Eerste bevindingen Wet beloningsbeleid financiële ondernemingen
06-09-2016
In een brief van 5 september 2016 heeft Minister Dijsselbloem de Tweede Kamer - conform een motie en toezeggingen - geïnformeerd over de eerste bevindingen in de praktijk met betrekking tot de Wet beloningsbeleid financiële ondernemingen (“Wbfo”).
De regels in de Wbfo zijn gericht op het voorkomen en bestrijden van ongewenste en onverantwoorde prikkels in variabele beloningen. Zo zijn in de Wbfo regels opgenomen over de verplichting tot het voeren van een beheerst beloningsbeleid, publicatieverplichtingen, het bonusplafond van 20% van het vaste jaarsalaris, verplichtingen tot terugvordering en aanpassing van variabele beloningen en het verbod op variabele beloning bij staatsgesteunde financiële ondernemingen. Daarnaast was het doel van de Wbfo om de bestaande beloningsregels voor financiële ondernemingen overzichtelijk samen te brengen.
De Wbfo voorziet in een aantal uitzonderingen op het bonusplafond van 20% van het vaste jaarsalaris. Het is mogelijk om een variabele beloning hoger dan 20% toe te kennen (tot maximaal 100%) aan personen die niet (volledig) onder een cao vallen, mits het maximale bonusplafond voor de gehele categorie gemiddeld 20% bedraagt. Daarnaast gelden uitzonderingen voor personen die (i) hoofdzakelijk buiten Nederland werkzaam zijn; (ii) hoofdzakelijk buiten de EER werkzaam zijn en (iii) bij een in Nederland gevestigd voornamelijk internationaal opererend hoofdkantoor werkzaam zijn.
De invoering van de Wbfo is niet zonder slag of stoot gegaan. Niet in de laatste plaats omdat Nederland met het sectorbrede bonusplafond van 20% van het vaste jaarsalaris afwijkt van andere Europese landen. Tijdens de consultatie en de parlementaire behandeling van het wetsvoorstel zijn dan ook zorgen geuit over de mogelijke effecten van de Wbfo op het Nederlandse vestigingsklimaat, het gelijke speelveld en de concurrentiepositie.
Op basis van informatie verstrekt door AFM, DNB, de NVB en het Verbond en gesprekken die zijn gevoerd met andere belanghebbenden en deskundigen, is zichtbaar dat de variabele beloningen in de Nederlandse financiële sector door het bonusplafond fors zijn teruggebracht. Verder blijkt dat financiële ondernemingen in 2015 hun beleid in overeenstemming hebben gebracht met de regels uit de Wbfo. Geen van beide toezichthouders heeft in 2015 praktijken aangetroffen die aanleiding gaven tot het opleggen van boetes of andere formele maatregelen.
DNB heeft het gebruik van de hiervoor genoemde uitzonderingsmogelijkheden in kaart gebracht. Op basis van de beschikbare informatie is niet duidelijk of de “gemiddeld 20%- uitzondering” alleen is gebruikt voor de uitzonderlijke situaties waarvoor deze bedoeld is (zoals de specialistische ICT-ers die genoemd zijn tijdens de parlementaire behandeling). Daarvoor is van belang te weten tot welke functiegroepen de personen behoren die een maximale variabele beloning tussen de 20% en 100% hebben gekregen. Dit zal worden meegenomen in de evaluatie van de Wbfo die uiterlijk 1 december 2017 aan het parlement zal worden aangeboden.
Tot dusver zijn er geen signalen dat de gevreesde negatieve effecten op het Nederlandse vestigingsklimaat, het gelijke speelveld en de concurrentiepositie zich in de praktijk voordoen. De eerste indruk van de werking van de Wbfo in de praktijk is volgens de Minister positief. Het is echter nog te vroeg om definitieve conclusies te trekken over de effecten van de Wbfo. Daarvoor zullen we moeten wachten op de evaluatie,
Dit is een Legal Update van het team Banking & Finance.