Over het buiten spel zetten van een 'absoluut' verjaringsverweer

05-05-2021

Inleiding

Op 23 april 2021 heeft de Hoge Raad een arrest gewezen over de (principiële) vraag in hoeverre de objectieve en absolute verjaringstermijn van artikel 3:306 BW op grond van de derogerende werking van de redelijkheid en billijkheid buiten toepassing kan blijven. Artikel 3:306 BW bevat een algemene verjaringstermijn van twintig jaar voor elke rechtsvordering, tenzij de wet in specifieke gevallen anders bepaalt.

Korte schets feiten

De aanleiding van het arrest betreft in essentie de afwikkeling van de nalatenschap van een vrouw ('de oma') die in 1986 overleden is. Reeds in 1981 heeft zij in haar testament legaten toegekend aan haar twee dochters en een zoon. De zoon heeft na haar overlijden een volmacht van de dochters gekregen om de nalatenschap af te wikkelen. De zoon overlijdt in 2004. De dochters menen pas in 2014 bekend te zijn geraakt met de legaten en maken daarop in 2016 aanspraak. De kinderen van de overleden zoon menen dat deze vordering is verjaard, nu de termijn van twintig jaar is verstreken.

Dát de termijn van twintig jaar is verstreken, staat tussen partijen niet ter discussie. De dochters menen echter dat deze termijn in redelijkheid en billijkheid buiten toepassing moet blijven. Bij de rechtbank en hof vorderen de dochters dan ook een verklaring voor recht dat zij een bedrag te goed hebben uit de erfenis van oma. De dochters krijgen gelijk in beide instanties. De kinderen van de overleden zoon vorderen vervolgens bij de Hoge Raad vernietiging van het arrest van hof.

Eerdere rechtspraak

In het (standaard)arrest van de Hoge Raad van 28 april 2000 (Van Hese/de Schelde) heeft de Hoge Raad zich uitgelaten over de mogelijkheid om met een beroep op de derogerende werking van de redelijkheid en billijkheid (artikel 6:2 lid 2 BW) de dertigjarige verjaringstermijn uit artikel 3:310 lid 2 BW buiten toepassing te laten. In deze kwestie betrof het een vordering van een werknemer die in de periode van 1959 tot en met 1963 blootgesteld was aan asbeststof. Uiteindelijk is in 1996, meer dan dertig jaar na de laatste blootstelling aan asbest, een mesothelioom (een vorm van kanker) bij hem vastgesteld. De werknemer overleed vlak daarna en de erven stelden de werkgever aansprakelijk.

Het betrof in Van Hese/de Schelde een uitzonderlijk geval, zo overwoog de Hoge Raad destijds, aangezien de schade naar haar aard verborgen is gebleven in de zin dat zij pas daadwerkelijk is ontstaan en dus kon worden geconstateerd nádat de verjaringstermijn was verstreken. De Hoge Raad oordeelde dat redelijkheid en billijkheid in zo'n geval – en afhankelijk van een aantal in dat arrest geformuleerde factoren – met zich mee kunnen brengen dat de verjaringstermijn van dertig jaar onaanvaardbaar is.

Standpunten in cassatie

In cassatie klagen de kinderen van de overleden zoon dat het hof heeft miskend dat de objectieve verjaringstermijn van twintig jaar uit artikel 3:306 BW slechts in (hoogst) uitzonderlijke gevallen buiten toepassing moet worden gelaten op grond van de derogerende werking van de redelijkheid en billijkheid. Daartoe voert het middel aan dat deze legaten-kwestie een andere situatie betreft dan de asbest-kwestie in het arrest Van Hese/de Schelde. Er is in de onderhavige kwestie immers geen sprake van een ernstige gezondheidsschade en de vordering van de erfgenamen is naar haar aard niet verborgen gebleven op zodanige wijze dat zij pas is ontstaan en geconstateerd kon worden nadat de twintigjarige verjaringstermijn van artikel 3:306 BW was verstreken.

Hoge Raad

De Hoge Raad volgt het betoog van de kinderen van de overleden zoon. Alhoewel óók de twintigjarige verjaringstermijn uit artikel 3:306 BW onder bijzonder omstandigheden terzijde kan worden geschoven met een beroep op de redelijkheid en billijkheid, is van een dergelijke situatie in dit geval geen sprake, aldus de Hoge Raad met een verwijzing naar het arrest Van Hese/de Schelde. Zoals overwogen in het laatstgenoemde arrest, doet een zodanig uitzonderlijk geval zich immers voor wanneer onzeker is of de gebeurtenis die de schade kan veroorzaken inderdaad tot schade zal leiden, die onzekerheid zeer lange tijd is blijven bestaan en de schade in die zin naar haar aard verborgen is gebleven dat zij daadwerkelijk is ontstaan en dus pas kon worden geconstateerd nadat de verjaringstermijn reeds was verstreken. In de casus van de legaten overweegt de Hoge Raad dat niet gezegd kan worden dat de aanspraken van de erfgenamen naar hun aard verborgen zijn gebleven en dat zij pas geconstateerd konden worden nadat de verjaringstermijn verstreken was. Bij het bekend worden van het overlijden van de oma in 1986 hadden de erfgenamen onder andere het bestaan en de inhoud van haar testament kunnen vaststellen door raadpleging van het Centraal Testamentenregister. Het arrest van het hof wordt daarom vernietigd.

Conclusie

In het arrest Van Hese/de Schelde sleep de Hoge Raad de scherpe randjes van de absolute verjaringstermijn in asbestzaken af door te oordelen dat de toepassing van de dertigjarentermijn van artikel 3:310 lid 2 BW onder omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar kan zijn. Het onderhavige arrest markeert dat deze uitzondering en de daarbij aangereikte gezichtspunten niet zijn voorbehouden tot verjaringsdiscussies in gevallen van (gezondheids)schade, maar ook van toepassing kunnen zijn op de twintigjarige verjaringstermijn uit artikel 3:306 BW.

Weliswaar was er in deze specifieke legaten-casus geen sprake van een naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar beroep op de verjaringstermijn, dit arrest kan wél de deur openen om in discussies over andersoortige aanspraken dan schades een beroep op de (on)redelijkheid en (on)billijkheid van een verjaringsverweer te doen. Zodoende kan de (veelal eisende) partij die zich geconfronteerd ziet met een verjaringsverweer van een wederpartij, zich in voorkomende gevallen beroepen op de voornoemde arresten in een poging het verjaringsverweer van tafel te krijgen.

Dit is een Legal Update van Kirsten Maes.

Download als pdf

Specialist(en)