Stikstofregelingen: Recente ontwikkelingen

29-06-2023

Het is bijna ondenkbaar dat er een tijd was zonder aandacht voor stikstof. De problemen die momenteel spelen bespraken we al eerder. In deze blog staan wij stil bij de meest actuele regelingen en programma's van de Rijksoverheid op het gebied van stikstof. Deze zijn allemaal gericht op het terugdringen van de stikstofuitstoot en blijven ook na inwerkingtreding van de Omgevingswet zelfstandig relevant. Zij gaan niet op in de Omgevingswet.

Vooraf: beleidsneutrale overgang natuurbescherming in Omgevingswet

De wettelijke regels voor stikstof zijn momenteel hoofdzakelijk geregeld in de Wet Natuurbescherming.  Deze wet gaat op in de Omgevingswet, met de Aanvullingswet natuur en het Aanvullingsbesluit natuur. Het gaat volgens de wetgever om een beleidsneutrale wijziging, waardoor het beschermingsniveau voor vogelsoorten, habitatsoorten en andere soorten hetzelfde blijft.[1] Dit betekent dat er geen sprake is van een verdere vergroting van de bestuurlijke afwegingsruimte. Dat is ook logisch, aangezien de meeste regels in de huidige wet direct voortvloeien uit strenge Europese en internationale verplichtingen, zoals de Habitatrichtlijn of Vogelrichtlijn. De Omgevingswet moet ook aan die Europese en internationale verplichtingen voldoen. Dat laat onverlet dat er verschillende extra mogelijkheden zijn om de natuur te beschermen, die hierna worden beschreven.

Landelijke aanpak piekbelasters

Op maandag 12 juni 2023 is de Landelijke aanpak piekbelasters van start gegaan. Met de aanpak wil het kabinet de stikstofneerslag in de kwetsbare natuurgebieden snel terugdringen. De aanpak richt zich op ongeveer 3000 bedrijven die landelijk de meeste stikstofneerslag veroorzaken op overbelaste stikstofgevoelige Natura 2000-gebieden. Dat betreffen veelal agrarische bedrijven, maar ook enkele industriële bedrijven. Bedrijven kunnen anoniem via de AERIUS-check nagaan of zij als een piekbelaster kwalificeren en dus voor de regeling in aanmerking komen.

Agrarische bedrijven die onder de aanpak piekbelasting vallen, hebben verschillende mogelijkheden:

  • Wijzigingen door te voeren in de bedrijfsvoering (bijvoorbeeld extensiveren, omschakelen naar duurzame landbouw, innoveren of overstappen naar een ander type bedrijf);
  • Verplaatsen van activiteiten;
  • Stoppen. Dat kan via de Landelijke beëindigingsregeling veehouderijlocaties met piekbelasting (Lbv-plus). Stoppers kunnen op grond van deze regeling 120% waardeverlies van hun bedrijf vergoed krijgen.

Het initiatief tot het treffen van maatregelen door Agrarische bedrijven, ligt bij de bedrijven zelf.

Er komen nog regelingen voor innoveren, extensiveren, verduurzamen, verplaatsen en het omschakelen naar een ander type bedrijf.

Landelijke beëindigingsregeling veehouderijlocaties (Lbv)

Er is niet alleen een beëindigingsregeling voor piekbelasters. Per 3 juli 2023 is er ook een stoppersregeling voor melkvee-, varkens-, kippen- en kalkoenhouders die geen piekbelaster zijn: de Landelijke beëindigingsregeling veehouderijlocaties (Lbv). De overheid trekt hier € 500 miljoen voor uit. Deelname aan de Lbv is mogelijk van 3 juli 2023 tot en met 1 december 2023. Bedrijven kunnen op grond van deze regeling 100% waardeverlies van hun bedrijf vergoed krijgen als hun stikstofbijdrage op een Natura 2000-gebied boven de drempelwaarde uitkomt.

Maatregel Gerichte Aankoop en beëindiging veehouderijen nabij natuurgebieden (MGAB)

De Maatregel Gerichte Aankoop en beëindiging veehouderijen nabij natuurgebieden (MGAB) is een beëindigingsregeling die andere veehouderijen kunnen aanvragen bij hun provincie als ze niet onder de Lbv of de Lbv-plus vallen. Dat zijn bijvoorbeeld konijnen-, geiten- en schapenhouderijen. Het streven is dat de regeling eind 2023 wordt gepubliceerd.

