Intrekken omgevingsvergunning vanwege stikstof
18-05-2022
Vorig jaar werd in de Logtsebaan-uitspraak al duidelijk onder welke omstandigheden een onherroepelijke natuurvergunning kan of moet worden ingetrokken op grond van de Wet natuurbescherming (Wnb). De rechtbank Noord-Holland is nu van oordeel dat deze Logtsebaan-criteria ook gebruikt moeten worden om te beoordelen of een omgevingsvergunning met aangehaakte natuurtoestemming – dus zonder zelfstandige natuurvergunning op grond van de Wnb – moet worden ingetrokken op grond van artikel 2.33 Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo).
Artikel 2.33 Wabo bepaalt onder andere dat de omgevingsvergunning moet worden ingetrokken als dit is vereist voor de uitvoering van een voor Nederland verbindend verdrag, waaronder de Habitatrichtlijn. Dit betekent volgens de rechtbank dat het bevoegd gezag bij het besluit om een omgevingsvergunning voor een activiteit met natuureffecten wel of niet in te trekken, moet voldoen aan een stevige motiveringseis. Er moet worden beoordeeld of intrekking/wijziging van de vergunning nodig is ter uitvoering van de verplichtingen van de Habitatrichtlijn en zo ja, of in plaats daarvan gekozen kan worden voor het treffen van andere passende maatregelen gericht op de daling van de stikstofdepositie in de Natura 2000-gebieden. Zie voor een nadere toelichting op deze criteria de eerder verschenen Legal Update en annotatie.
Dit is een Legal Update van Mathilde van Velzen-de Boer.