Zero balancing in het zicht van faillissement: risico op selectieve betaling of schuldoverneming?
30-06-2025
Bestuurders van ondernemingen in zwaar weer moeten voorzichtig zijn met het verrichten van betalingen aan gelieerde entiteiten. In het zicht van een faillissement kan een ogenschijnlijk reguliere interne verrekening leiden tot juridische risico’s, zoals vernietiging van rechtshandelingen door de curator of aansprakelijkstelling. Dit geldt ook voor gangbare structuren als cash pooling of zero balancing. Een recente uitspraak van de rechtbank Gelderland van 7 mei 2025 verduidelijkt de grenzen van toelaatbaarheid bij dergelijke verrekenmechanismen.
De casus: zero balancing binnen een concernstructuur
Binnen een concernstructuur hield Rabobank een zero balancing-regeling in stand. De moedervennootschap beheerde de hoofdrekening, terwijl de werkmaatschappijen subrekeningen aanhielden. Dagelijks werden positieve saldi van de subrekeningen automatisch afgeroomd naar de hoofdrekening (sweeping) en negatieve saldi automatisch aangevuld (topping).
In de periode vlak vóór het faillissement van twee werkmaatschappijen (op 19 mei 2020 uitgesproken) is via deze structuur per saldo ruim € 237.000 van hun rekeningen overgeboekt naar de hoofdrekening van de moedermaatschappij. De curator stelde dat hierdoor sprake was van schuldoverneming door de moeder ex artikel 54 Fw dan wel onrechtmatige selectieve betaling, ten nadele van overige schuldeisers.
Oordeel rechtbank: geen schuldoverneming, geen selectieve betaling
De vorderingen van de curator tegen de moedermaatschappij slaagden niet. De rechtbank overwoog daarover het volgende.
Geen schuldoverneming
De rechtbank oordeelde dat artikel 54 Fw vereist dat de schuldeiser actief betrokken is bij de schuldoverneming. In deze zaak was het Rabobank die de automatische verrekeningen uitvoerde, zonder directe handeling van de moedermaatschappij. De eerdere instemming met de zero balancing-regeling maakte dit niet anders, aldus de rechtbank.
Een analoge toepassing van bancaire jurisprudentie waarvoor de curator pleitte, waarin banken onder omstandigheden worden geacht schulden over te nemen in de zin van artikel 54 Fw, achtte de rechtbank hier niet aan de orde. De moedermaatschappij opereerde immers niet als bank jegens de werkmaatschappijen.
Geen selectieve betaling
Evenmin werd een onrechtmatige selectieve betaling aangenomen. De rechtbank stelde vast dat de overboekingen automatisch en zonder beïnvloeding van de moedermaatschappij plaatsvonden en dat tot aan het faillissement alle overige schuldeisers volledig waren voldaan. Er waren daarnaast geen aanwijzingen dat de moedermaatschappij of Rabobank de timing van het faillissementsverzoek manipuleerden om bepaalde schuldeisers te bevoordelen.
Relevantie voor de praktijk
Deze uitspraak onderstreept dat een zero balancing-structuur op zichzelf niet leidt tot schuldoverneming of selectieve betaling. Toch blijft voorzichtigheid geboden. In situaties waarin niet alle schuldeisers zijn voldaan of waarbij de verrekeningen niet strikt geautomatiseerd plaatsvinden, kan de beoordeling anders uitvallen.
Voor bestuurders is het essentieel om – zeker in de aanloop naar een mogelijk faillissement – kritisch te monitoren of bestaande cash pooling-structuren leiden tot bevoordeling van groepsmaatschappijen. Juist in crisissituaties wordt het handelen van bestuurders immers met een vergrootglas bekeken.
Meer weten?
Wilt u meer informatie over de juridische risico’s van interne verrekeningen bij dreigend faillissement? Neem contact op met een van onze specialisten van het team Herstructurering & Insolventie.
Dit is een Legal Update van Joris Reiziger.