Het afgescheiden vermogen van de vof
19-06-2017
De vennootschap onder firma, ook wel afgekort als de vof, is een bijzondere vorm van de maatschap aangezien de vof een afgescheiden vermogen kent. Privéschuldeisers van de vennoten kunnen zich, tijdens het bestaan van de vof, niet verhalen op het afgescheiden vermogen van de vof. Schuldeisers van de vennootschap kunnen zich wel verhalen op het privévermogen van de vennoten indien het afgescheiden vermogen van de vof niet toereikend is.
Het is niet altijd direct duidelijk welke zaken nu precies vallen onder het afgescheiden vermogen van de vof. Om dit te beoordelen dient te worden bekeken of de goederen een gebonden gemeenschap vormen, bestemd om te worden aangewend tot het bereiken van het doel van de vof.
De Hoge Raad heeft recent uitspraak gedaan in een zaak waarin deze vraag speelde met betrekking tot onroerende zaken die waren ingebracht in een vof. Het gerechtshof ’s-Hertogenbosch had eerder besloten dat nu de onroerende zaken voor de helft eigendom waren van de vennoten, de privéschuldeisers gerechtigd waren om beslag te leggen op de onroerende goederen. Het gerechtshof oordeelde verder dat het feit dat de onroerende zaken waren ingebracht in de vof door de betrokkene er verder niet toe deed.
De Hoge Raad heeft een ander oordeel. Hij oordeelt (in lijn met eerdere uitspraken) dat het relevant is dat de onroerende zaken waarop beslag was gelegd, waren ingebracht in de vof. Hieruit volgt dat die onroerende zaken een gebonden gemeenschap vormen, bestemd om te worden aangewend tot het bereiken van het doel van de vof. De privéschuldeisers kunnen dan ook geen verhaal nemen op deze onroerende zaken.
Uit deze uitspraak kan men meenemen dat bij de beoordeling of zaken behoren tot het afgescheiden vermogen van de vof rekening dient te worden gehouden met de bestemming van de onroerende zaken.
Dit is een Legal update van Juliette Wareman.