De Wet deelgezag
15-05-2020
Op 24 april 2020 heeft de Minister voor Rechtsbescherming het concept wetsvoorstel deelgezag ter internetconsultatie voorgelegd. De wet maakt een nieuwe vorm van gezag over een minderjarig kind mogelijk, het deelgezag. Op dit moment is het gezag over een minderjarig kind voorbehouden aan maximaal twee personen, meestal de beide (juridische) ouders van het kind en soms één ouder en een stiefouder. Het wetsvoorstel beoogt personen die naast de ouders een belangrijke rol spelen in de dagelijkse opvoeding van een kind, zoals grootouders, een stiefouder, een pleegouder of een ander familielid, de bevoegdheid te geven om samen met de ouders beslissingen over het kind te kunnen nemen.
Het wetsvoorstel past volgens de minister bij de ontwikkelingen in de maatschappij waarin steeds meer kinderen opgroeien in nieuwe gezinsvormen waarbij niet alleen de ouders voor hen zorgen, maar bijvoorbeeld ook na scheiding van de ouders nieuwe partners voor de kinderen zorgen. Het wetsvoorstel zorgt ervoor dat ook naar buiten toe de rol van die andere opvoeders duidelijker wordt, zodat bijvoorbeeld huisartsen en leraren ook weten met wie ze over het kind kunnen praten en wie bevoegd is beslissingen te nemen over het kind.
De bedoeling van het deelgezag is dat naast de ouders maximaal twee andere personen de verantwoordelijkheid kunnen dragen voor de dagelijkse beslissingen over de opvoeding en verzorging. Denk hierbij aan beslissingen over bedtijden, sport en huiswerk. Beslissingen waarvoor op grond van de wet de instemming van de ouder met gezag nodig is, zoals de schoolkeuze of een medische behandeling, blijven voorbehouden aan de ouders met gezag en maken geen onderdeel uit van het deelgezag.
De deelgezagdrager heeft niet alleen recht op informatie van de ouder met gezag, maar ook recht op informatie van derden die beroepsmatig bij het kind betrokken zijn, zoals de huisarts en de school. Daarnaast heeft de deelgezagdrager een wettelijk recht op omgang met het kind.
Het deelgezag komt in principe tot stand in overleg met de aanwezige juridische ouders (al dan niet zonder gezag). Een verzoek om iemand met deelgezag te belasten zal alleen door de gezagdragers en de beoogd deelgezagdrager(s) kunnen worden gedaan. De ouder zonder gezag dient hiermee in te stemmen. Indien de ouder zonder gezag niet instemt met het verzoek, kan de rechtbank om vervangende toestemming voor dat verzoek worden gevraagd. Er zal onder andere worden getoetst of de beoogd deelgezagdrager in een nauwe persoonlijke betrekking staat tot het kind, het kind gedurende ten minste één jaar met de gezagdrager feitelijk gezamenlijk heeft verzorgd en opgevoed en of het verzoek in het belang is van het kind.
Het duurt nog wel even voordat deze regeling in werking zal treden. Tot 24 mei 2020 kan iedereen die dat wil online op het concept wetsvoorstel reageren. Pas daarna zal een definitief wetsvoorstel worden ingediend bij de Tweede Kamer en de parlementaire behandeling zal dan waarschijnlijk pas in een volgende regeerperiode plaatsvinden.
Wij zullen u op de hoogte houden van de ontwikkelingen van het wetsvoorstel.
Dit is een Legal Update van Sharon Verhoef.