Vrouwenquotum voor grote bedrijven aangenomen door de Eerste Kamer

30-09-2021

Op 28 september 2021 is het Wetsvoorstel Evenwichtiger verhouding tussen mannen en vrouwen in bestuur en raad van commissarissen aangenomen door de Eerste Kamer. Met de nieuwe wet wordt beoogd de verhouding tussen het aantal mannen en vrouwen in de top van grote bedrijven evenwichtiger te maken.

Daartoe bevat de wet twee maatregelen. Allereerst gaat er een ingroeiquotum gelden voor vennootschappen waarvan aandelen of certificaten zijn genoteerd aan een gereglementeerde Nederlandse markt. Deze vennootschappen worden bij nieuwe benoemingen binnen de raad van commissarissen (RvC) of van niet-uitvoerend bestuurders bij een One-Tier board, verplicht om ervoor te zorgen dat het orgaan voor ten minste een derde uit mannen en een derde uit vrouwen bestaat. Bij een RvC met drie leden betekent dit ten minste een vrouw en een man. Bij een RvC van vier leden betekent dit dat er twee vrouwen en twee mannen moeten worden benoemd. Een benoeming die strijdig is met deze wetsbepaling is nietig. Deze nietigheid heeft echter geen invloed op de rechtsgeldigheid van de besluitvorming. Hiermee wordt ervoor gezorgd dat alle besluiten die door de RvC of One-Tier Board worden genomen in de periode gelegen tussen de benoeming en de vaststelling dat die benoeming nietig is, wel geldig zijn.

Uitzondering op het ingroeiquotum wordt gemaakt voor zeer dringende omstandigheden. Dan moet gedacht worden aan een vennootschap waarbij de gehele RvC is afgetreden, of die in zeer zwaar weer verkeert en de tijd niet kan nemen om een evenwichtige afweging te maken. Uitzondering wordt eveneens gemaakt voor reeds (naar tevredenheid) benoemde commissarissen of niet-uitvoerend bestuurders. Deze mogen tot acht jaar na hun benoeming worden herbenoemd, ook als dat niet bijdraagt aan een evenwichtige verhouding van mannen en vrouwen.

Ten tweede worden grote naamloze en besloten vennootschappen verplicht om passende en ambitieuze streefcijfers te formuleren om de verhouding tussen het aantal mannen en vrouwen in het bestuur, de RvC en de subtop evenwichtiger te maken. Tot 1 januari 2020 gold een streefcijferregeling voor grote naamloze en besloten vennootschappen op basis van een pas-toe-of-leg-uit-principe. Dit wordt nu vervangen met een wat stevigere regeling, met meer rapportageplicht, en meer mogelijkheden tot handhaven. Naast streefcijfers moet ook een plan worden opgesteld om deze te behalen. De vennootschappen moeten hun streefcijfers, en de inspanningen die daartoe in een bepaald jaar zijn geleverd in hun bestuursverslag rapporteren. Daarnaast moeten zij daar jaarlijks over rapporteren aan de Sociaal Economische Raad (SER). De vennootschap kwalificeert als 'groot' indien de jaarrekening twee jaar achter elkaar voldoet aan minimaal twee van de volgende drie kenmerken: (i) balanstotaal groter dan 20 miljoen euro, (ii) netto-omzet groter dan 40 miljoen euro en/of (iii) gemiddeld 250 of meer werknemers over het boekjaar.

De definitieve datum van inwerkingtreding is nog niet bekend. Er wordt naar gestreefd om de wet in te laten gaan op 1 januari 2022.

Dit is een Legal Update van Juliette Wareman.

Download als pdf

Specialist(en)