Nieuwsbrief Energierecht en energietransitie nr. 41, maart - april 2023

15-05-2023

Dit is de nieuwsbrief van maart – april 2023 van het sectorteam Energie. In deze nieuwsbrief vindt u de meest relevante wet- en regelgeving en jurisprudentie van de afgelopen periode.

Wet- en regelgeving

  1. Op 14 maart jl. heeft de Europese Commissie voorstellen gepubliceerd tot hervorming van de elektriciteitsmarkt. Deze hervorming ziet op de bescherming van consumenten tegen prijsschommelingen en het versnellen van de energietransitie. Volgens de Commissie hangen deze doelen met elkaar samen, wat door de Russische invasie in Oekraïne duidelijk is geworden: de afhankelijkheid van gas van buiten Europa is een risico voor consumenten, vooral voor consumenten met flexibele energiecontracten. Met het maatregelenpakket wil de Commissie de mogelijkheid van het afsluiten van langetermijncontracten voor consumenten waarborgen. Ook moet het wijzigen van de Elektriciteitsrichtlijn de ontwikkeling van hernieuwbare energiebronnen stimuleren, evenals flexibiliteit in het energiesysteem bevorderen. Eén van de instrumenten die het maatregelenpakket voorstelt, is het verplicht stellen van two-way Contracts for Difference (CfDs) voor nieuwe energieprojecten waarvoor prijssteun wordt verleend. Deze CfDs houden in dat bij een hoge elektriciteitsprijs, boven een bepaalde afgesproken referentieprijs, winsten van duurzame energieopwekkingsprojecten worden afgeroomd. Deze afgeroomde overwinsten zouden dan regionaal gebruikt kunnen worden om gestegen energieprijzen voor consumenten te kunnen drukken. Andersom zou in een situatie van een energieprijs onder een bepaalde referentieprijs subsidie aan de energieproducent verstrekt kunnen worden. Op deze manier wordt een bepaalde omzet voor de producent gewaarborgd. De voorstellen moeten nog door het Europees Parlement en de Raad worden besproken en aangenomen voordat ze in werking treden.
     
  2. Het Europees Parlement heeft op 14 maart jl. een ambitieus voorstel aangenomen tot herziening van de Richtlijn energieprestatie gebouwen (Energy Performance Buildings Directive, EPBD IV). Dit voorstel houdt onder meer in dat over een aantal jaar alle nieuwe gebouwen emissieloos moeten zijn. Opvallend is dat het parlement hierbij een stap verder gaat dan het voorstel van de Commissie. Waar de Commissie voorstelde om in 2027 alle nieuwe overheidsgebouwen en in 2030 alle nieuwbouw emissieloos te realiseren, is dit bij wijze van amendement in het parlement naar voren gehaald. Voor nieuwe overheidsgebouwen staat in de aangepaste richtlijn nu dat deze al in 2026 emissieloos moeten zijn. Voor andere gebouwen stelt de richtlijn 2028 als deadline. Ook komt er, als het aan het parlement ligt een plicht om zonnepanelen te realiseren op daken van alle nieuwe woningen en overdekte parkeergarages per 2029. De amendementen moeten nog door de Raad worden aangenomen.
     
  3. Op 16 maart jl. heeft de Europese Commissie een voorstel gedaan voor een verordening die moet bijdragen aan het vergroenen van de Europese industrie en het in Europa produceren van de technieken die hiervoor nodig zijn. De Net Zero Industry Act (NZIA) heeft als doel dat in 2030 minstens 40% van de technologie die nodig is om te verduurzamen, nettonultechnologie, in Europa gemaakt zal worden. Hiervoor wordt vergunningverlening makkelijker gemaakt en wordt duurzaamheid een verplicht onderdeel bij aanbesteden. Verder bevat de voorgestelde verordening een concreet doel voor CO2-opslag. In 2030 moet jaarlijks minstens 50 megaton CO2 worden afgevangen en opgeslagen. 
     
  4. In onze vorige nieuwsbrief berichtten wij over het uitstellen van de Omgevingswet, waarbij 1 januari 2024 de nieuwe datum van intwerkingtreding zal worden. Inmiddels heeft ook de Eerste Kamer ingestemd met inwerkingtreding per 1 januari a.s. Tijdens de stemming in de Eerste Kamer is door voorstanders aangegeven dat de 'praktijk' – ondanks alle kritiek – gebaat is bij duidelijkheid en inwerkingtreding per 1 januari 2024 daarom wenselijk is. Op deze manier heeft de praktijk 'voldoende tijd' om zich voor te bereiden op de inwerkingtreding van de Omgevingswet. In onze blogreeks 'Aftellen naar de Omgevingswet' is afgelopen december aandacht besteed aan de manieren waarop verschillende instrumenten uit de Omgevingswet kunnen bijdragen aan de energietransitie. Met het uitstel van de Omgevingswet, is ook de inwerkingtreding van deze instrumenten vertraagd.

