Afgebroken onderhandelingen en het gebruik van voorbehouden (diss.)
15-05-2009
Wie naar Nederlands Recht onderhandelingen voert, zal zich daarbij niet uitsluitend mogen laten leiden door de eigen belangen, maar zal zich mede rekenschap dienen te geven van de gerechtvaardigde belangen van zijn onderhandelingspartner en zal zijn handelen mede door laatstgenoemde belangen moeten laten leiden.
Dit boek bevat een systematische behandeling van het hiervoor bedoelde leerstuk van de afgebroken onderhandelingen. Het betreft, zonder daarbij de theoretische grondslagen uit het oog te verliezen, een praktijkgerichte studie waarin vragen aan de orde komen als: wanneer mogen onderhandelingen nog gelegitimeerd eenzijdig worden afgebroken? Is er, bij gelegitimeerd afgebroken onderhandelingen, nog plaats voor vergoeding van (onderhandelings)kosten? Wat zijn de rechtsgevolgen van ongelegitimeerd afgebroken onderhandelingen? Waartoe leidt het gebruik van voorbehouden in de onderhandelingsfase, hoe dienen deze juridisch te worden gekwalificeerd en wat zijn de verschillen in rechtsgevolg van de toepassing van verschillende voorbehouden?
Naast op deze en aanverwante vragen wordt ingegaan op enkele internationaal privaatrechtelijke aspecten die met dit leerstuk samenhangen zoals bijvoorbeeld de vraag naar het recht dat van toepassing is op (een vordering uit) ongelegitimeerd afgebroken grensoverschrijdende onderhandelingen en de vraag welke rechter eventueel alternatief bevoegd zou kunnen zijn om kennis te nemen van een vordering wegens grensoverschrijdend ongelegitimeerd afgebroken onderhandelingen.
De met betrekking tot deze deelaspecten van het leerstuk relevante literatuur en jurisprudentie wordt geanalyseerd en daar waar aan de hand daarvan niet tot een (eenduidige) oplossing gekomen kan worden, worden suggesties aangedragen met betrekking tot de richting waarin zich het recht op dat punt zou kunnen ontwikkelen.
Citeerwijze: M.R. Ruygvoorn, Afgebroken onderhandelingen en het gebruik van voorbehouden (diss.), Deventer: Kluwer 2009.