Nieuw jargon in omgevingsland: de ETFAL, hoe gaat de bestuursrechter hiermee om?

29-10-2024

Sinds 1 januari jl. geldt de Omgevingswet en spreken we niet meer van de 'goede ruimtelijke ordening' maar van een 'evenwichtige toedeling van functies aan locaties', ofwel de ETFAL. Inmiddels is deze wat vreemd klinkende afkorting hard op weg nieuw jargon te worden.

Het begrip ETFAL is niet in de Omgevingswet gedefinieerd. De wetgever heeft duidelijk gemaakt dat de ETFAL een abstract geformuleerde norm is. De beoordeling van de vraag of sprake is van een EFTAL vormt, aldus de wetgever, een voortzetting van het criterium van een goede ruimtelijke ordening uit de Wro, maar dan in de bredere strekking van de fysieke leefomgeving. Immers de planregels in het omgevingsplan zien op activiteiten die effecten hebben op de fysieke leefomgeving en dat is (ook) een ruimer begrip dan enkel de goede ruimtelijke ordening. 

Inmiddels zijn er 17 uitspraken, waarin nader invulling wordt gegeven aan dit nieuwe begrip. Wij bespreken een aantal van deze uitspraken in deze Legal Update.

De eerste jurisprudentie over de ETFAL

De eerste uitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Gelderland (29 maart 2024, ELI:NL:RBGEL:2024:1822) betrof een verleende omgevingsvergunning voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit (de zg. BOPA) voor het huisvesten van oorlogsvluchtelingen en statushouders in een hotel in Epe voor de duur van 3 jaar. Omwonenden klaagden dat deze opvang zou leiden tot onevenredige gevolgen voor het woon- en leefklimaat, vanwege geuroverlast, geluidshinder en luchtkwaliteit. De rechtbank gaat hier niet in mee en oordeelt dat het voorheen ook mogelijk was dat er recreanten in het hotel overnachten en dat het omgevingsplan zich er niet tegen verzet dat het hotel helemaal vol zit. 

De tweede uitspraak (Rechtbank Noord-Holland, 5 maart 2024, ECLI:NL:RBNHO:2024:3117) had betrekking op een BOPA voor de tijdelijke crisisnoodopvang voor asielzoekers in Schagen. Ook in deze zaak lijkt de toets aan de ETFAL opvallend veel aan de (oude) toets aan de goede ruimtelijke ordening. Mogelijk omdat de tegenstanders hadden aangevoerd dat er alternatieve locaties zouden zijn en dat de tijdelijke opvang afbreuk zou doen aan het landschap, aspecten die in het kader van de toets aan de goede ruimtelijke ordening evenzeer aan de orde zouden zijn geweest. 

In een tweede zaak die diende bij de Rechtbank Gelderland (11 april 2024, ECLI:NL:RBGEL:2024:2126) ging het wederom om een verleende BOPA voor de opvang van asielzoekers in een (ander) hotel voor de duur van 6 maanden. Hier klaagden de tegenstanders erover dat deze opvang zou leiden tot sociale onveiligheid en te verwachten overlast. De voorzieningenrechter overweegt dat dit aspecten zijn die het college bij de beoordeling of sprake is van ‘een evenwichtige toedeling van functies aan locaties’ moet betrekken, omdat voor asielzoekers – in vergelijking met recreanten – zich mogelijk andere veiligheidsrisico's zouden kunnen voordoen. Een vergelijkbare uitspraak deed de Rechtbank Rotterdam op 28 oktober 2024 (ECLI:NL:RBROT:2024:10701).

De vraag kan gesteld worden of sociale veiligheid en overlast onderdeel kunnen uitmaken van de ETFAL. Ik denk dat dat kan. Sociale veiligheid en overlast zijn immers onderdeel van de fysieke leefomgeving. Tegelijkertijd denk ik dat deze aspecten onder de oude Wro ook al werden meegewogen. 

Ik noem ook een uitspraak van de Rechtbank Gelderland (8 mei 2024, ECLI:NL:RBGEL:2024:2827). De zaak had betrekking op een omgevingsvergunning BOPA voor het oprichten van een tijdelijk gronddepot. In die zaak werd opgeworpen dat de toename van vrachtwagenbewegingen nadelige gevolgen zou hebben voor de capaciteit van de weg en dus voor de verkeersveiligheid. Nu de verzoekers enkel dit aspect aan de orde hadden gesteld, overwoog de voorzieningenrechter dat hij zich enkel tot dit aspect zou beperken. 

Welke conclusies kunnen we uit deze uitspraken trekken?

In de eerste plaats geldt dat het allemaal uitspraken zijn in een voorlopige voorzieningenprocedure. In zoverre kunnen uit deze uitspraken wellicht nog niet al te veel conclusies worden getrokken. Tegelijkertijd lijkt er niet zo heel veel te veranderen, maar dat komt mogelijk omdat in de uitspraken met name ruimtelijk relevante aspecten aan de orde zijn gesteld. 

Wat niet verandert is dat uiteindelijk het bevoegd gezag alle belangen tegen elkaar zal moeten afwegen en die belangenafweging evenwichtig moet zijn én dat de rechter moet toetsen of het bevoegd gezag zich in redelijkheid op het standpunt heeft kunnen stellen dat wordt voldaan aan de ETFAL.

Dit is een Legal Update van Monique Rus-van der Velde.

Download pdf

Specialist(en)