dat de docent meer maatregelen zou treffen. De rechtbank betrekt bij het oordeel ook het feit dat is gebleken dat het in Nederland gebruikelijk is dat bij gymlessen op middelbare scholen de zaal wordt verdeeld in drie veldjes die begrensd worden door muren.

De rechtbank concludeert dat de docent zijn zorgplicht niet heeft geschonden. De verzoeken van de ouders worden dus afgewezen.

Conclusie

Deze uitspraak geeft inzicht in de belangrijkste criteria waarmee beoordeeld wordt of een school en/of gymdocent aansprakelijk is voor ongevallen tijdens de gymles. De uitspraak illustreert bovendien dat het enkele feit dat er tijdens de gymles een ongeval heeft plaatsgevonden met ernstig letsel tot gevolg, niet voldoende is om schending van een zorgplicht aan te nemen op grond van artikel 6:162 BW. De benadeelde partij zal zich steeds bewust moeten zijn dat zij zal moeten stellen, en bij betwisting bewijzen, dat de docent niet heeft gehandeld zoals van een redelijk en bekwaam handelend gymdocent in de gegeven omstandigheden mocht worden verwacht. Niet kan worden volstaan met de enkele stelling dat een school of gymdocent méér had moeten doen in termen van toezicht en preventie. In dat geval wordt de aansprakelijkheidsvordering afgewezen.

Dit is een Legal Update van Kirsten Maes en Petra klein Gunnewiek.

Download als pdf

Specialist(en)