Vervalbeding in algemene voorwaarden

11-03-2021

Inleiding

Veel algemene voorwaarden kennen bepalingen over de termijn waarbinnen, en de wijze waarop een contractspartij behoort te klagen indien hij van mening is dat de gebruiker van de algemene voorwaarden tekort is geschoten. De contractuele sanctie op het te laat klagen is vaak een vergaande: verval van recht. In een recent arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden heeft het hof zich uitgelaten over de uitleg en toelaatbaarheid van een vervalbeding in algemene voorwaarden. Aanleiding hiervoor was een geschil over de dienstverlening van een financieel adviseur.

Achtergrond

De eisers in hoger beroep exploiteren een agrarische onderneming. Zij hebben een financieel adviseur diverse keren opdracht gegeven diensten te verlenen, zoals het samenstellen van de jaarrekeningen, het verzorgen van de aangiften inkomstenbelasting en advisering over een samenwerkingsverband met een andere agrarische onderneming.

In de opdrachtbevestigingen heeft de financieel adviseur haar algemene voorwaarden van toepassing verklaard en bij de opdrachtbevestiging gevoegd. In de algemene voorwaarden is het volgende vervalbeding opgenomen:

1.
Een reclame met betrekking tot de verrichte werkzaamheden en/of het factuurbedrag dient schriftelijk binnen 14 dagen na de verzenddatum van de stukken of informatie waarover opdrachtgever reclameert, dan wel binnen 14 dagen na de ontdekking van het gebrek indien opdrachtgever aantoont dat hij het gebrek redelijkerwijs niet eerder kon ontdekken, aan opdrachtnemer te worden kenbaar gemaakt.

(…)

3.
Indien de reclame niet tijdig wordt ingesteld vervallen alle rechten van opdrachtgever in verband met de reclame.

De procedure

De exploitanten van de agrarische onderneming (oftewel: de opdrachtgevers) menen dat de financieel adviseur tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst. De kern van het hoger beroep richt zich tegen de conclusie van de rechtbank dat het vervalbeding uit de algemene voorwaarden in de weg staat aan de beoordeling van de dienstverlening van de financieel adviseur.

De opdrachtgevers stellen primair dat zij binnen de contractuele termijn van 14 dagen hebben geklaagd en dit bovendien niet eerder hadden kunnen doen. Het hof gaat hier echter niet in mee. Het hof overweegt hierbij dat - als - zoals in dit geval - wordt gereclameerd na de ontdekking van de gestelde gebreken, opdrachtgevers moeten aantonen (onderbouwen en zo nodig bewijzen) dat zij die gebreken redelijkerwijs niet eerder konden ontdekken. Naar het oordeel van het hof zijn opdrachtgevers in deze verplichting tekortgeschoten. In aanvulling hierop oordeelt het hof dat opdrachtgevers niet schriftelijk hebben geklaagd, terwijl zij hiertoe op grond van de algemene voorwaarden wel toe verplicht waren. Bovendien staat niet vast dat opdrachtgevers wel mondeling hebben geklaagd.

Subsidiair betogen opdrachtgevers dat een beroep op het vervalbeding naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is. Zij stellen hierbij dat een termijn van 14 dagen onredelijk kort is. Ook verwijzen zij naar de gedachte achter de (wettelijke) klachtplicht (van art. 6:89 BW), die uitgaat van bescherming van de schuldenaar tegen te late en daardoor moeilijk te betwisten klachten, omdat (bewijs)materiaal door tijdverloop verloren kan zijn gegaan. Dat speelt in het onderhavige geval echter geen rol, aldus de opdrachtgevers.

Ook dit beroep wordt door het hof verworpen. Het hof constateert dat de financieel adviseur wel degelijk belang heeft het vervalbeding in te roepen nu er een ruime tijd zat tussen de ontdekking van de gebrekkige dienstverlening en het moment waarop de klachten zijn geuit. Dat het vervalbeding uit de algemene voorwaarden een korte termijn (van slechts 14 dagen) bevat, kan daaraan niet afdoen, nu die termijn volgens het hof als een gegeven moet worden beschouwd en opdrachtgevers onvoldoende hebben onderbouwd dat de korte duur van de vervaltermijn het onmogelijk heeft gemaakt om tijdig te klagen.

Conclusie

Aan de beantwoording van de vraag in hoeverre geleverde diensten deugdelijk zijn verricht, wordt niet toegekomen indien er met succes beroep kan worden gedaan op een vervalbeding in algemene voorwaarden. De onderhavige uitspraak leert dat het opnemen van een dergelijk beding, waarbij de rechten van de protesterende partij vervallen indien niet tijdig en/of op de juiste wijze is geklaagd, loont. Dit geldt temeer in het geval het beding een verplichting bevat voor de schuldeiser om aan te tonen dat hij het gebrek niet redelijkerwijs eerder had kunnen ontdekken. Indien de schuldeiser dit niet kan aantonen, biedt ook een beroep op de redelijkheid en billijkheid niet snel soelaas. Dat sprake is van een korte vervaltermijn van 14 dagen is hier in elk geval niet voldoende voor.

Dit is een Legal Update van Ilse Bakker.

Download als pdf

Specialist(en)