Ondernemende chirurg wordt toegang tot ziekenhuis terecht ontzegd
12-10-2017
Op 31 augustus 2017 heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank Limburg geoordeeld dat het ziekenhuis en MSB op goede gronden tot de toegangsontzegging van een orthopedisch chirurg respectievelijk directe opzegging van de Ledenovereenkomst zijn overgegaan.
De chirurg, die in kort geding ondermeer vordert het ziekenhuis te gebieden hem met onmiddellijke ingang weer toe te laten tot het ziekenhuis en het MSB te gebieden hem weer in de gelegenheid te stellen om zijn normale werkzaamheden uit te voeren, is al sinds 2004 werkzaam in het ziekenhuis en sinds 2015 (met zijn B.V.) lid van het MSB. Het MSB heeft een Samenwerkingsovereenkomst met het ziekenhuis en Ledenovereenkomsten met (de BV’s van) de verschillende medisch specialisten.
Achtergrond
Begin van dit jaar deelt de orthopedisch chirurg aan het ziekenhuis en het MSB mede dat hij van plan is een zelfstandig behandelcentrum (‘zbc’) op het gebied van knie- en heupaandoeningen op te richten. Het ziekenhuis geeft daarop te kennen dat zij een vennootschapsrechtelijke deelneming in de kliniek verlangt. De orthopedisch chirurg geeft aan alleen akkoord te gaan met een vorm van participatie, een samenwerking waar het ziekenhuis geen oren naar heeft. Kort daarna wordt de orthopedisch chirurg de toegang tot het ziekenhuis ontzegd en ontbindt het MSB de Ledenovereenkomst met de chirurg.
Het ziekenhuis geeft aan dat de profilering door de chirurg, middels het oprichten van een website, brochure en andere commerciële uitingen over het zbc, voor iedereen (patiënten, zorgverzekeraars, verwijzers, concurrenten) zichtbaar is en zodanig interfereert met het belang van het ziekenhuis dat het een schending van (het concurrentiebeding van) de Samenwerkingsovereenkomst oplevert, althans onrechtmatig is jegens het ziekenhuis.
Het MSB zegt daarop met onmiddellijke ingang de Ledenovereenkomst op met de chirurg, omdat schending van het concurrentiebeding in de rechtsverhouding tussen de verschillende leden als ernstig geldt en als specifieke opzeggingsgrond in de Ledenovereenkomst heeft te gelden.
Overwegingen voorzieningenrechter
De voorzieningenrechter overweegt dat op grond van de Samenwerkingsovereenkomst het ziekenhuis de toegang van een Lid kan opzeggen op grond van omstandigheden of een gegrond vermoeden van zo ernstige aard dat de aanwezigheid van dat Lid in het ziekenhuis niet langer geaccepteerd kan worden. Uit het concurrentiebeding van de Samenwerkingsovereenkomst (en Ledenovereenkomst) volgt dat de orthopedisch chirurg zich had moeten onthouden van directe of indirecte participatie in een zorgaanbod dat concurreert met het zorgaanbod van het MSB of ziekenhuis.
De voorzieningenrechter overweegt dat de orthopedisch chirurg door de reeds verkregen WTZi-toelating voor het zbc in staat is om met zorgverzekeraars te onderhandelen en contracten af te sluiten en dat daarmee schending van het concurrentiebeding een feit is. De chirurg had moeten begrijpen dat hij geen toestemming van het ziekenhuis had om zijn initiatief verder te ontwikkelen. De voorzieningenrechter is voorshands van oordeel dat van een dringende reden respectievelijk van omstandigheden van zo ernstige aard of gegrond vermoeden van zodanige aard sprake is, omdat uit de gedragingen van de chirurg opgemaakt kon en mocht worden dat hij zich niets gelegen liet liggen aan het concurrentiebeding.
Onmiddellijke toegangsontzegging niet onredelijk
De onmiddellijke toegangsontzegging moet naar het oordeel van de voorzieningenrechter voor niet onredelijk worden gehouden, omdat door het ziekenhuis niet uitgesloten kon worden dat de chirurg zodanig geëmotioneerd zou kunnen zijn dat de patiëntenveiligheid niet op een andere manier dan door ontzegging gewaarborgd kon worden. De voorzieningenrechter wijst de vorderingen van de chirurg af.
De ontzegging van de toegang tot het ziekenhuis zonder waarschuwing is in dit geval de zwaarst op te leggen maatregel. Desondanks gaat de voorzieningenrechter mee in het pleidooi van het ziekenhuis (en MSB). Dat lijkt vooral te zijn gelegen in de omstandigheden dat het zbc van de chirurg al is toegelaten op grond van de WTZi en dat de chirurg niet ontkent dat hij inmiddels in onderhandeling is met zorgverzekeraars. De voorzieningenrechter gaat erin mee dat daarmee schending van het concurrentiebeding is gegeven. Het feit dat de toegang door het ziekenhuis definitief is ontzegd, rechtvaardigt vervolgens de onmiddellijke opzegging van de Ledenovereenkomst door het MSB.
Dit is een Legal Update van Wouter Koelewijn.