Tariefregulering onder de Warmtewet 2 (deel 3 van 3)

17-12-2020

Wij bespraken eerder de hoofdlijnen van de Warmtewet 2 en de rol van gemeenten onder de Warmtewet 2. In deze laatste Legal Update van het drieluik gaan wij in op de nieuwe tariefregulering onder de Warmtewet 2. 

Huidige tariefregulering

De tariefregulering voor warmte is thans gekoppeld aan de aardgasprijs ('gasreferentie'). In de huidige Warmtewet wordt voor het vaststellen van de maximumprijs voor warmte gebruik gemaakt van het 'niet meer dan anders'-principe. Dit houdt in dat wordt aangesloten bij de kosten die een kleinverbruiker (aansluiting van <100 kilowatt) zou moeten maken, wanneer door middel van een gasaansluiting in zijn warmtebehoefte wordt voorzien. De ACM stelt op basis van het 'niet meer dan anders'-principe jaarlijks de maximumtarieven vast.

Naar een kostengebaseerde tariefsystematiek 

In het kader van de energietransitie is de huidige tariefregulering op de lange termijn niet houdbaar, zo volgt uit de Memorie van Toelichting bij de Warmtewet 2. De gasreferentie houdt geen verband met de werkelijke kosten voor de levering van warmte, waardoor er ook een gebrek aan inzicht is in die werkelijke kosten en de tariefregulering niet transparant is. De koppeling van de warmtetarieven aan de gasreferentie zou de overstap van een gasaansluiting naar een collectieve warmtevoorziening niet stimuleren. 

De Warmtewet 2 voorziet om deze redenen in het (stapsgewijs) loslaten van de gasreferentie en een nieuwe tariefregulering: een kostengebaseerde tariefsystematiek. De nieuwe tariefregulering moet, enerzijds, verbruikers de zekerheid bieden dat zij niet meer betalen dan nodig is en, anderzijds, warmtebedrijven dat zij hun kosten kunnen terugverdienen en rendement kunnen maken. Met de nieuwe tariefregulering wordt beoogd dat warmtebedrijven een efficiëntieprikkel ervaren. Zij zouden geprikkeld worden om de betaalbaarheid, de leveringszekerheid en duurzaamheid in acht te nemen. Tevens is tariefdifferentiatie op basis van lokale omstandigheden toegestaan. De kostenverschillen tussen warmtesystemen zullen zichtbaar worden. Zodoende sluit de nieuwe tariefregulering ook aan bij de nieuwe marktordening en de wijkgerichte aanpak onder de Warmtewet 2, waarover wij in onze vorige Legal Update spraken. 

De kostengebaseerde tariefsystematiek is gereguleerd in Hoofdstuk 7 van het wetsvoorstel Warmtewet 2. 

Stapsgewijze implementatie 

Teneinde duidelijkheid te geven aan de markt met het oog op benodigde investeringen, eventuele tariefschokken te voorkomen, en de ACM en warmtebedrijven de tijd te geven zich voor te kunnen bereiden, wordt de nieuwe tariefregulering stapsgewijs geïmplementeerd. 

Deze stapsgewijze implementatie ziet er als volgt uit. Ten eerste is het noodzakelijk dat inzicht wordt verkregen in de werkelijke kosten van warmtelevering. Reeds onder de huidige warmtewet heeft de ACM de bevoegdheid gedetailleerde kosteninformatie te verzamelen. Op het moment dat de bepalingen omtrent tariefregulering onder de Warmtewet 2 inwerkingtreden, stelt de ACM de maximale tarieven vast. Vervolgens zorgt de ACM voor een kostengebaseerde correctie van het gasreferentietarief. Deze correctie kan, afhankelijk van de beschikbare kosteninformatie, steeds specifieker worden gemaakt. Uiteindelijk zal er dus niet meer worden uitgegaan van de gasreferentie, waarop een correctie van toepassing is, maar van een nieuw kostengebaseerd referentietarief. 

Naar mate meer kosteninformatie is verkregen, kan tot slot een striktere vorm van kostengebaseerde tariefregulering worden gehanteerd. Namelijk tarieven op basis van toegestane inkomsten. Bij deze manier van reguleren stelt de ACM de tarieven vast op een dusdanig niveau dat het warmtebedrijf haar kosten, inclusief een redelijk rendement op geïnvesteerd vermogen, terugverdient. In beginsel krijgt ieder warmtesysteem in dat geval dus een eigen tarief. 

Op dit moment wordt verwacht dat de overgang van de huidige tariefstelling naar het nieuwe systeem van kostengebaseerde tarieven volgens de Warmtewet 2 in 2030 zal zijn afgerond. 

De nieuwe tariefregulering zal niet van toepassing zijn op kleine collectieve warmtesystemen, alsook Verenigingen van Eigenaren (VvE) en verhuurders. 

Afronding

Mocht u van gedachten willen wisselen over de Warmtewet 2 of vragen hebben over de gevolgen die de Warmtewet 2 voor u kan hebben, dan staan wij u graag te woord. 

Dit is een Legal Update van Monique Rus-van der Velde en Emily den Boer (juridisch medewerker).

Download als pdf

Specialist(en)