Whatsapp- en sms-berichten ook op privé-telefoons te 'Wobben'

27-03-2019

In december 2017 schreven wij een Legal Update over de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland die toen oordeelde dat ook Whatsapp- en sms-berichten kwalificeerden als ‘document’ onder de Wet openbaarheid van bestuur (Wob), in die zin dat die berichten zijn aan te merken als ‘schriftelijk stuk of ander materiaal dat gegevens bevat’. Deze berichten waren daarom volgens de rechtbank met een beroep op de Wob op te vragen, mits zij stonden opgeslagen op een telefoon met een abonnement op naam van het betrokken bestuursorgaan. De rechtbank maakte dus onderscheid tussen privé-telefoons en werktelefoons die ambtenaren vanuit hun functie ter beschikking gesteld kregen – berichten die op privé-telefoons staan, berusten volgens de rechtbank niet onder het bestuursorgaan en hoefden dus niet openbaar te worden gemaakt.

Tegen dit oordeel van de rechtbank zijn beide betrokken partijen in hoger beroep gegaan. Op 20 maart 2019 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State uitspraak gedaan. Volgens het betrokken bestuursorgaan (de minister van VWS) zijn sms- en Whatsapp-berichten naar aard en inhoud vergelijkbaar met en vormen zij een alternatief voor telefoongesprekken en mondeling overleg in de wandelgangen – daarom zouden zij in het geheel niet onder het documentbegrip uit de Wob vallen. De Wob-verzoeker betoogde juist dat de rechtbank niet ver genoeg was gegaan en nam het standpunt in dat er geen reden was om berichten van privételefoons niet openbaar te hoeven maken.

De Raad van State gaat niet mee in het betoog van de minister en bevestigt het oordeel van de rechtbank dat Whatsapp- en sms-berichten kwalificeren als document in de zin van de Wob. Zulke berichten zijn niet zozeer vergelijkbaar met telefoongesprekken, maar meer met e-mailberichten (die ook onder de reikwijdte van de Wob vallen). Over de vraag in hoeverre Whatsapp- en smsberichten dan vervolgens bij het bestuursorgaan berusten en (dus) ‘gewobt’ kunnen worden, oordeelt de Raad van State anders dan de rechtbank. De Raad van State oordeelt dat voor zover de inhoud van deze berichten een bestuurlijke aangelegenheid betreffen, deze berichten voor het bestuursorgaan bestemd zijn en daarom in elk geval bij het bestuursorgaan behoren te berusten, óók wanneer die berichten op privételefoons staan. Het zou volgens de Raad van State niet uit moeten maken of een document al dan niet op een privé-apparaat staat opgeslagen, anders zou de werking van de Wob gemakkelijk kunnen worden omzeild. Van het bestuursorgaan mag vervolgens verwacht worden dat hij al het redelijkerwijs mogelijke doet om deze documenten alsnog te achterhalen, zo overweegt de Raad van State.

Ter nuancering: de Wob is enkel van toepassing wanneer het gaat om documenten betreffende een bestuurlijke aangelegenheid. Dat betekent dat privé-berichten niet onder de reikwijdte van de Wob vallen. Ook blijven de weigeringsgronden van de Wob natuurlijk van toepassing.

Dit is een Legal Update van Anne Kusters.

Download als pdf

Specialist(en)