Het UBO-register per direct niet toegankelijk

23-11-2022

De minister van Financiën heeft de toegang tot het UBO-register per direct gesloten. Dit is een reactie op een uitspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie.

De uitspraak

In de uitspraak van 22 november 2022 beantwoordt het Hof van Justitie prejudiciële vragen die zijn gesteld door een Luxemburgse rechter.

Het voor het publiek toegankelijk zijn van de informatie in het UBO-register is volgens het Hof van Justitie een ernstige inmenging in de in de artikelen 7 en 8 van het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie gewaarborgde grondrechten. Het gaat om het recht van eenieder op eerbiediging van zijn privéleven, zijn familie- en gezinsleven, zijn woning en zijn communicatie en het recht op bescherming van zijn persoonsgegevens. Onder omstandigheden is zo'n inmenging toelaatbaar.

De wetgever van de Europese Unie heeft volgens het Hof van Justitie met het openstellen van de informatie uit het UBO-register voor het publiek beoogd om het witwassen van geld en de financiering van terrorisme te voorkomen door via een grotere transparantie een omgeving te creëren die minder gemakkelijk daartoe kan worden gebruikt. Dit is een doelstelling van algemeen belang die zware inmenging in de genoemde grondrechten kan rechtvaardigen.

Het Hof van Justitie toetst of die inmenging passend en noodzakelijk is en of deze een evenredig karakter heeft. Het Hof van Justitie stelt vast dat de toegang voor het publiek geschikt is om de doelstelling te realiseren, maar kan niet tot het oordeel komen dat die toegang voor het publiek daarvoor strikt noodzakelijk is. Bovendien is niet aangetoond dat een evenwichtige afweging tussen de nagestreefde doelstelling van algemeen belang en de genoemde grondrechten heeft plaatsgevonden en dat er voldoende waarborgen bestaan die de betrokkenen in staat stellen hun persoonsgegevens doeltreffend te beschermen tegen het risico van misbruik. Op basis hiervoor oordeelt het Hof van Justitie – beknopt weergegeven – dat de bepaling uit de Europese antiwitwasrichtlijn die voorschrijft dat lidstaten het UBO-register open moeten stellen voor het publiek, ongeldig is.

De uitspraak richt zich daarmee tot de wetgever van de Europese Unie.

De (verwachte) gevolgen

In reactie op de uitspraak van het Hof van Justitie heeft de minister van Financiën aan de Kamer van Koophandel, die het UBO-register beheert, gevraagd om per direct geen informatie uit het UBO-register te verstrekken. Dit is een tijdelijke maatregel.

De minister benadrukt dat de plicht om de UBO's van rechtspersonen en vennootschappen in het UBO-register te registreren en die informatie actueel te houden, onverkort geldt. Over deze plicht maakten wij eerder de podcast Licht op Legal: Het UBO-register.

Het Hof van Justitie haalt in de hiervoor besproken uitspraak uitdrukkelijk aan dat de bestrijding van het witwassen van geld en van terrorismefinanciering in de eerste plaats een zaak is van de overheid en van entiteiten zoals kredietinstellingen of financiële instellingen die uit hoofde van hun activiteiten ter zake specifieke verplichtingen hebben. Hiermee doelt het Hof van Justitie op opsporingsinstanties en instellingen die verplicht zijn om cliëntenonderzoek te verrichten.

Het is daarom onze verwachting dat het UBO-register in de toekomst in elk geval voor die partijen weer opengesteld zal worden.

De Commissie van de Europese Unie en de minister van Financiën analyseren nu de uitspraak. Het zal enige tijd in beslag nemen voordat definitief duidelijk is wat de gevolgen van de uitspraak zullen zijn.

Dit is een Legal Update van Corinne Kuipers.

Download als pdf 

Specialist(en)