Verhaalsrecht bij rijden onder invloed: nadere duiding van artikel 15 lid 1 WAM en het begrip 'niet te goeder trouw'
23-02-2023
Anno 2023 bevatten de meeste WA-verzekeringen een zogeheten alcoholclausule, waarin dekking is uitgesloten voor schade die is toegebracht door een bestuurder die meer alcohol heeft gedronken dan wettelijk is toegestaan. Aangezien WAM-verzekeraars in de regel wel gehouden zijn de door beschonken bestuurders aan anderen veroorzaakte schade te vergoeden, bevat artikel 15 lid 1 WAM een verhaalsrecht voor de verzekeraar op de aansprakelijke persoon.
De verzekeraar kan in beginsel geen verhaal halen op de aansprakelijke persoon die niet de verzekeringnemer is, maar bijvoorbeeld een familielid of kennis. Dat is alleen anders indien deze persoon 'niet te goeder trouw mocht aannemen dat zijn aansprakelijkheid door een verzekering was gedekt'. Maar wanneer is hier precies sprake van? Deze vraag kwam aan bod in een recent gepubliceerde conclusie van Procureur-Generaal Hartlief (ECLI:NL:PHR:2023:90).
Wat speelde er?
Aanleiding voor deze conclusie is een verkeersongeval dat in 2014 heeft plaatsgevonden. De bestuurder van een Suzuki is met een alcoholgehalte van 1,26 mg/ml (omstreeks 2.9 promille) in de vroege ochtend tegen een geparkeerde auto aangereden. De auto behoorde in eigendom toe aan zijn ouders. De bijrijder heeft als gevolg van dit ongeval letsel opgelopen waarvoor de WAM-verzekeraar van de Suzuki een bedrag van € 105.000,- heeft uitgekeerd. De WAM-polis bevatte een alcoholclausule en de verzekeraar wenste het door haar uitgekeerde bedrag op de bestuurder te verhalen.
Oordeel rechtbank en hof
Zowel de rechtbank (ECLI:NL:RBNHO:2020:8226) als het Hof Amsterdam (ECLI:NL:GHAMS:2022:248) wezen de vordering van de verzekeraar af. Volgens het hof was het bestaan van alcoholclausules in WAM-polissen en de consequenties daarvan voor de dekking in 2014 niet dermate algemeen bekend, dat gezegd kan worden dat de bestuurder 'niet te goeder trouw mocht aannemen dat zijn aansprakelijkheid door een verzekering was gedekt'. Van een feit van algemene bekendheid ex artikel 149 lid 2 Rv, zoals door de verzekeraar was aangevoerd, was volgens het hof geen sprake. De verzekeraar ging in cassatie.
Conclusie Hartlief
Volgens Hartlief zijn de rechtbank en het hof enigszins op het verkeerde been gezet door de wijze van procederen. Hij beschrijft dat voor het begrip 'niet te goeder trouw' moet worden aangesloten bij de tekst van artikel 3:11 BW en niet (enkel) bij de vraag of sprake is van een feit van algemene bekendheid. Voor de goede trouw van een persoon is niet alleen vereist dat hij de feiten of het recht niet kende (subjectief criterium), maar ook dat hij ze in de gegeven omstandigheden niet behoorde te kennen (het objectief criterium). Bij dit laatste is van belang wat iemand redelijkerwijs had kunnen weten, en of er reden bestond tot twijfel. In het geval van artikel 15 lid 1 WAM komt het volgens Hartlief dus aan op de vraag of een bestuurder reden had om te twijfelen of zijn aansprakelijkheid door een verzekering was gedekt, en niet op de vraag of het opnemen van alcoholclausules in WAM-polissen een feit van algemene bekendheid is.
In de onderhavige zaak had de bestuurder volgens Hartlief reden om te twijfelen aan de verzekeringsdekking. Naast dat hij een veel te hoog alcoholgehalte in zijn bloed had, is algemeen bekend dat: I) rijden onder invloed gevaarlijk is, II) dit strafrechtelijke consequenties kan hebben, III) er geregeld (ernstige) verkeersongevallen in het nieuws zijn waarbij alcohol in het spel was en IV) verzekeraars in voorwaarden uitsluitingen opnemen. 'Een bestuurder die moet begrijpen dat hij eigenlijk niet mag rijden omdat hij (veel) te veel alcohol heeft geconsumeerd, moet toch minstens twijfelen over de dekking onder een WAM-polis van zijn eventuele aansprakelijkheid voor schade die hij desondanks als bestuurder onder invloed heeft veroorzaakt', aldus Hartlief.
De Rechtbank Noord-Holland oordeelde in december 2022 overigens al (deels) in overeenstemming met deze conclusie, toen een bestuurder werd veroordeeld om de door de WAM-verzekeraar aan een benadeelde uitgekeerde schade te vergoeden omdat hij er, gezien de hoeveelheid genuttigde alcohol, serieus rekening mee had moeten houden dat er geen dekking zou zijn voor de door hem veroorzaakte schade (ECLI:NL:RBNHO:2022:11528).
Slotsom
Wat ons betreft een zeer goed te volgen en terechte uitleg van artikel 15 lid 1 WAM, die onzes inziens zal leiden tot de wenselijke uitkomst dat de betalende WAM-verzekeraar, (eenvoudig) verhaal op de aansprakelijke, beschonken bestuurder kan halen. We zijn benieuwd of de Hoge Raad de conclusie van Hartlief gaat volgen.
Dit is een Legal Update van Lisan Homan en Inge Hanemaaijer.