Uber-chauffeurs zijn werknemers en vallen onder de CAO Taxivervoer

14-09-2021

Op 13 september 2021 heeft de rechtbank Amsterdam geoordeeld dat alle chauffeurs die via de Uber-app hun diensten aanbieden in Nederland werknemers zijn en dus geen zelfstandigen. Uber moet met terugwerkende kracht de algemeen verbindend verklaarde CAO Taxivervoer toepassen op de arbeidsovereenkomsten met de chauffeurs en achterstallig loon betalen.

De rechtbank oordeelt dat aan alle voorwaarden voor een arbeidsovereenkomst wordt voldaan: er is sprake van (persoonlijke) arbeid, loon en gezag.

Het (persoonlijk) verrichten van arbeid

Uber-chauffeurs vervoeren passagiers voor Uber. Omdat een chauffeur moet beschikken over bepaalde vergunningen controleert Uber of de chauffeurs de arbeid persoonlijk verrichten door hen een selfie te laten maken. Er is dan ook sprake van het (persoonlijk) verrichten van arbeid.

Loon

Verder ontvangen de chauffeurs, na aftrek van servicekosten van Uber, een vergoeding voor een taxirit. Deze vergoeding moet volgens de rechtbank worden aangemerkt als loon. De benaming en de vorm van uitbetaling zijn daarbij niet van belang.

Gezagsverhouding

De belangrijkste vraag in de beoordeling of sprake is van een arbeidsovereenkomst of een overeenkomst van opdracht, is de vraag of sprake is van een gezagsverhouding. De rechtbank oordeelt in dit geval dat sprake is van een 'moderne gezagsverhouding', omdat het gezag meer indirect en digitaal is vormgegeven. Zo is relevant dat de chauffeurs zich alleen bij Uber kunnen aanmelden via de Uberapp en dat de voorwaarden waaronder zij deze app gebruiken niet onderhandelbaar zijn en eenzijdig door Uber kunnen worden gewijzigd. Verder bepaalt het algoritme van de Uberapp hoe de ritten worden verdeeld en welke prijs daarvoor moet worden betaald. Van een vrije onderhandeling tussen de Uber-chauffeur en de passagier is geen sprake.

Ook heeft de Uberapp een disciplinerende werking op de chauffeurs. Chauffeurs krijgen een rating via de Uberapp, welke enerzijds kan leiden tot (financiële) voordelen voor de chauffeurs en anderzijds kan leiden tot verwijdering van bepaalde chauffeurs van het platform. Daarnaast kunnen chauffeurs niet zonder straf te vaak door hen geaccepteerde ritten annuleren en is het uiteindelijk Uber die bij klachten van klanten eenzijdig beslist over een eventuele oplossing.

Om deze redenen komt de rechtbank tot de conclusie dat sprake is van een gezagsrelatie. Dat de chauffeurs tot op zekere hoogte vrij zijn om een rit te weigeren, zelf hun uren mogen bepalen en gelijktijdig gebruik mogen maken van verschillende apps, doet daar niet aan af.

'Wezen gaat voor schijn'

Hoewel op papier is afgesproken dat Uber-chauffeurs zelfstandigen zijn en sommige chauffeurs ook daadwerkelijk die bedoeling zullen hebben, is de conclusie dat de overeenkomsten van de chauffeurs met Uber als arbeidsovereenkomsten moeten worden gezien. Wezen gaat dus voor schijn.

Trend

Dit is niet de eerste uitspraak over de kwalificatie van de arbeidsrelatie tussen online platforms en platformwerkers. Eerder zijn onder meer procedures gevoerd tegen maaltijdbezorgplatform Deliveroo en schoonmaakapp Helpling. Het hof Amsterdam oordeelde in februari dit jaar dat de rechtsverhouding tussen Deliveroo en haar bezorgers kwalificeert als een arbeidsovereenkomst (zie onze eerdere Legal Update). In de zaak tegen Helpling werd door de rechtbank Amsterdam tot een andere conclusie gekomen.

Ook de regering heeft de bescherming van platformwerkers op de agenda staan. Zo heeft de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid aangekondigd te zullen onderzoeken hoe de positie van platformwerkers kan worden versterkt. De uitspraak van de rechtbank Amsterdam in de zaak tegen Uber past daarmee in een zichtbare trend waarin de arbeidsrechtelijke bescherming van platformwerkers steeds belangrijker wordt gevonden.

Wilt u meer informatie over de kwalificatie van een arbeidsovereenkomst? Vraag dan vrijblijvend een exemplaar aan van het boek "Arbeid & Pensioen in de praktijk" of neem contact op om te sparren met een advocaat van onze praktijkgroep.

Dit is een Legal Update van Evelien Brussee en Maurits Michon.

Download als pdf

Specialist(en)