Verjaring van executoriale titels
07-01-2016
Voor tenuitvoerlegging (executie) heeft de deurwaarder een executoriale titel nodig. De deurwaarder kan echter niet tot in lengte der dagen met de bewuste titel op stap. Er zijn verjaringstermijnen van toepassing. Welke dat zijn, wordt hieronder nader uiteengezet. Executoriale titels komen voor in verschillende gedaanten. Het is daarom van belang te weten van wat voor soort executoriale titel sprake is, zodat bepaald kan worden welk verjaringsregime van toepassing is. Hieronder wordt daarom allereerst uiteengezet welke stukken executoriale kracht hebben. Daarna wordt ten aanzien van de in de civiele praktijk meest relevante executoriale titels stilgestaan bij de van toepassing zijnde verjaringsregels, waarbij ook het arrest van 27 november 2015 wordt behandeld.
Executoriale titels
Artikel 430 Rv bepaalt dat executoriale kracht hebben:
- uitspraken van de Nederlandse rechter, ongeacht of deze nu als vonnis, beschikking of arrest worden aangeduid, of gegeven zijn in kort geding;
- in Nederland verleden authentieke akten (denk bijvoorbeeld aan notariële akten of akten van ambtenaren van de burgerlijke stand;
- andere bij wet als executoriale titel aangewezen stukken (denk daarbij bijvoorbeeld aan het in executoriale vorm opgemaakte proces-verbaal van een minnelijke regeling of het arbitrale vonnis voorzien van verlof voor executie.
De rechterlijke of arbitrale uitspraak
Artikel 3:324 lid 1 BW bepaalt dat de bevoegdheid tot tenuitvoerlegging van een rechterlijke of arbitrale uitspraak door verloop van twintig jaar verjaart. Oplettendheid is vereist ten aanzien van uitspraken die (mede) strekken tot betalingen per jaar of kortere termijnen. Denk dan bijvoorbeeld aan rente die wordt toegewezen. Voor dergelijke vorderingen is de verjaringstermijn vijf jaar. Deze uitzondering op de langere termijn is gemaakt om te voorkomen dat voor de schuldenaar het gevaar dreigt dat bij niet-betaling deze bedragen tot onredelijke hoogte zullen oplopen. In het geval van dwangsommen, is het van belang te weten dat deze worden verbeurd door de niet-naleving van de veroordeling in verband waarmee zij zijn opgelegd (artikel 611g Rv: verjaringstermijn van zes maanden). Het is mogelijk om de verjaring van het recht om ten uitvoer te mogen leggen, te stuiten. Na een stuitingshandeling start de verjaringstermijn opnieuw, met dien verstande dat de nieuwe verjaringstermijn niet langer is dan 5 jaar met betrekking tot de tenuitvoerlegging van vonnissen en zes maanden met betrekking tot dwangsommen.
Het in executoriale vorm opgemaakte proces-verbaal
In het arrest van 27 november 2015 kwam de rechtsvraag aan de orde of het hiervoor behandelde artikel 3:324 BW ook van toepassing is op het in executoriale vorm opgemaakte proces-verbaal.
Indien tijdens een comparitie van partijen een schikking tot stand komt, wordt, wanneer een partij dat verlangt, een proces-verbaal opgemaakt waarin de verbintenissen die partijen als gevolg van die schikking op zich nemen, worden vastgelegd. De Hoge Raad overweegt dat, hoewel de uitgifte van dit proces-verbaal geschiedt in executoriale vorm, daarin de overeenkomst van partijen wordt vastgelegd. De in het proces-verbaal vastgelegde vordering van schuldeiser is daarom een vordering uit overeenkomst waarvoor ingevolge artikel 3:307 lid 1 BW een verjaringstermijn van vijf jaar geldt (met de mogelijkheid de verjaring te stuiten).
De in executoriale vorm opgemaakte notariële akte
Een minder bekende, maar zeer nuttige executoriale titel is grosse van een notariële akte. Gedacht kan worden aan het vastleggen bij de notaris van een minnelijke regeling of de uitkomst van een bindend advies. Voordeel van notariële akte is dat bij niet-naleving van de daarin vervatte afspraken de notaris een (eerste) grosse van de akte aan de belanghebbende partij bij die akte kan afgeven, waarmee die partij direct tot ten uitvoerlegging over kan gaan en niet eerst, zoals bij een onderhandse akte, de rechter moet worden geadresseerd met een vordering tot nakoming en voor het verkrijgen van een titel. Voor wat betreft de verjaringstermijn voor de tenuitvoerlegging van grosse van een notariële akte, kan ik aansluiten bij hetgeen hiervoor is gezegd ten aanzien van het in executoriale vorm opgemaakte proces-verbaal. Ook hier geldt immers dat, hoewel de uitgifte van de grosse een executoriale titel oplevert, ook daarin de overeenkomst van partijen wordt vastgelegd.
Conclusie
Artikel 3:324 BW is slechts van toepassing op executoriale titels, zijnde rechterlijke of arbitrale uitspraken. Voor een proces-verbaal of de grosse van een notariële akte regelen de artikelen 3:306 e.v. BW de verjaring.
Dit is een Legal Update van Mariska Nijenhof-Wolters.