Hebben zakelijke gebruikers recht op een betaalrekening?
03-12-2021
Zonder een betaalrekening is het nagenoeg onmogelijk om aan economisch verkeer deel te nemen. Voor consumenten is daarom wettelijk vastgelegd dat zij het recht hebben om een betaalrekening bij een bank te openen (artikel 4:71f Wft). Een dergelijke wettelijke regeling ontbreekt voor zakelijke gebruikers. Of ondernemingen onder omstandigheden recht kunnen hebben op een zakelijke rekening was aan de orde in een arrest van de Hoge Raad van 5 november jl.
De zaak waarin de Hoge Raad zich heeft uitgesproken, betrof een groep vennootschappen (Ying Yang c.s.) die een saunaclub exploiteerde. De groep bankierde bij ING Bank N.V. ('ING') en stortte aldaar regelmatig contant geld. In 2016 vond bij de saunaclub een doorzoeking van de politie plaats. Daarbij zijn drugs, wapens en contant geld aangetroffen. Het OM is vervolgens een strafrechtelijk onderzoek naar het bestuur van de saunaclub gestart. Voor de bank vormde dit eveneens aanleiding om een witwasonderzoek uit te voeren. De bank constateerde dat de saunaclub in een jaar tijd circa € 4,8 miljoen euro contant had gestort, terwijl de herkomst van die gelden niet te achterhalen was. Zij heeft daarom de klantrelatie met de saunaclub in april 2017 beëindigd.
Daarop volgde een groot aantal kortgedingprocedures door de saunaclub, strekkende tot de veroordeling van de ING om de bestaande bankrelatie voort te zetten en het storten van contant geld te blijven faciliteren. Rechters in verschillende instanties hebben de bank veroordeeld tot het tijdelijk voortzetten van de bankrelatie, in ieder geval om de saunaclub de tijd te geven om een andere bank te vinden. Uiteindelijk heeft de ING de klantrelatie met de saunaclub op 16 februari 2018 toch kunnen beëindigen.
Daarmee was de zaak nog niet afgelopen. Ook nadien heeft de saunaclub opnieuw een kortgedingprocedure tegen de bank aangespannen, dit keer strekkende tot de veroordeling van ING tot het aangaan van een nieuwe klantrelatie met de saunaclub. In deze laatste procedure stelde de saunaclub kortgezegd dat banken op basis van hun (buitencontractuele) zorgplicht verplicht zijn om (ook) zakelijke gebruikers betaalrekeningen aan te bieden. Zonder betaalrekening is het immers onmogelijk om aan het economisch verkeer deel te nemen, aldus de saunaclub. Daartegenover beriep de bank zich op het beginsel van contractsvrijheid. Zij stelde onder meer dat zij niet kan worden verplicht om een betaalrekening aan te bieden aan een partij bij wie een aanzienlijk risico op witwassen bestaat. Hoewel het strafrechtelijk onderzoek tegen het bestuur van de saunaclub intussen was geseponeerd, was dit risico nog altijd onverminderd aanwezig.
De zaak is uiteindelijk bij de Hoge Raad terechtgekomen. De Hoge Raad komt uit op een belangenafweging: enerzijds heeft de saunaclub er belang bij om aan het economisch verkeer deel te nemen, anderzijds kan de bank een gerechtvaardigd belang hebben om cliënten te weigeren vanwege toezichtrechtelijke eisen of integriteitsrisico's. Hoewel voor een bank in beginsel contractsvrijheid geldt, kan die vrijheid op basis van deze belangenafweging onder bepaalde omstandigheden worden beperkt. In dit geval oordeelt de Hoge Raad dat de belangen van de saunaclub ertoe nopen dat zij – net als consumenten op grond van artikel 4:71f Wft – het recht moet hebben om een betaalrekening aan te houden. Het recht om contant geld bij ING te blijven storten heeft zij echter niet. In dat verband weegt juist het belang van ING bij het voorkomen van witwassen en het voldoen aan de wettelijke taken, zwaarder.
Door de uitspraak van de Hoge Raad is er iets meer duidelijkheid ontstaan over de positie van zakelijke gebruikers in relatie tot banken, en dan met name bij het aanhouden van betaalrekeningen. Duidelijk is dat bij het oordeel de belangenafweging centraal staat, en dat de belangen van de bank onder omstandigheden plaats moet maken voor het belang van zakelijk gebruikers bij een deelname aan het economisch verkeer. Onbegrensd is het recht van zakelijke gebruikers echter niet; de bank hoeft immers geen verhoogd risico op witwassen te tolereren en hoeft klanten met een verhoogd risicoprofiel niet in staat te stellen om contante gelden te storten.
Dit is een Legal Update van Rhea Bask.