Corona en commerciële contracten: een schets van de (reikwijdte van de) juridisch relevante remedies
08-04-2020
In Bedrijfsjuridische berichten (Bb), 2020/32 schreef onze advocaat Kirsten Maes samen met Joris den Hartog het artikel ‘Corona en commerciële contracten: een schets van de (reikwijdte van de) juridisch relevante remedies’.
In deze bijdrage worden de drie belangrijkste, aan de coronacrisis te relateren leerstukken aangestipt, waarna de voornaamste discussiepunten met betrekking tot ‘overmacht’ en ‘onvoorziene omstandigheden’ worden besproken. Want wat als een schuldenaar vanwege overheidsmaatregelen of andere gevolgen van de coronacrisis zijn producten niet meer kan leveren of geen diensten meer kan verlenen? Of als de schuldeiser door dergelijke omstandigheden niet meer in staat is de schuldenaar overeenkomstig het bepaalde in de overeenkomst te laten presteren? Is er dan sprake van onvoorziene omstandigheden, of van overmacht, en wie van de partijen is nu eigenlijk 'gebaat' bij een beroep op dergelijke leerstukken? Het onderhavige artikel beoogt de voornoemde vragen op hoofdlijnen en naar Nederlands recht te beantwoorden, waarbij in beginsel geabstraheerd wordt van specifieke (afwijkende) contractuele afspraken. Meer in het bijzonder wordt in deze bijdrage gestreefd een overzicht te bieden van de belangrijkste juridische remedies waar contractspartijen in de huidige omstandigheden mee te maken kunnen krijgen, en hoe deze remedies zich in het 'coronaspectrum' bewegen.