Over het missen van de boot en de rechtsgevolgen van ontbinding
01-07-2016
In Bedrijfsjuridische berichten (Bb) 2016, nr. 39 schreef Kirsten Maes het artikel ‘Over het missen van de boot en de rechtsgevolgen van ontbinding’. In dit artikel wordt de laatste jurisprudentie van de Hoge Raad besproken omtrent de rechtsgevolgen van ontbinding op de voet van art. 6:265 BW.
Korte inhoudsindicatie: de oorspronkelijke koper dient rekening te houden met de na ontbinding van de koopovereenkomst ontstane verbintenis tot teruggave van de prestatie (art. 6:271 BW) en de in dat kader op hem rustende zorgplicht (art. 6:273 BW). Dit uitgangspunt geldt óók als de rechter verzuimt tot teruggave te beslissen en enkel tot een (ongeclausuleerde) veroordeling tot terugbetaling van de koopsom komt (13 mei 2016, ECLI:HR:2016:852).
Kirsten bespreekt het voornoemde arrest in dit artikel en komt tot een uiteenzetting van de in deze uitspraak centraal staande leerstukken, zoals de ontbinding van overeenkomsten (art. 6:265 BW) en de dientengevolge ontstane ongedaanmakingsverbintenissen (art. 6:271 BW). Daarbij maakt zij bovendien een kort uitstapje naar het wettelijk systeem van de ontbindende voorwaarde en de gevolgen van het in vervulling gaan daarvan (art. 6:24 BW).