Nationale grondbank

Aanvullend op de bovengenoemde beëindigingsregelingen is de Nationale Grondbank beschikbaar voor het aankopen van gronden. Via de Nationale Grondbank koopt het Rijk op vrijwillige basis gronden aan. Met deze beschikbare grond wil het Rijk duurzame agrariërs ondersteunen en ontwikkelruimte voor gebiedsprocessen creëren. Zo kan de Nationale Grondbank de vrijkomende grond uitgeven om blijvende agrariërs te ondersteunen bij het extensiveren of bij ruiling.

Samenwerkingsmaatregel Veenweiden en overgangsgebieden

Een andere maatregel is de Samenwerkingsmaatregel Veenweiden en overgangsgebieden. Op grond hiervan kunnen subsidies aangevraagd worden door (samenwerkingsverbanden van) melkveehouders in en rond veenweidegebieden en Natura 2000-gebieden. De regeling is gericht op melkveehouders die willen extensiveren en daarbij ook meer beweiding toepassen. Naar verwachting staat de regeling vanaf het najaar 2023 open.

Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG)

Het Nationaal Programma Landelijk Gebied (NPLG) beoogt een overkoepelende oplossing te realiseren voor water, natuur/stikstof en klimaat. De wettelijke omgevingswaarde voor stikstofreductie die in 2030 moet zijn behaald houdt in dat 74% van het stikstofgevoelig Natura 2000-gebied onder de kritische depositiewaarde moet zijn gebracht. Deze landelijke waarde is in de startnotitie NPLG vertaald naar nieuwe richtinggevende gebiedsdoelen die op hun beurt dienen als input voor provinciale gebiedsprogramma's. De depositiereducties als gevolg van de maatregelen die in de gebiedsprogramma’s worden opgenomen, moeten bij elkaar opgeteld de landelijke omgevingswaarde voor 2030 behalen. Uiterlijk in juli 2023 volgt vaststelling van definitieve gebiedsdoelen in de gebiedsprogramma’s. Die gebiedsprogramma’s vormen de basis voor concrete maatregelen die het Rijk en de provincies moeten nemen.

Europese Natuurherstelwet

Ook op Europees niveau wordt nieuwe natuurwetgeving gemaakt. Een jaar gelden werd de Natuurherstelwet gepresenteerd. Deze wet maakt onderdeel uit van de Europese Green Deal. Het voornaamste doel van de natuurherstelwet is om de achteruitgang van de biodiversiteit te stoppen. De initiatiefnemers zijn van mening dat de huidige inspanningen onvoldoende zijn om de natuur te beschermen. Oorspronkelijk zouden de lidstaten moeten "verzekeren" dat delen van de natuur niet verder achteruitgaan (een resultaatsverplichting). Dit voorstel is onder protest door verschillende lidstaten (waaronder Nederland) reeds afgezwakt naar een inspanningsverplichting: "lidstaten moeten trachten om de benodigde maatregelen te nemen die tot doel hebben om te voorkomen dat deze natuurgebieden sterk achteruitgaan". Op 20 juni 2023 heeft een meerderheid van de 27 EU-ministers van Milieu vóór de natuurherstelwet van gestemd. Rond 10 juli 2023 volgt de laatste stemming in het Europees Parlement. Wat dit concreet betekent voor Nederland moet nog blijken.

Concluderend

De Wet Natuurbescherming gaat op in de Omgevingswet, maar dat gebeurt beleidsneutraal. De nationale en Europese wet- en regelgevers zijn ondertussen druk bezig met het opstellen van nieuwe stikstofregelingen. Die blijven ook relevant na inwerkingtreding van de Omgevingswet omdat ze daar niet in worden verdisconteerd. Uiteraard is het wel mogelijk dat de wetgever op enig moment besluit het beschermingsniveau van natuur verder aan te scherpen in de Omgevingswet. Wellicht hoeft dat niet als de hiervoor genoemde regelingen succesvol blijken te zijn. Wij zijn benieuwd.

Deze blog is geschreven door Mathilde van Velzen-de Boer en Jaike Moes en is onderdeel van het thema 'Stikstofreductie en natuurverbetering' in de blogreeks 'Aftellen naar de Omgevingswet'. Heeft u vragen naar aanleiding van een van onze blogs over de Omgevingswet, neemt u dan gerust contact met ons op. Wij zijn u graag van dienst.

[1] Kamerstukken II 2017/18, 34985, nr. 3, blz. 7.

Download als pdf

Inschrijven nieuwsbrief  'Aftellen naar de Omgevingswet'

Specialist(en)