'Wetsvoorstel versterken positie mbo-studenten' naar Tweede Kamer
29-07-2019
Wellicht herinnert u het zich nog uit het nieuws; sinds vorig jaar worden Mbo'ers student genoemd in plaats van deelnemer. De bedoeling is dat dit in het studiejaar 2020-2021 ook in de wet wordt vastgelegd. Dit is niet het enige wat er gaat veranderen voor de mbo-student. Minister Van Engelshoven van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft nog meer in petto, met onder andere het 'Wetsvoorstel versterken positie mbo-studenten'.
Het Nederlands Centrum voor Onderwijsrecht (NCOR) heeft in opdracht van de minister vorig jaar onderzoek gedaan naar de rechtspositie en rechtsbescherming van de mbo-student en naar de voor- en nadelen van de onderwijsovereenkomst. De Wet educatie en beroepsonderwijs (WEB) kent als enige onderwijswet een onderwijsovereenkomst, waarin de rechten en plichten van de student en de onderwijsinstelling staan. Het idee hierbij was dat studenten beter aanspraak zouden kunnen maken op hun rechten. In de praktijk blijkt deze overeenkomst echter niet (altijd) zo (goed) te functioneren.
De minister schrijft in een Kamerbrief van 27 februari 2019, in reactie op dit onderzoek, dat ze de onderwijsovereenkomst in de huidige vorm wil schrappen en tegelijkertijd de rechtspositie en - bescherming van de mbo-student wil versterken door deze beter in de WEB zelf rechtstreeks te verankeren. Verder wil ze ervoor zorgen dat alle studenten toegang hebben tot geschillenbeslechting die voldoende laagdrempelig is, eventueel door aansluiting bij het College van Beroep voor het Hoger Onderwijs (CBHO). Tegelijkertijd moeten de administratieve lasten voor onderwijsinstellingen verminderen.
Afgelopen 19 juni is het advies van de Raad van State op het wetsvoorstel uitgebracht. Op 11 juli heeft de minister het wetsvoorstel bij de Tweede Kamer ingediend.
Een van de concrete maatregelen die in het wetsvoorstel wordt genoemd is de oprichting van een mbo-studentenfonds (door toevoeging van de nieuwe artikelen 8.1.5 t/m 8.1.5f WEB). Dit fonds biedt een vergoeding aan mbo-studenten die met een goede reden studievertraging oplopen en geen studiefinanciering meer ontvangen. Ook regelt het fonds ondersteuning voor de aanschaf van onderwijs-benodigdheden voor minderjarige, voltijds studenten uit minima gezinnen. Ook voor zwangere mbo-studenten zal het mogelijk worden een vergoeding te krijgen uit het mbo-studentenfonds. Ook wordt zwangerschap een officiƫle reden voor verzuim (in plaats van dat zwangere studenten zich ziek moeten melden, artikel 8.1.7 WEB wordt gewijzigd). Verder wordt het verstrekken van de mbo-verklaring verplicht (het huidige artikel 7.4.6a WEB wordt vervangen). Dit is een verklaring die, bij studenten die zonder diploma de onderwijsinstelling verlaten, duidelijk maakt welke onderdelen van de opleiding zij met goed gevolg hebben afgelegd. In het huidige stelsel werken veel onderwijsinstellingen al op vrijwillige basis met een instellingsverklaring. De mbo-verklaring gaat de instellingsverklaring vervangen. Verder worden de regels over het stellen van nadere vooropleidingseisen gewijzigd (artikel 8.2.2 WEB wordt gewijzigd).
Met de beoogde wetswijziging wordt gestreefd naar harmonisatie van de rechtspositie van de mbo-student met die van studenten in het hbo en wo. We zullen de ontwikkelingen in de gaten houden.
Dit is een Legal Update van het sectorteam Onderwijs.