Raad van State en gemeenten kritisch over abonnementstarief Wmo 2015

03-12-2018

Halverwege dit jaar heeft de regering een wetsvoorstel aan de Raad van State toegezonden in het kader van een wijziging van de Wmo 2015 en in het bijzonder de eigen bijdrage voor maatschappelijke ondersteuning. Het voorstel regelt de invoering van een abonnementstarief voor inwoners die gebruik maken van maatschappelijke ondersteuning op grond van de Wmo 2015. Op dit moment wordt bij de vaststelling van de hoogte van de eigen bijdrage rekening gehouden met het inkomen van de betrokkene. Dat zal na invoering van het wetsvoorstel niet meer het geval zijn. Na invoering wordt er maandelijks een vast abonnementstarief door gemeenten in rekening gebracht. Om deze wijzigingen ten aanzien van de eigen bijdrage reeds in 2019 te kunnen invoeren wordt door de regering, naast het wetsvoorstel, het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 gewijzigd. Daarmee is het met ingang van 2019 voor gemeenten mogelijk om een vast bedrag per maand (van maximaal EUR 17,50) in rekening brengen. De Raad van State en gemeenten hebben kritisch gereageerd op het wetsvoorstel en de plannen van de regering.

Op 26 oktober 2018 heeft de Raad van State gereageerd op het wetsvoorstel. De Raad van State overweegt allereerst dat de regering met het wetsvoorstel beoogt om stapelingen van eigen betalingen door mensen die zorg nodig hebben te verminderen om zodoende de toegankelijkheid tot de zorg te waarborgen. Alhoewel de wens van de regering om de toegankelijkheid van de Wmo-voorzieningen te waarborgen begrijpelijk is, overweegt de Raad van State dat met het wetsvoorstel de balans tussen enerzijds de toegankelijkheid van zorg en anderzijds de financiële beheersbaarheid daarvan wordt gewijzigd. De eigen bijdrage die afhankelijk is van het inkomen van de betrokkene kan een remmende invloed hebben op de zorgvraag en de gemeenten kunnen de eigen bijdrage ook in dat kader inzetten. Met het wetsvoorstel wekt de regering, aldus de Raad van State, de suggestie dat de beheersing van uitgaven in de Wmo door gemeenten niet langer van belang is.

Aangezien door het hanteren van een abonnementstarief mogelijk meer mensen gebruik gaan maken van de voorzieningen onder de Wmo 2015 merkt de Raad van State op dat het wetsvoorstel kan betekenen dat het aanbod en/of de kwaliteit van de voorzieningen zal gaan verschralen. Daarmee is het niet ondenkbaar dat juist de meest kwetsbare groepen niet meer de nodige zorg zullen ontvangen. Gezien het voorgaande adviseert de Raad van State de regering om het voorstel niet bij de Tweede Kamer in te dienen, tenzij de motivering wordt aangepast. Ook gemeenten hebben kritisch gereageerd op het wetsvoorstel en de plannen van de regering.

Op 21 november 2018 heeft de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (hierna: ‘de minister’) gereageerd op het advies van de Raad van State. De minister wijst in zijn reactie op het belang van de toegankelijkheid van de zorg. Van een verschraling van zorg en ondersteuning kan volgens hem geen sprake zijn, aangezien gemeenten op grond van de Wmo 2015 verplicht zijn om ondersteuning te bieden in het geval uit (zorgvuldig) onderzoek blijkt dat een inwoner een ondersteuningsbehoefte heeft.

De minister reageert ook op de overwegingen van de Raad van State ten aanzien van de remmende werking van de eigen bijdrage. In zijn reactie geeft hij aan dat de Wmo 2015 ook andere instrumenten biedt aan gemeenten om de kosten te beheersen. Aangezien de minister van oordeel is dat de effecten van de introductie van het abonnementstarief, in het bijzonder een hoger gebruik van voorzieningen, op voorhand niet precies zijn in te schatten geeft hij aan de spreekwoordelijke ‘vinger aan de pols’ te zullen houden. Naar aanleiding van het advies van de Raad van State heeft de minister de toelichting bij het wetsvoorstel aangepast. De inhoud van het wetsvoorstel is onveranderd gebleven en wordt naar de Tweede Kamer toegezonden. Het abonnementstarief zal derhalve (ook gezien de wijziging van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015) vanaf 2019 worden ingevoerd.

De invoering van het abonnementstarief heeft voor de rechtspraktijk, in het bijzonder voor gemeenten, grote gevolgen. Met de wijziging van de Wmo 2015 wordt gemeenten een instrument afgenomen om te sturen op de beheersbaarheid van de kosten. Daarmee neemt het belang van de overige instrumenten voor gemeenten toe, waaronder het verrichten van zorgvuldig onderzoek na een Wmo-melding en het inrichten van afgewogen Wmo-beleid. Met deze resterende instrumenten dienen gemeenten de balans tussen enerzijds de toegankelijkheid van zorg (korte termijn) en anders de financiële beheersbaarheid daarvan (lange termijn) te blijven waarborgen.

Dit is een Legal Update van Wouter Koelewijn en Bastiaan Wallage.      

Download als pdf

Specialist(en)