Hof van Justitie: is een verzekeringnemer van een groepsverzekering een bemiddelaar?

29-03-2023

Volgens het Hof van Justitie van de Europese Unie (het "Hof") kan een verzekeringnemer van een groepsverzekering in bepaalde omstandigheden onder de definitie van "verzekeringstussenpersoon" van de richtlijn verzekeringsdistributie ("IDD") vallen. Naar Nederlands toezichtrecht valt de term "verzekeringstussenpersoon" onder de definitie van "bemiddelaar" in de Wet op het financieel toezichtrecht ("Wft"). De uitspraak van het Hof kan tot gevolg hebben dat een verzekeringnemer onder een groepsverzekering kwalificeert als een bemiddelaar en in principe over een vergunning moet beschikken.

Deze uitspraak van het Hof houdt naar onze mening echter niet in dat verzekeringnemers van alle soorten en maten groepsverzekeringen moeten worden aangemerkt als bemiddelaar onder de Wft. De uitspraak kan worden gezien als een nadere invulling van het begrip "verzekeringstussenpersoon" onder IDD. Om de impact van deze uitspraak te kunnen begrijpen, zijn de specifieke feiten in de zaak dan ook van groot belang. Deze bespreken wij hierna. Vervolgens gaan wij in op de belangrijkste bevindingen van het Hof.

De uitspraak vindt u hier.

Feiten

TC Medical Air Ambulance Agency GmbH ("TC Medical") heeft als verzekeringnemer een groepsverzekering gesloten met een verzekeraar. Zij betaalt op basis van de groepsverzekering verzekeringspremies aan de verzekeraar. De groepsverzekering biedt dekking bij ziekte of ongeval in het buitenland en een dekking van de repatriëringskosten. TC Medical heeft reclamebedrijven opgedragen om klanten in Duitsland via huis-aan-huisverkoop tegen betaling een lidmaatschap van een groepsverzekering aan te bieden. In ruil voor het recht op verzekeringsprestaties betalen klanten een vergoeding aan TC Medical. TC Medical bezit niet over een vergunning als verzekeringstussenpersoon.

Bevindingen

Het Hof heeft allereerst gekeken naar de definitie van "vergoeding" in IDD. Het begrip "vergoeding"  maakt onderdeel uit van het begrip "verzekeringstussenpersoon" onder IDD. Het Hof oordeelt dat TC Medical inderdaad een vergoeding ontving. TC Medical ontving namelijk telkens een betaling wanneer een klant zich aansloot op de verzekeringsdekking op grond van de verzekeringsovereenkomst die zij reeds met de verzekeraar had gesloten.

Het Hof heeft veel waarde gehecht aan het feit dat TC Medical een eigen economisch (in de zin van commercieel) belang had om zoveel mogelijk klanten onder de verzekeringsdekking te schuiven. Dit belang staat los van het belang van haar klanten. Het Hof achtte het irrelevant voor haar beoordeling dat deze betalingen door de klanten aan TC Medical werden gedaan en niet door de verzekeraar, bijvoorbeeld in de vorm van provisie.

Het Hof heeft daarnaast overwogen dat de hoedanigheid van verzekeringstussenpersoon niet onverenigbaar is met de hoedanigheid van verzekeringnemer. Naar Nederlands recht houdt dit dus in dat een verzekeringnemer naast verzekeringnemer ook kan kwalificeren als bemiddelaar. Het Hof wijkt op dit punt af van de Nederlandse wetgeschiedenis. Deze stelt immers dat met het begrip "tussenpersoon" tot uitdrukking wordt gebracht dat de bemiddelaar zelf geen partij wordt bij een overeenkomst, in tegenstelling tot een aanbieder. Daarnaast rijmt de opvatting van het Hof niet met de informele (en ongepubliceerde) 'Fenex-interpretatie' van de AFM. Op grond van deze interpretatie is bemiddeling in een verzekeringsovereenkomst op basis van een raamwerkcontract niet vergunningplichtig. In het verleden heeft de AFM deze interpretatie heroverwogen en aangekondigd dat deze niet langer stand kan houden. Sindsdien is het echter stil gebleven.

Tot slot

Tot slot overweegt het Hof dat de bedoeling van de verzekeringnemer geen argument is om te betogen dat geen sprake is van bemiddeling. Het tegen betaling werven van lidmaatschappen van een groepsverzekering is volgens het Hof vergelijkbaar met de activiteiten van een verzekeringstussenpersoon. Het Hof slaat hierbij acht op de achterliggende gedachte van IDD. IDD dient immers te waarborgen dat klanten ondanks een verschil in distributiekanalen hetzelfde beschermingsniveau genieten. Dit hangt samen met de noodzaak om een gelijk speelveld onder dezelfde voorwaarden te creëren tussen verzekeringstussenpersonen.

Voor ondernemingen die optreden als verzekeringnemer onder een groepsverzekering is het van belang om de mogelijke impact van de uitspraak van het Hof te onderzoeken. Het Hof heeft bevestigd dat het verkopen van dekkingen onder een groepsverzekering als verzekeringnemer toepassing van IDD niet hoeft te voorkomen. Zoals gezegd hoeft deze uitspraak daarentegen niet te betekenen dat een onderneming die optreedt als verzekeringnemer onder een groepsverzekering hoe dan ook kwalificeert als bemiddelaar.

Bent u benieuwd of deze uitspraak van het Hof implicaties heeft voor de activiteiten van uw onderneming? Neem gerust contact met ons op. Wij helpen u graag verder.

Download als pdf

Specialist(en)