De ondernemingsrechtelijke aspecten van de Tijdelijke wet Covid-19 Justitie en Veiligheid
20-05-2020
In Juridische Berichten voor het Notariaat (JBN) 2020, nr. 5, schreef Martijn van Steensel het artikel 'De ondernemingsrechtelijke aspecten van de Tijdelijke wet Covid-19 Justitie en Veiligheid'.
Op 24 april jongstleden is de Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid in werking getreden (grotendeels met terugwerkende kracht tot en met 16 maart 2020). Met de wet wordt beoogd de samenleving – ondanks de actuele, verregaande overheidsmaatregelen – zo veel mogelijk normaal te laten functioneren. Tegen die achtergrond geeft de wet – onder andere – tijdelijke voorzieningen voor het houden van vergaderingen binnen en de financiële verslaglegging door rechtspersonen. Om praktische redenen is in de wet in belangrijke mate aansluiting gezocht bij bestaande wettelijke regelingen omtrent deelname aan en stemming tijdens (algemene) vergaderingen door middel van elektronische communicatiemiddelen. Ondanks de vele parallellen met bestaande wetgeving, bevat de wet – bij nadere lezing – enkele onduidelijkheden. Daarbij moet onder meer gedacht worden aan de uitleg van in de wet gehanteerde, maar niet nader gedefinieerde termen en de verhouding van de nieuwe voorzieningen tot bestaande wettelijke en/of statutaire bepalingen.
In deze bijdrage met aandachtspunten, geeft Martijn praktische handvatten bij de toepassing van de nieuwe wet.