Exit CBHO: het College van beroep voor het hoger onderwijs wordt opgeheven
08-03-2022
Recent informeerden wij u via deze Legal Update over het wetsvoorstel rechtsbescherming mbo-studenten, dat is aangenomen door de Eerste Kamer en deels op 1 januari 2023 en deels op 1 augustus 2023 in werking treedt.
Naast wijzigingen voor het mbo, houdt dit wetsvoorstel een (beetje verstopte) wijziging in voor het hoger onderwijs: het College van Beroep voor het Hoger Onderwijs ('CBHO') wordt opgeheven. De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State ('ABRvS') neemt het stokje over. Als reden voor de afschaffing het CBHO noemt de memorie van toelichting ('MvT') dat het CBHO, als kleine organisatie, in beheersmatig opzicht kwetsbaar is. De pluspunten van het CBHO met betrekking tot de doorloopsnelheid, expertise en kosten zouden bij de Afdeling behouden blijven.
Één beroepsrechter voor mbo, hbo en universiteit
Op dit moment is het CBHO de beroepsrechter in het hoger onderwijs. Studenten kunnen daar terecht na het doorlopen van een interne procedure aan de hogeschool of universiteit – vaak via de Examencommissie, gevolgd door het College van Beroep voor de Examens (CBE) of na bezwaar bij het College van Bestuur via de geschillenadviescommissie (GAS). Het CBHO doet als onafhankelijk beroepscollege in eerste en enige aanleg uitspraak. Mbo-studenten hebben deze mogelijkheid op dit moment niet, zij moeten civiel procederen als zij het oneens zijn met een beslissing van hun instelling. Met de wetswijziging worden de taken van het CBHO per 1 januari 2023 overgeheveld naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRvS). Studenten in het hoger onderwijs zullen vanaf dat moment bij de ABRvS terecht kunnen voor geschillen over bijvoorbeeld het inschrijven bij een opleiding, bindend studieadvies of collegegeld. Ook mbo-studenten kunnen na inwerkingtreding van het wetsvoorstel bij de ABRvS terecht, waardoor de procedure voor studenten uit het mbo en het hoger onderwijs gelijk wordt.
Doorloopsnelheid
Het CBHO staat bekend als laagdrempelige en gespecialiseerde rechterlijke instantie met een relatief korte doorloopsnelheid (van circa 95 dagen). Volgens de MvT moet het overgaan van de taak van het CBHO naar de ABRvS mogelijk zijn "zonder in te boeten op deze positieve kenmerken van de huidige externe rechtsgang in het ho.". Er bestaan echter zorgen over of de snelle doorlooptijd wel behouden zal kunnen worden bij de ABRvS, zo benoemt ook de Afdeling Advisering van de Raad van State in het advies bij het wetsvoorstel. Uit het advies volgt dat daarom tussen het Ministerie van OCW en de secretaris van de Raad van State afspraken zijn gemaakt. Afgesproken is dat de ABRvS bij het behandelen van de beroepen een gemiddelde doorlooptijd van 94 dagen zal aanhouden (hiervoor kan gebruik worden gemaakt van de mogelijkheid uit artikel 8:52 Awb om de termijnen van processtappen in te korten).
Expertise
Na overdracht aan de ABRvS zullen de zaken behandeld worden binnen een groter rechtscollege, dat veel verschillende soorten zaken behandelt. Dat de expertise van het CBHO ook bij de ABRvS wordt behouden, wordt in de MvT onderbouwd met het feit dat de ABRvS nu al een juridische kamer heeft waarbinnen onderwijszaken (onder meer geschillen tussen instellingen en het Ministerie van OCW of gemeenten) behandeld worden en waar veel juridische kennis is. De onderwijsgeschillen die eerst bij het CBHO belandden, worden in de toekomst in die juridische kamer behandeld. Ook zijn huidige leden van het CBHO voor het merendeel ook staatsraad, waarmee expertise en continuïteit kan worden behouden.
Kosten en procesrecht
Verder blijft bij de ABRvS hetzelfde verlaagde griffiegeld als bij het CBHO behouden. Tot slot blijft hoofdstuk 8 van de Awb – waarin de procesregels zijn vastgelegd – gelden in alle beroepszaken die de relatie student-instelling betreffen.
Balans: goede ontwikkeling?
Volgens de MvT zijn de gevolgen van de wetswijziging te overzien, omdat de meeste leden van het CBHO nu toch al deel uitmaken van de ABRvS en in hoofdzaak ondersteund worden door ambtenaren van de Raad van State. Bovendien is het secretariaat nu al bij de Raad van State gehuisvest en vinden de zittingen daar plaats. Of met het onderbrengen van de rechtsprekende taak van het CBHO bij de ABRvS inderdaad dezelfde snelheid, laagdrempeligheid en expertise behouden zal worden als in de huidige situatie, zal in de praktijk moeten blijken. De Afdeling heeft nog maar net excuses aangeboden voor de behandeling van ouders in de toeslagenaffaire en krijgt er dus nu alweer een rechtsbeschermende taak bij. Toe te juichen is in elk geval dat mbo-studenten straks ook toegang hebben tot een (hoge) bestuursrechter. Daarmee is een belangrijke stap gezet in het realiseren van de gelijke behandeling van studenten uit mbo, hbo en universiteit.
Dit is een Legal Update van het sectorteam Onderwijs.