EHB(WO)O: Eerste hulp bij de Wet open overheid
21-04-2022
Per 1 mei 2022 treedt de Wet open overheid (Woo) in werking en vervalt de Wet openbaarheid van bestuur (Wob). In deze Legal Update beschrijven wij wat er onder de Woo zal veranderen ten opzichte van de Wob.
In een aparte Legal Update zal worden stilgestaan bij de vraag wanneer openbaarmaking van informatie onder de Woo achterwege kan blijven.
Eerste aandachtspunt: Beperkt overgangsrecht
De Woo voorziet niet in overgangsrecht voor de bepalingen over openbaarmaking van informatie op verzoek. Het gevolg hiervan is dat de Woo daarvoor per 1 mei 2022 direct in werking treedt. De Woo geldt daarmee voor alle bestaande situaties, zodat ook Wob-verzoeken van vóór 1 mei 2022 afgehandeld moeten worden op basis van de Woo. Het maakt daarbij niet uit of het verzoek, het primaire besluit en/of een eventueel bezwaarschrift gebaseerd is op de Wob. Als een primair besluit genomen is op grond van de Wob, zal het besluit in een eventueel bezwaar moeten worden heroverwogen op grond van de Woo.
Slechts voor een paar bepalingen kent de Woo wél overgangsrecht. Dit geldt voor de bepalingen over openbaarmaking van informatie uit eigen beweging (artikel 10.2 en 10.2a Woo) en voor een aantal specifieke bestuursorganen (artikel 10.2.b tot en met 10.2d Woo).
Verandering 1: Erkenning van het recht op toegang tot publieke informatie
De Woo beoogt een transparantere en actief openbaar makende overheid. De Woo maakt toegang tot publieke informatie – zonder dat daarvoor een belang gesteld hoeft te worden – expliciet tot een recht van iedereen (artikel 1.1 Woo). Het recht op toegang tot publieke informatie is nu alleen indirect af te leiden uit de Wob en artikel 110 van de Grondwet.
Verandering 2: Een ruimere reikwijdte van de openbaarmakingsregeling
De reikwijdte van de openbaarmakingsregeling wordt onder de Woo verruimd. Anders dan nu het geval is, worden namelijk (veel) overheidsorganen die in de Algemene wet bestuursrecht zijn uitgezonderd van het begrip 'bestuursorgaan' onder de reikwijdte van de regeling gebracht. In artikel 2.2. Woo is te lezen dat het onder andere gaat om de Eerste en Tweede Kamer, de Raad van de rechtspraak en het College van afgevaardigden, de Raad van State (waarvan uitgezonderd de Afdeling bestuursrechtspraak), de Algemene Rekenkamer, de Nationale ombudsman en besturen van openbare lichamen.
Verandering 3: Een actievere openbaarmakingsplicht
De Wob kent een actieve openbaarmakingsplicht (artikel 8 Wob) voor bestuursorganen om uit eigen beweging informatie over het beleid te verschaffen, "zodra dit in het belang van een goede en democratische bestuursvoering is." Dit is echter een vrij algemeen omschreven inspanningsverplichting, waardoor bestuursorganen veel ruimte hebben om naar eigen inzicht informatie openbaar te maken. De Woo beoogt de actieve openbaarheid door bestuursorganen te versterken en kent daarom een 'actievere' openbaarmakingsplicht.
Een verschil met de Wob is dat in de Woo een opsomming van specifieke categorieën informatie is opgenomen die een bestuursorgaan in principe actief openbaar moet maken uit eigen beweging (artikel 3.3 Woo). Het gaat hier bijvoorbeeld om agenda’s en besluitenlijsten van vergaderingen van colleges van burgemeester en wethouders, bij de gemeenteraad ter behandeling ingekomen stukken en bepaalde onderzoeksrapporten.
Anders dan nu het geval is, moeten deze documenten bovendien centraal ontsloten worden via één digitaal platform, te vinden op open.overheid.nl.
Verandering 4: Minder ruimte om de beslistermijn op te rekken
Bestuursorganen hebben nog steeds 4 weken de tijd om te beslissen op een verzoek om informatie. Onder de Woo bestaat echter minder ruimte om deze termijn op te rekken. De belangrijkste veranderingen zetten wij hieronder voor u op een rij.
- De beslistermijn kan slechts met twee weken worden verdaagd als dit nodig is vanwege de omvang van het verzoek of de complexiteit van de informatie, artikel 4.4 lid 1 en 2 Woo. Onder de Wob kon de termijn met vier weken worden verdaagd.
- Onder de Woo geldt daarnaast geen afwijkende termijn als het verzoek (ook) ziet op milieu-informatie.
Verandering 5: Antimisbruikbepaling
De antimisbruikbepaling in artikel 4.6 Woo is nieuw. De bepaling houdt in dat het bestuursorgaan binnen twee weken na ontvangst van het verzoek tot informatie, dan wel onverwijld nadat is gebleken dat de verzoeker kennelijk een ander doel heeft dan het verkrijgen van publieke informatie, kan besluiten een verzoek niet te behandelen.
Conclusie
Meer overheidsorganen kunnen straks een verzoek om openbaarmaking van informatie verwachten. Daarnaast geldt onder de Woo een actievere openbaarmakingsplicht, waarbij bestuursorganen geacht worden om uit eigen beweging meer documenten openbaar te maken. Tegelijkertijd is er minder rek in de afhandelingstermijn van verzoeken tot het verstrekken van informatie. De verwachting is dan ook dat de Woo een extra belasting voor het overheidsapparaat met zich brengt.
Dit is een Legal Update van Merel Holtkamp. Heeft u vragen over de Woo? Neem dan gerust contact op met één van onze specialisten.