Uitvoeringsmoeilijkheden vanwege coronacrisis voor rekening van opdrachtnemer
09-02-2021
Door de coronacrisis lopen veel zaken anders dan verwacht, ook in het aanbestedingsrecht. Zo komt het voor dat het inschrijvers niet meer lukt een aanbestede opdracht zo uit te voeren als ten tijde van de aanbesteding was voorzien.
Zo ook in een zaak waarin het Gerechtshof Den Haag op 19 januari jl. uitspraak deed.
Een aantal gemeenten had een aanbesteding georganiseerd voor taxivervoer voor leerlingen. Het vervoersbedrijf Munckhof schreef in met het voornemen om de opdrachten helemaal met eigen chauffeurs uit te voeren. Drie percelen werden aan Munckhof gegund en daarvoor werden raamovereenkomsten gesloten. Toen sloeg de coronacrisis toe en Munckhof kon naar eigen zeggen als gevolg daarvan slechts 40% van de benodigde chauffeurs werven. Dit werd veroorzaakt door het feit dat het UWV haar activiteiten ‘on hold’ had gezet, uitzendbureaus niet aan mensen konden komen, op advertenties weinig respons kwam en het CBR geen examens afnam, aldus Munckhof. Munckhof verzocht de gemeenten of ze het tekort van 60% mocht 'opvullen' met chauffeurs en voertuigen van onderaannemers. De gemeenten gingen niet akkoord met inzet van onderaannemers op zo'n grote schaal, omdat dit een wezenlijke wijziging van de opdracht zou zijn. Omdat Munckhof de overeenkomst niet uit kon voeren zoals overeen was gekomen (met eigen chauffeurs), ontbonden de gemeenten de overeenkomst voor twee percelen.
Het gerechtshof oordeelt dat de gemeenten in redelijkheid het verzoek tot onderaanneming mochten weigeren. De eisen aan de chauffeurs en hun voertuigen vormden een belangrijk onderdeel van de raamovereenkomsten. Hier zou een flinke verandering in worden aangebracht door inzet van onderaannemers op de door Munckhof voorgestelde schaal. Als Munckhof al bij inschrijving had opgegeven dat ze gebruik wilde maken van 60% onderaannemers, had dat kunnen resulteren in andere scores en misschien zelfs een andere winnaar.
Ook mochten de gemeenten volgens het gerechtshof het verzoek tot onderaanneming te vaag vinden. Munckhof gaf namelijk alleen aan “naar verwachting, 5 onderaannemers” in te willen zetten, zonder namen te noemen. Zo konden de gemeenten bijvoorbeeld niet verifiëren of het ging om betrouwbare onderaannemers.
Omdat Munckhof niet kon nakomen, mochten de gemeenten de overeenkomsten ontbinden.
Dat de coronacrisis voor Munckhof onvoorzien was, helpt haar ook niet, aldus het gerechtshof. Deze omstandigheid – wat daar verder van zij – brengt niet met zich dat het ten laste van de gemeenten moet komen dat Munckhof de overeenkomsten niet kan uitvoeren. In de raamovereenkomsten is vastgelegd dat een gebrek aan personeel voor rekening en risico komt van Munckhof. Daarmee komt het niet bij onvoorziene omstandigheden voor rekening en risico van de gemeenten.
Dit is een Legal Update van het team Aanbestedingsrecht.