Wetswijziging WGBO bij de Tweede Kamer ingediend

24-07-2018

Op 12 juli 2018 is het wetsvoorstel dat de Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO) wijzigt bij de Tweede Kamer ingediend. In deze Legal Update zetten wij de belangrijkste wijzigingen nog eens op een rij.

Samen beslissen (artikel 7:448 lid 1 t/m 3 BW)

Het uitgangspunt van de WGBO is dat de patiënt toestemming geeft voor verrichtingen ter uitvoering van de geneeskundige behandelingsovereenkomst. De wetgever benadrukt dat het moet gaan om toestemming die tot stand komt na overleg tussen de hulpverlener en de patiënt. Alleen op basis van relevante informatie van de hulpverlener kan een patiënt een weloverwogen besluit nemen.

In de Memorie van Toelichting (‘MvT’) wordt beschreven dat het ‘samen beslissen’ op basis van informatie van de hulpverlener een voortdurend traject is. Zo kan gedurende de behandeling stap voor stap gezamenlijk bekeken worden wat op welk moment de beste opties zijn. Dit schept tevens de mogelijkheid voor de patiënt om terug te komen op een eerder gegeven toestemming.

Verlenging bewaartermijn medisch dossier naar 20 jaar (artikel 7:454 lid 3 BW)

Daarnaast stelt de wetgever voor om de bewaartermijn van het medisch dossier te verlengen van vijftien jaar naar twintig jaar. Ook de aanvang van de termijn voor het bewaren van gegevens wordt gewijzigd. De termijn vangt aan vanaf het tijdstip waarop de laatste wijziging in het dossier heeft plaatsgevonden of zoveel langer als redelijkerwijs uit de zorg van een goed hulpverlener voortvloeit.

Inzagerecht nabestaanden na overlijden van de patiënt (artikel 7:458a BW)

De WGBO bepaalt dat aan anderen dan de patiënt geen inlichtingen over de patiënt dan wel inzage in of afschrift van het dossier worden verstrekt dan met toestemming van de patiënt. Deze geheimhoudingsplicht geldt onverkort na het overlijden van de patiënt. In de praktijk komt het echter voor dat er in bijzondere gevallen toch inzage wordt gegeven in (delen van) dossiers van de overleden patiënt.

In het wetsvoorstel zijn op grond van de in de jurisprudentie ontwikkelde criteria deze uitzonderingsgevallen voor inzage door nabestaanden opgenomen. Dit om te verduidelijken wanneer en onder welke voorwaarden inzage of afschrift kan worden verkregen.

Allereerst kan inzage worden verleend indien de overleden patiënt bij leven toestemming heeft verleend en deze toestemming schriftelijk of elektronisch is vastgelegd. Daarnaast stelt de wetgever voor om een ruimer inzagerecht toe te kennen indien er sprake is van een medische fout. Dit ziet op de situatie dat de nabestaande op grond van de Wkkgz een mededeling van een zorgaanbieder heeft ontvangen dat een incident heeft plaatsgevonden. Ten derde stelt de wetgever voor om de uitzonderingssituatie, waarbij de nabestaande een zwaarwegend belang heeft waartoe inzage noodzakelijk is en dit belang wordt geschaad, in de wet op te nemen. In de MvT wordt het voorbeeld gegeven van het sluiten van een huwelijk vlak voor het overlijden van de patiënt waarbij de kinderen van de patiënt dit huwelijk willen vernietigen of willen beoordelen of een ouder wilsbekwaam was om zijn testament te wijzigen.

Dit is een Legal Update van de praktijkgroep Zorg & Sociaal domein.

Download als pdf

Specialist(en)