Premiedifferentiatie WW: uitstel getekende arbeidsovereenkomst

18-12-2019

In november 2019 informeerden wij u over de consequentie van het ontbreken van een schriftelijke arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd voor de hoogte van de WW-premie. Zo leidt het ontbreken van een schriftelijke arbeidsovereenkomst, bij een werknemer die voor onbepaalde tijd in dienst is, tot het verschuldigd zijn van de hoge WW-premie. Om alsnog voor de lage WW-premie in aanmerking te komen, adviseerden wij u om tijdig actie te ondernemen. 

Recentelijk heeft Minister Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid een kamerbrief geschreven waarin hij in samenspraak met de Belastingdienst werkgevers een periode van drie maanden biedt om alsnog aan de schriftelijkheidseis voor de lage WW-premie te voldoen. Uit de kamerbrief blijkt dat werkgevers tot 1 april 2020 de tijd krijgen om:

1) een door beide partijen ondertekende schriftelijke arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd overeen te komen, of;
2) een door beide partijen getekend addendum bij de oorspronkelijke arbeidsovereenkomst in de loonadministratie op te nemen. In de praktijk zien we dat werkgevers regelmatig gebruik maken van een zogenoemde 'omzettingsbrief'. Op basis van de kamerbrief adviseren wij alleen gebruik te maken van de omzettingsbrief als deze door zowel de werkgever als de werknemer is getekend.

Werkgevers mogen in dat geval vanaf 1 januari 2020 de lage WW-premie afdragen. Als achteraf echter blijkt dat niet aan de schriftelijkheidseis is voldaan, is met terugwerkende kracht (vanaf 1 januari 2020) alsnog de hoge WW-premie verschuldigd.

Deze regeling geldt alleen voor werknemers die voor 1 januari 2020 in dienst zijn getreden.

Voor meer details kunt u contact met ons opnemen. Uiteraard zullen wij u op de hoogte houden van de ontwikkelingen.

Dit is een Legal Update van Linda van der Vaart.

Download als pdf