De Wet Franchise treedt per 1 januari 2021 in werking
07-12-2020
Afgelopen vrijdag, 3 december 2020, is bekend gemaakt dat de Wet Franchise in werking zal treden op 1 januari 2021. Het besluit is hier in te zien. Deze datum werd steeds al genoemd, maar toch bleef het nog lang onzeker of dit de definitieve datum zou worden. Er werd zelfs opgeroepen tot in werking treden per 1 juli 2021 in verband met de benodigde aanpassing van overeenkomsten en het noodzakelijke overleg tussen franchisegever(s) en franchisenemer(s). Hiertoe is echter niet besloten.
Sterker nog, er is zelfs afgeweken van het beleid wat betreft de minimum invoeringstermijn, die inhoudt dat de termijn tussen de publicatiedatum en het tijdstip van inwerkingtreding minimaal twee maanden is.
Deze afwijking wordt echter gerechtvaardigd geacht nu tijdens de parlementaire behandeling 1 januari 2021 al herhaaldelijk genoemd is als beoogde datum van inwerkingtreding waardoor deze datum van inwerkingtreding al geruime tijd bekend is bij de partijen die onder het toepassingsbereik van de Wet franchise vallen. Uit het feit dat 1 januari 2021 door de betrokken partijen zelf als datum van inwerkingtreding wordt genoemd in de eigen communicatielijnen over de Wet Franchise blijkt dat deze partijen deze datum ook daadwerkelijk beschouwen als datum van inwerkingtreding. Gelet hierop, en gelet op het feit dat de Wet Franchise al op 15 juli 2020 in het Staatsblad is gepubliceerd, is het voor de betrokkenen inmiddels reeds enkele maanden duidelijk welke rechten en verplichtingen uit de Wet Franchise voortvloeien en met ingang van welke datum deze van kracht zouden worden.
Wat betekent dit?
Op 1 januari 2021 zullen franchisegevers en franchisenemers zich moeten conformeren aan de Wet Franchise. Voorts zullen vanaf deze datum franchiseovereenkomsten moeten voldoen aan de wet; de bepalingen in de nieuwe titel 16 van Boek 7 BW zijn immers dwingendrechtelijk van aard.
Voor franchiseovereenkomsten die dateren van voor de inwerkingtreding, geldt voor wat betreft enkele specifieke bepalingen een overgangsperiode. Dit betreft de artikelen over goodwill, het non-concurrentiebeding en het instemmingsvereiste voor wijzigingen in de franchiseformule. Voor deze onderdelen geldt een overgangsperiode van 2 jaar waarbinnen reeds bestaande franchiseovereenkomsten alsnog in lijn moeten worden gebracht met de nieuwe wet. Nieuwe overeenkomsten moeten direct volledig voldoen aan de wet, dus ook ten aanzien van goodwill, het non-concurrentiebeding en het instemmingsvereiste.
De precontractuele fase
Vanaf inwerkingtreding van de wet dient de franchisegever ten tijde van de onderhandelingen over een nieuwe franchiseovereenkomst tijdig bepaalde – en in de wet benoemde – informatie te verstrekken aan de franchisenemer. Geheel in lijn met de bestendige jurisprudentie op dit punt bevestigt de Memorie van Toelichting dat de franchisegever geen verplichting heeft om een exploitatieprognose te verschaffen. Alle in de wet voorgeschreven informatie moet minimaal vier weken voordat de franchiseovereenkomst gesloten wordt, verstrekt worden. Deze periode van vier weken wordt gezien als een stand-still periode.
De (inhoud van de) franchiseovereenkomst
De Wet Franchise bevat bepaalde vereisten waaraan (de inhoud van) een franchiseovereenkomst in ieder geval dient te voldoen. Het gaat dan om de volgende onderwerpen:
- goodwill-vergoeding: de overeenkomst dient te bepalen op welke wijze wordt vastgesteld of goodwill aanwezig is in de onderneming en, zo ja, wat de omvang daarvan is;
- postcontractueel non-concurrentiebeding: de termijn die in een dergelijk beding wordt opgenomen, dient beperkt te blijven tot één jaar na het einde van de overeenkomst en het gebied waarvoor een dergelijk beding geldt dient beperkt te zijn tot het gebied waarbinnen de franchise ook is geëxploiteerd;
- tussentijdse wijziging van de franchiseovereenkomst of -formule (instemmingsvereiste): in de franchiseovereenkomsten moet een concreet drempelbedrag opgenomen worden ten aanzien van wijzigingen. Voor het doorvoeren van wijzigingen in de franchiseovereenkomst- of formule, of indien de franchisegever voornemens is om een afgeleide formule te exploiteren zonder daartoe de franchiseovereenkomst te wijzigen, zal in sommige gevallen (bij investeringen, financiële bijdragen, kosten of omzetderving door de franchisenemer) voortaan voorafgaande instemming nodig zijn van een meerderheid van de in Nederland gevestigde franchisenemers of van elk van de in Nederland gevestigde franchisenemers die door de wijziging geraakt wordt.
Verplichtingen gedurende de samenwerking
De franchisegever zal in de toekomst de franchisenemers jaarlijks informatie moeten gaan verstrekken over de inzet van diverse vergoedingen. Zo moet bijvoorbeeld informatie worden gegeven over hoe de diverse vergoedingen besteed worden. Het gaat hierbij met name over gebruikelijke vergoedingen zoals een marketingvergoeding of automatiseringsvergoeding. De gedachte hierachter is dat, door de franchisegever te verplichten hier informatie over te delen, er overleg plaats kan vinden over de optimale besteding door de franchiseorganisatie. Daarnaast zal de franchisenemer tijdig moeten worden geïnformeerd over een aantal andere in de wet benoemde onderwerpen.
Buitenlandse franchisenemers
De Wet Franchise geldt dwingend ten opzichte van franchisenemers die in Nederland gevestigd zijn. Wanneer de franchisegever in Nederland gevestigd is, maar de franchisenemer in het buitenland gevestigd is, mag er worden afgeweken, óók als het Nederlands recht op de franchiseovereenkomst van toepassing is verklaard.
Kortom
Nu vaststaat dat de Wet Franchise inderdaad op 1 januari 2021 in werking zal treden, resteert er nog weinig tijd. Werk aan de winkel dus in de franchisebranche en dan met name voor de franchisegevers:
- Breng nieuwe overeenkomsten voor inwerkingtreding in lijn met de Wet Franchise;
- Denk nu reeds na over de reeds bestaande overeenkomsten om deze voor het einde van de overgangsperiode in lijn te brengen met de Wet Franchise daar waar het gaat over goodwill, non-concurrentie en instemming bij tussentijdse wijzigingen. Ten aanzien van dit laatste onderwerp zal moeten worden geïnventariseerd wat een redelijke en werkbare hoogte van het drempelbedrag zal zijn;
- Vergeet niet ook te kijken naar de overige documenten (zoals bijvoorbeeld het handboek) en de te doorlopen processen;
- Inventariseer of – en hoe – de werving en selectie van franchisenemers zal moeten worden aangepast. Ga na of alle vereiste informatie voor potentiële franchisenemers voorhanden is en ter beschikking wordt gesteld;
- Overweeg vervolgens om, net zoals dat in België gebruikelijk is, een Precontractueel Informatie Document (PID) op te stellen;
- Denk tot slot alvast na over een manier om goed bij te houden hoe bepaalde vergoedingen worden besteed en hoe de franchisenemer daarover, alsmede over de andere in de wet benoemde onderwerpen, kan worden geïnformeerd.
Dit is een Legal Update van Mariska Nijenhof-Wolters en Sonja Kruisinga.