Introductie rekenkundige ondergrens stikstofdepositie kwetsbaar volgens Raad van State

27-05-2025

De Afdeling advisering van de Raad van State (de Afdeling) is kritisch over de mogelijkheden van een wetenschappelijk onderbouwde rekenkundige ondergrens voor stikstofdepositie, in het kader van vergunningverlening bij projecten. Dat blijkt uit de voorlichting die zij op 26 mei 2025 heeft gegeven, naar aanleiding van het verzoek daartoe van de minister van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LVVN). Er is sprake van "een niet gering risico voor de besluitvorming en de toetsing daarvan bij de bestuursrechter". Ook is fors natuurherstel in Nederland dringend gewenst, aldus de Afdeling. 

De rekenkundige ondergrens: wat en waarom?

De rekenkundige ondergrens voor stikstof ligt nu nagenoeg op nul (0,005 mol per hectare per jaar). Als uit een berekening met AERIUS Calculator blijkt dat er sprake is van meer depositie als gevolg van een specifieke ontwikkeling, kunnen significant negatieve effecten op beschermde natuur niet op voorhand worden uitgesloten. Er is dan een vergunning nodig. Deze worden nu juist niet of moeilijk verleend, door gebrek aan stikstofruimte en de slechte staat van de natuur. 

Om vergunningverlening voor allerlei initiatieven weer op gang te brengen, onderzoekt het kabinet daarom of het mogelijk is de rekenkundige ondergens/drempelwaarde te verhogen van de hoeveelheid stikstof die bedrijven, veehouders of bouwprojecten vergunningvrij mogen uitstoten. Daarvoor heeft zij prof. dr. Arthur Petersen ingeschakeld. Petersen meent dat een verhoging naar 1 mol/ha/jaar wetenschappelijk kan worden onderbouwd. Volgens hem kunnen depositiebijdragen onder deze waarde niet met voldoende zekerheid worden onderscheiden van nul, waardoor geen causaal verband met een specifieke bron kan worden vastgesteld. Stikstof vormt dan geen belemmering voor de beoogde activiteit. 

Kritiek van de Afdeling

De Afdeling constateert op hoofdlijnen dat het eventueel niet kunnen meten van stikstofdepositie niet betekent dat die depositie er niet is. Ook gaat het expert-oordeel volgens de Afdeling voorbij aan andere relevante factoren die van belang zijn voor het maken van een berekening/inschatting van de effecten van stikstof op beschermde natuur. Zij vraagt zich dan ook af of het expert-oordeel zodanig wetenschappelijk gedragen is dat het verantwoord is om de voorgestelde ondergrens toe te passen bij de beoordeling of significante gevolgen voor een Natura 2000-gebied kunnen worden uitgesloten. Dat is wel vereist, ook voor een beleidsmatige gekozen ondergrens. In 2019 oordeelde de Afdeling bestuursrechtspraak in de PAS-uitspraak al dat de toen geldende 'generieke vrijstelling' van bijdragen onder 0,05 mol per hectare per jaar, niet verenigbaar is met Europese natuurafspraken. De beoogde nieuwe ondergrens is 20 keer zo hoog.

Al met concludeert de Afdeling dat de voorgestelde introductie van de ondergrens kwetsbaar is. De Afdeling herhaalt en benadrukt vervolgens haar eerdere oproepen aan de overheid: er moet een robuust, geloofwaardig en effectief pakket van natuurherstelmaatregelen worden gerealiseerd. Alleen dan is een ondergrens (drempelwaarde) verdedigbaar.

Vervolg

Eerder is door het kabinet aangekondigd dat de (on)mogelijkheden van drempelwaardes verder zouden kunnen worden verkend in zogenoemde 'proefprocedures'. Het is afwachten of dat voornemen wordt doorgezet, gelet op deze reactie van de Afdeling. De noodzaak om snel tot uitwerking van plannen te komen om stikstofuitstoot te verminderen, geldt in elk geval onverkort.

Dit is een Legal Update van Mathilde van Velzen-de Boer.

Specialist(en)