Bouwen en stikstof: Ook onder de Omgevingswet een ongemakkelijke combinatie

01-06-2023

Niemand kan er omheen en we noemden het al eerder in deze blogreeks: de stikstofcrisis. Afgelopen jaren zijn vergunningen voor bouwprojecten bij de rechter onderuitgegaan of worden niet verleend omdat de stikstofdepositie op Natura 2000-gebieden te groot bleek. Per 1 januari 2024 treedt de Omgevingswet in werking. Onder de Omgevingswet verandert de vergunningverlening voor bouwen. Dat roept de vraag op of er daarmee ook wat verandert aan de invloed van stikstof op de vergunningverlening voor bouwprojecten. In deze blog lichten we het systeem voor bouwvergunning(en) onder de Omgevingswet toe en geven we aan waar de stikstofregelgeving van invloed is.  

Vergunning(en) voor bouwen onder de Omgevingswet

Voor de huidige omgevingsvergunning voor bouwen (vgl. artikel 2.1 lid 1 Wabo) komen onder de Omgevingswet twee vergunningen in de plaats:

  1. Een omgevingsvergunning voor de omgevingsplanactiviteit bouwen (artikel 5.1 lid 1 sub a Omgevingswet) en
  2. Een omgevingsvergunning voor de bouwactiviteit zelf (artikel 5.1 lid 2 sub a Omgevingswet).

Dit wordt ook wel 'de knip' genoemd, omdat de vergunning onder de Omgevingswet wordt 'opgeknipt' in (vereenvoudigd gezegd), een vergunning die ziet op de vraag of het gebouw past in de fysieke leefomgeving en een vergunning die ziet op de technische uitvoering van de bouw (ook wel: de technische vergunning).

De systematiek van beide vergunningen is tegengesteld. De omgevingsplanactiviteit bouwen is verboden zonder vergunning, tenzij er een uitzondering van toepassing is (m.n. artikel 2.29 Besluit bouwwerken leefomgeving, het Bbl). De omgevingsvergunning voor de bouwactiviteit zelf (technische vergunning) is juist niet verplicht, tenzij er een uitzondering van toepassing is (m.n. artikel 2.25 en 2.26 Bbl). Voor bouwwerken waar de Wet kwaliteitsborging in de bouw op van toepassing is, is de technische vergunning zelfs nooit vereist. Ook niet als er sprake is van een uitzondering (artikel 2.27 lid 1 sub a Bbl).

Met deze twee vergunningen is het niet per definitie klaar. Net als in het huidige stelsel, kan het zijn dat er meer vergunningen nodig zijn, dan enkel de vergunningen die zien op het bouwen van het bouwwerk. Wanneer het bouwproject ook kwalificeert als een andere activiteit genoemd in artikel 5.1 Omgevingswet (bijvoorbeeld een Natura 2000-activiteit of een flora- en fauna activiteit), is ook voor dat onderdeel een omgevingsvergunning nodig.

Invloed van stikstof op de vergunningverlening onder de Omgevingswet

Stikstofemissie door concrete projecten onder de Omgevingswet zal zijn invloed doen gelden via het vergunningenstelsel van artikel 5.1 lid 1 Omgevingswet. Als een bouwproject afzonderlijk of in combinatie met andere plannen of projecten significante gevolgen kan hebben voor een Natura 2000-gebied, is daarvoor, naast een omgevingsvergunning voor de omgevingsplanactiviteit bouwen (artikel 5.1 lid 1 sub a Omgevingswet) en een omgevingsvergunning voor de bouwactiviteit zelf, een omgevingsvergunning voor een Natura 2000-activiteit nodig.

Degene die bouw- en sloopwerkzaamheden verricht, moet altijd adequate maatregelen treffen (zoals werktuigen minder stationair laten draaien) om de stikstofemissie te beperken (artikel 7.19a, Bbl). Dat geldt alleen voor een van de volgende gevallen:

  • Voor het bouwen is een omgevingsvergunning voor een technische bouwactiviteit nodig.
  • Voor het bouwen is een bouwmelding nodig.
  • Voor het slopen is een melding nodig omdat er meer dan 10 m3 aan afval vrijkomt.

Informatie over maatregelen die de stikstofemissie beperken, moet naar het bevoegd gezag toegestuurd worden met:

  • de bouwmelding of sloopmelding (artikel 7.5c Bbl)
  • de vergunningaanvraag voor de technische bouwactiviteit (artikel 7.12a Omgevingsregeling)

In dit verband is nadrukkelijk niet vereist om voor de gemeente inzichtelijk te maken hoe een individueel bouwproject voor depositie zorgt op een specifiek Natura 2000-gebied. Er hoeft in dit verband dus geen locatiespecifieke stikstofberekening te worden toegezonden. De gemeente beoordeelt na de ontvangst van een melding of een vergunningaanvraag of er adequate maatregelen worden getroffen om de stikstofemissie te beperken. Als dat niet het geval is, kan handhavend worden opgetreden of kunnen in twijfelsituaties maatwerkvoorschriften of vergunningvoorschriften worden gesteld.

De technische vergunning voor de bouwactiviteit (artikel 5.1 lid 2 Omgevingswet) ziet op het waarborgen van de veiligheid, het beschermen van de gezondheid en de duurzaamheid en bruikbaarheid van het bouwwerk (artikel 5.20 Omgevingswet). Het ligt niet voor de hand dat stikstof op deze aspecten een (grote) rol zal spelen.

Tot slot

De Omgevingswet brengt veel veranderingen met zich, maar dat geldt niet voor de invloed van stikstof op het verlenen van vergunningen voor bouwprojecten. Het beschermingsniveau van Natura 2000-gebieden onder de Omgevingswet wijzigt niet. Dat betekent dat het verkrijgen van de benodigde vergunningen voor een bouwproject onder de Omgevingswet niet moeilijker of makkelijker wordt. Het proces wordt alleen anders. In ieder geval blijft bouwen en stikstof ook onder de Omgevingswet een ongemakkelijke combinatie.

Deze blog is geschreven door Frederike Linssen en Mathilde van Velzen-de Boer en is onderdeel van het thema 'Stikstofreductie en natuurverbetering' in de reeks ‘Aftellen naar de Omgevingswet’. Heeft u vragen naar aanleiding van een van onze blogs over de Omgevingswet, neemt u dan gerust contact met ons op. Wij zijn u graag van dienst.

 

Download als pdf

Inschrijven nieuwsbrief 'Aftellen naar de Omgevingswet'

Specialist(en)