Rechtbank verplicht zorgverzekeraars tot het sluiten van een overeenkomst met zorgaanbieder
14-01-2021
De rechter heeft zorgverzekeraars Zilveren Kruis en Zorg en Zekerheid recent veroordeeld tot het verlengen van hun overeenkomst met de Dienstapotheek Eemland, na een oplopend conflict over kostenstijgingen en het uitwisselen van gevoelige patiëntgegevens. De uitspraak biedt ook kansen voor andere zorgaanbieders die met contractbeëindiging worden geconfronteerd.
Achtergrond geschil
Dienstapotheek Eemland opereert vanuit het Meander-ziekenhuis en verzorgt vanaf 2003 op basis van jaarcontracten onafgebroken farmaceutische spoedzorg in de regio Eemland. Sinds 2014 stellen Zilveren Kruis en Zorg en Zekerheid namens alle zorgverzekeraars het terhandstellingstarief vast voor deze apotheek. Dit tarief dient ter levering van geneesmiddelen op deze ongebruikelijke tijdstippen, en wordt jaarlijks vastgesteld aan de hand van de begroting, transparantiecijfers en verwachte volumeontwikkeling bij de apotheek. Over 2020 is het vastgesteld op € 27,47.
Vanwege de coronacrisis lopen de kosten vanaf maart 2020 bij de apotheek echter sterk op, omdat het Meander-ziekenhuis dan goeddeels dicht gaat en zij daarom over moet gaan op de bezorging van medicijnen. Dit leidt tot onderhandelingen tussen de apotheek en de verzekeraars om tot een nieuw kostendekkend tarief te komen. Daar gaat het mis. Op grond van haar transparantieverplichting moet de apotheek weliswaar gegevens aanleveren bij de verzekeraars ter onderbouwing van de hoge nieuwe kosten, maar zij vindt dat de verzekeraars te ver gaan in hun gegevensuitvraag. Zilveren Kruis en Zorg en Zekerheid verzoeken namelijk niet alleen om de jaarrekeningen en gegevens over de liquiditeitspositie van de apotheek, maar willen ook inzage in de facturen van de koeriersdienst die de medicijnen rondbrengt en een uitdraai van de lijsten uit het apotheekinformatiesysteem (AIS) van geheel 2020 tot 1 juni (geanonimiseerd) van alle bezorgingen, met daarbij de eerste drie letters van de postcode.
De apotheek vindt dit informatieverzoek disproportioneel met het oog op de privacy van patiënten. Daarom weigert ze de AIS-gegevens aan te leveren en levert ze de facturen van de bezorgingsdienst aan met afgeplakte persoonsgegevens. Ook verzoekt ze de verzekeraars dan om verhoging van het tarief naar € 35,-. Dit leidt tot een uitgebreide mail- en briefwisseling, waarbij de verzekeraars uiteindelijk de stekker uit de onderhandeling trekken: bij gebrek aan volstrekte openheid over de bezorgfacturen besluiten ze in augustus 2020 het contract van rechtswege af te laten lopen en niet te verlengen voor 2021.
Vorderingen apotheek en beoordeling door de rechter
De apotheek laat het hier niet bij zitten. In kort geding vordert ze dat de verzekeraars de overeenkomst voor 2021 moeten verlengen, voor het restant van 2020 een hoger tarief moet vaststellen, en te goeder trouw moeten onderhandelen over een nieuw tarief voor 2021.
De rechter stelt vervolgens voorop dat het partijen vanwege hun contractsvrijheid in beginsel vrij staat om al dan niet met elkaar te contracteren. In dit geval komt hij echter tot het oordeel dat het de verzekeraars níet vrij stond om de apotheek geen nieuw contract aan te bieden en geen nieuw tarief vast te stellen. Daarbij kijkt de rechter naar de volgende specifieke omstandigheden:
- Er is sprake van een langdurige relatie tussen de Dienstapotheek en de zorgverzekeraars, die feitelijk tussen 2003 en 2020 onafgebroken bestond.
- De Dienstapotheek (en haar 23 medewerkers) is voor haar financiering en voortbestaan volledig afhankelijk van het contract met de verzekeraars.
- Ze moet ‘voldoende transparant’ zijn jegens de verzekeraars over haar kosten, ook omdat haar tarief onder het eigen risico van verzekerden valt. Echter, in casu heeft de Dienstapotheek haar bezwaren regelmatig kenbaar gemaakt en zijn ze serieus te nemen omdat ze de privacy van patiënten betreffen.
- De hogere kosten zijn het gevolg van uitzonderlijke en onvoorziene omstandigheden, te weten de coronacrisis.
- De apotheek heeft zich redelijk en constructief opgesteld, waarbij de verzekeraars niet ingingen op haar uitnodiging tot bemiddeling door een commissie van wijzen.
Ten aanzien van de bescherming van privacy van patiënten loopt de rechter niet teveel vooruit op wat in een mogelijke bodemprocedure kan worden geoordeeld. Wel oordeelt hij dat het enkele koesteren van bedenkingen over de ingeschakelde koeriersdienst nog niet rechtvaardigt dat de verzekeraars (gezondheids)gegevens verlangen die tot de persoon van de verzekerden herleidbaar zijn.
De redelijkheid en billijkheid als buitencontractuele toetssteen
Opvallend aan deze zaak is dat de rechter beperkingen stelt aan de vrijheid van de zorgverzekeraars om een zorgaanbieder geen nieuw contract te hoeven aanbieden. Hoewel de rechter eerst de contractsvrijheid tussen verzekeraars en aanbieders als apothekers op de zorgmarkt erkent, ziet hij in de geschiedenis en verhouding tussen de partijen bijzondere omstandigheden die deze contractsvrijheid inperken. Daarbij valt de rechter terug op de redelijkheid en billijkheid die de verhouding tussen partijen ook beheerst, los van wat er precies aan contractuele verhouding bestaat. Kort gezegd gaat het de rechter daar dus om de lange (en voorheen probleemloze) relatie tussen partijen, de pogingen om tot een oplossing te komen vanuit de zorgaanbieder en de afhankelijkheidsrelatie van deze aanbieder ten opzichte van de verzekeraars. Deze uitspraak biedt dan ook een belangrijke les voor zorgaanbieders die al lange tijd (zonder problemen) met één dominante zorgverzekeraar contracteren: als die zorgverzekeraar wil stoppen met zo'n langdurige contractuele relatie, mag hij dat niet zonder meer doen en zeker niet door enkel te schermen met zijn contractsvrijheid.
Dit is een Legal Update van Roland Bertens en Bas van Schelven.