Verhaalsrecht bij rijden onder invloed: uitleg van het begrip 'te goeder trouw'
18-09-2023
Eerder dit jaar schreven wij een Legal Update over de conclusie van Procureur-Generaal Hartlief waarin de vraag aan de orde kwam of een WAM-verzekeraar verhaal kon nemen op een beschonken bestuurder die niet de verzekeringnemer was. Inmiddels heeft ook de Hoge Raad zich uitgelaten over deze zaak (ECLI:NL:HR:2023:1164).
Op grond van artikel 15 lid 1 WAM kan een verzekeraar slechts verhaal nemen op de aansprakelijke persoon die niet de verzekeringnemer is indien deze persoon niet te goeder trouw mocht aannemen dat zijn aansprakelijkheid onder de verzekering was gedekt.
Volgens het hof was het bestaan van alcoholclausules in WAM-polissen en de consequenties daarvan voor de dekking ten tijde van het ongeval niet dermate algemeen bekend, dat gezegd kon worden dat de bestuurder 'niet te goeder trouw mocht aannemen dat zijn aansprakelijkheid door een verzekering was gedekt'.
In de conclusie wees Hartlief erop dat voor het begrip 'niet te goeder trouw' moet worden aangesloten bij de tekst van artikel 3:11 BW en dat voor de goede trouw van een persoon niet alleen vereist is dat hij de feiten of het recht niet kende (subjectief criterium), maar ook dat hij ze in de gegeven omstandigheden niet behoorde te kennen (het objectief criterium). Bij dit laatste is van belang wat iemand redelijkerwijs had kunnen weten en of er reden bestond tot twijfel. In het geval van artikel 15 lid 1 WAM komt het volgens Hartlief dan ook aan op de vraag of een bestuurder reden had om te twijfelen of zijn aansprakelijkheid door een verzekering was gedekt, en niet op de vraag of het opnemen van alcoholclausules in WAM-polissen een feit van algemene bekendheid is.
De Hoge Raad heeft inmiddels aangegeven de conclusie van Hartlief te volgen, dat inderdaad niet alleen getoetst moet worden of de betreffende bestuurder wist dat zijn aansprakelijkheid niet gedekt was maar ook of de bestuurder reden had om hieraan te twijfelen. De Hoge Raad concludeert dat het hof deze maatstaf of wel heeft miskend, of wel zijn oordeel onvoldoende onderbouwd heeft. De Hoge Raad vernietigt het arrest en verwijst de zaak door naar een ander hof voor behandeling en beslissing.
In onze eerdere Legal Update noemden wij de conclusie een goed te volgen en terechte uitleg van artikel 15 lid 1 WAM. Bevestiging daarvan door de Hoge Raad zorgt voor de (onzes inziens) wenselijke uitkomst dat de betalende WAM-verzekeraar verhaal kan halen op de aansprakelijke, beschonken bestuurder.
Dit is een Legal Update van Lisan Homan en Inge Hanemaaijer.