Jurisprudentie

  1. De rechtbank Midden-Nederland heeft bevestigd dat salderen op jaarbasis moet gebeuren en een energieleverancier hiervan niet mag afwijken. In de uitspraak van 1 maart jl. (ECLI:NL:RBMNE:2023:788) stond ter discussie of een energieleverancier maandelijks mocht salderen in plaats van jaarlijks. Salderen is de wettelijke plicht die energieleveranciers hebben om bij consumenten die zelf duurzame elektriciteit opwekken, meestal met zonnepanelen, het gebruik en de opwek tegenover elkaar weg te strepen. Het is voor de consumenten met zonnepanelen van groot belang over welke termijn gesaldeerd moet worden. Wanneer meer elektriciteit wordt opgewekt dan gebruikt, krijgen consumenten een terugleververgoeding die meestal vele malen lager is dan de prijs van elektriciteit. In de zomermaanden wekken deze consumenten vaak meer elektriciteit op dan ze gebruiken, terwijl dit in de wintermaanden andersom is. Wanneer dit op jaarbasis tegen elkaar wordt weggestreept, ontvangen de consumenten geen of een marginale terugleververgoeding. Als per maand gesaldeerd zou worden, leidt dit tot relatief lage terugleververgoedingen voor consumenten in de zomer en hogere kosten in de winter. De elektriciteitswet geeft geen duidelijkheid of salderen per jaar moet gebeuren of per maand, maar nadat eerder de ACM en de minister hebben aangegeven dat dit op jaarbasis moet, heeft nu ook de rechtbank dit bepaald.
     
  2. Van de Hoge Raad moet Nyrstar aansluit- en transportkosten aan Tennet betalen, zo staat in een arrest van 24 maart jl. (ECLI:NL:HR:2023:452). Nyrstar is een zinksmelter uit Budel en een van de grootste elektriciteitsverbruikers in Nederland. Nyrstar is dan ook direct aangesloten op het hoogspanningsnet van Tennet en heeft voor het afnemen van elektriciteit een Aansluit- en Transportovereenkomst (ATO) met Tennet gesloten, tot 2017 op eigen naam en sindsdien op naam van dochteronderneming Buzifac. Buzifac is 100% in eigendom van Nyrstar en heeft faciliteiten in eigendom en verhuurt deze aan het moederbedrijf. Nyrstar heeft jarenlang deze kosten betaald, in totaal 29 miljoen euro, maar heeft de aansluit- en transportkosten van de jaren voor 2017 teruggevorderd. De redenering van Nyrstar is dat ze geen afnemer is in de zin van de Elektriciteitswet en daarom deze kosten niet moet betalen. Volgens Nyrstar is Buzifac als eigenaar van de faciliteiten de afnemer en moeten de aansluit- en transportkosten op dat bedrijf verhaald worden. In de kern is het argument van Nyrstar dus dat je zowel de ATO gesloten moet hebben als afnemer moet zijn in de zin van de Elektriciteitswet om de aansluit- en transportkosten te moeten betalen. De Hoge Raad heeft nu arrest gewezen en oordeelt dat het voor de Elektriciteitswet niet uitmaakt of de ATO gesloten wordt met een andere partij dan de eigenaar van de faciliteiten. Nyrstar moet de aansluit- en transportkosten dus betalen.
     
  3. Enexis Netbeheer heeft op 24 maart jl. (ECLI:NL:RBOBR:2023:1457) bij de rechtbank Oost-Brabant gelijk gekregen over het weigeren van een toestemming voor een aansluiting in eigen beheer. Het ging in deze zaak om een aansluiting van 30 MVA voor het nog te realiseren zonnepark Woudbloem te Wageningen. Initiatiefnemer en Enexis waren het niet eens over vormgeving van deze aansluiting, waarbij initiatiefnemer een transformator en schakelaar bij de aansluiting wilde toevoegen en een kabel met een hoger maximaal voltage naar het zonnepark wilde aanleggen. Initiatiefnemer wilde dit om transportverliezen te beperken. Enexis vond deze constructie echter risicovol voor het net. De toegevoegde onderdelen zijn volgens de netbeheerder niet functioneel noodzakelijk en daarom weigerde Enexis toestemming om op deze manier de aansluiting te realiseren. Netbeheerders mogen het ontwerp van aansluitingen in eigen initiatief om deze reden weigeren. De rechtbank sluit zich aan bij Enexis en zegt dat de keuzes van eiser louter commercieel ingestoken zijn en de netbeheerder daarom toestemming voor de aansluiting aan initiatiefnemer mocht weigeren.
     
  4. Verder wijzen we u op twee van onze Legal Updates. In de Legal Update '25 kilometergrens in stikstofberekeningen doorstaat de toets van de Afdeling' meldden wij dat de 25 kilometergrens die op dit moment gebruikt wordt bij de berekening van de gevolgen van stikstofuitstoot op natuurgebieden, door de Afdeling is aanvaard. Voorafgaand aan deze uitspraak was de angst van velen dat wanneer de 25 kilometergrens niet zou worden aanvaard, dit vertraging zou opleveren voor grote (energie)infrastructurele projecten.

    In de Legal Update 'Regionale normen Windpark Delfzijl Zuid Uitbreiding en Windpark Karolinapolder blijven in stand' informeerden wij u dat de Afdeling voor het eerst door decentrale overheden opgestelde milieunormen heeft aanvaard. Dit is positief voor initiatiefnemers van windparken, die door eerdere uitspraken van het Europese Hof van Justitie en de Afdeling niet meer uit konden gaan van de nationale milieunormen.

Dit is een nieuwsbrief van het sectorteam Energie.

Download als pdf

Specialist(en)