De aansprakelijkheid van de bestuurder voor fiscale schulden

17-10-2023

Als uw onderneming zich in financiële problemen bevindt, kan dat verschillende consequenties hebben. Niet alleen voor onder andere uw crediteuren en uw medewerkers, maar ook voor u, als bestuurder, kan het (financiële) gevolgen hebben. Bestuurders van ondernemingen die onderworpen zijn aan de vennootschapsbelasting, de zogenaamde commerciële rechtspersonen, kunnen onder bepaalde omstandigheden aansprakelijk worden gehouden voor niet-betaalde belastingschulden. Als de bestuurder aansprakelijk wordt geacht voor deze fiscale schulden, kan de Belastingdienst zich verhalen op zijn privévermogen. Dit kan ernstige financiële gevolgen hebben. In deze blog wordt besproken hoe u deze fiscale bestuurdersaansprakelijkheid kunt proberen te voorkomen. 

Wat moet u doen om fiscale bestuurdersaansprakelijkheid voorkomen? 

Op het moment dat de onderneming niet aan haar fiscale verplichtingen kan voldoen, dient de bestuurder uiterlijk binnen twee weken na de dag waarop de belasting had moeten worden betaald een melding van betalingsonmacht te doen bij de Belastingdienst (artikel 36 lid 1 Invorderingswet). 

Iedere bestuurder is bevoegd om namens de onderneming aan de meldingsplicht te voldoen. De betalingsonmacht dient schriftelijk te worden gemeld. In de melding moet staan voor welke aangiften en/of naheffingsaanslagen betalingsonmacht bestaat. Daarnaast dient de bestuurder te vermelden waarom de verschuldigde belasting niet binnen de wettelijke termijn kan worden betaald. Voor het melden van de betalingsonmacht kan het standaardformulier van de Belastingdienst worden gebruikt: Melding van betalingsonmacht belastingen en premies.

De Belastingdienst beoordeelt vervolgens of er al dan niet sprake is van een rechtsgeldige melding. Zolang sprake is van een betalingsachterstand hoeft na de eerste (rechtsgeldige) melding niet opnieuw een melding te worden gedaan met betrekking tot de in het formulier genoemde belastingschulden.

Typen belasting waarvoor de bestuurder (privé) aansprakelijk kan worden gesteld

Bestuurders kunnen voor betalingsachterstanden van de volgende belastingen aansprakelijk worden gesteld. Voor deze belastingen kan daarom melding van betalingsonmacht worden gedaan.

  • Loonbelasting
  • Omzetbelasting
  • Accijnzen
  • Verbruiksbelastingen van alcoholvrije dranken en van pruim- en snuiftabak
  • Milieubelasting
  • Kansspelbelasting

Bestuurders kunnen dus niet aansprakelijk worden gehouden voor niet-betaalde vennootschapsbelasting. Voor deze belasting kan dan ook geen melding van betalingsonmacht worden gedaan. 

Gevolgen van de wel en niet rechtsgeldige melding van betalingsonmacht

Wanneer er een rechtsgeldige melding van betalingsonmacht heeft plaatsgevonden, heeft de Belastingdienst de bewijslast. De bestuurder kan alleen aansprakelijk worden gesteld voor de fiscale schulden op het moment dat de Belastingdienst aannemelijk maakt dat er sprake was van kennelijk onbehoorlijk bestuur in de drie jaren voorafgaand aan het tijdstip van de melding én dat het niet betalen van de belastingen hiervan een gevolg is. In de praktijk is dit een lastige opgave voor de Belastingdienst. 

Wanneer een melding van betalingsonmacht niet rechtsgeldig is, bijvoorbeeld omdat deze te laat is ingediend, geldt het bewijsvermoeden dat de niet-betaling van de belastingschuld aan de bestuurder toe te rekenen is. Wil de bestuurder dit bewijsvermoeden weerleggen dan dient hij te voldoen aan de dubbele bewijslast die op hem rust. Hij moet eerst aannemelijk maken dat het niet aan hem te wijten is dat de onderneming geen (rechtsgeldige) melding heeft gedaan. Als hij daarin slaagt dient hij vervolgens het vermoeden van 'kennelijk onbehoorlijk bestuur' in de zin van artikel 36 Invorderingswet te weerleggen. Er is sprake van kennelijk onbehoorlijk bestuur als het gedrag (van het niet betalen van de belastingschuld) van de bestuurder te kwalificeren valt als onbezonnen, roekeloos dan wel onverantwoord (veelal wordt aangesloten bij de invulling van artikel 2:248 BW). Hierbij valt te denken aan het opzettelijk achterwege laten van inhouding en afdracht loonbelasting en het opzettelijk niet-voldoen van omzetbelasting. 

Kortom 

Het is belangrijk dat, op het moment dat u doorheeft dat uw onderneming niet aan haar fiscale verplichtingen kan voldoen, u dit tijdig en zorgvuldig meldt bij de Belastingdienst. Dit houdt in: 

  • De melding bij de Belastingdienst dient schriftelijk te worden gedaan,
  • Binnen twee weken na de dag waarop de belasting had moeten worden betaald; en
  • U dient inzicht te geven in de omstandigheden die ertoe hebben geleid dat de belasting niet kan worden betaald.

Een rechtsgeldige melding kan privé-aansprakelijkheid voorkomen.

Deze blog is geschreven door Linde van Dieren-Muller en is onderdeel van onze reeks Herstructureren: Waar moet u op letten? 

Heeft u vragen naar aanleiding van een van onze blogs herstructureren, neemt u dan gerust contact met ons op. Wij zijn u graag van dienst.

Deze blog maakt onderdeel uit van de blogreeks 'Herstructureren: waar moet u op letten?'.

Download als pdf

Specialist(en)