Nieuwsbrief energierecht en energietransitie nr. 36, mei - juni 2022

30-06-2022

Dit is de nieuwsbrief van mei en juni 2022 van het Sectorteam Energie. In deze nieuwsbrief vindt u de meest relevante wetgeving en jurisprudentie van de afgelopen periode.

Wet- en regelgeving

  1. Op 22 juni 2022 heeft het Europees Parlement alsnog overeenstemming bereikt over klimaatplannen die de CO2-uitstoot in de Europese Unie in 2030 met minstens 55 procent moeten verlagen ten opzichte van 1990. Concreet heeft het parlement ingestemd met het afbouwen van gratis uitstootrechten voor CO2 voor bedrijven tussen 2027 en 2032 en de invoering in 2027 van een importheffing op klimaatonvriendelijk gefabriceerde producten zoals staal en cement. Door die heffing, die vanaf 2032 voor meer sectoren moet gaan gelden, worden Europese bedrijven beschermd tegen concurrentie van minder klimaatvriendelijke rivalen van buiten de unie. Daarnaast zal er een sociaal klimaatfonds worden opgericht om de gevolgen van de groene transitie voor burgers te verzachten. Het uiteindelijke doel is dat de EU in 2050 klimaatneutraal is. 
     
  2. Het kabinet heeft op 20 juni 2022 besloten het eerste niveau van een gascrisis af te kondigen: de ‘vroegtijdige waarschuwing’. Daarmee treedt het Bescherm- en Herstelplan Gas ('BH-G') in werking. Dit is nodig omdat Rusland momenteel aanzienlijk minder gas aan Europa levert dan afgesproken waardoor het risico op gastekorten in Europa toeneemt. Het BH-G brengt mee dat gasbedrijven dagelijks gedetailleerde informatie over gasleveringen met de overheid delen. Hierdoor kan het kabinet de gasmarkt monitoren en aanvullende maatregelen nemen als dat nodig is. Het kabinet heft daarnaast de productiebeperking voor kolencentrales op om gas te besparen voor het vullen van de gasopslagen, en kondigt een nationaal doel voor energiebesparing en een tijdelijke gasbesparingstender aan.
     
  3. In een brief van 15 juni 2022 heeft de minister van Klimaat en Energie de Tweede Kamer het Actieplan hybride warmtepompen voor de jaren 2022 t/m 2024 aangeboden. Het doel van het actieplan is onder meer dat er per 2026 voldoende apparaten en vakbekwame installateurs beschikbaar zijn en de installatie kan plaatsvinden tegen een betaalbare prijs voor de afnemer.
     
  4. Op 13 mei 2022 is de ‘tijdelijke overbruggingsregeling windturbineparken’ gepubliceerd, met tijdelijke milieuregels voor bestaande windturbineparken. Door de uitspraak van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State ('de Afdeling') van 30 juni 2021 over windpark Delfzijl Zuid kunnen de voorschriften voor windturbines in paragraaf 3.2.3 van het Activiteitenbesluit niet meer worden toegepast (zie ook nieuwsbrief nr. 30). Het Rijk stelt nieuwe regels op voor onder de Omgevingswet. Tot die tijd geldt vanaf 1 juli 2022 een overbruggingsregeling. Deze bestaat uit een wijzigingsbesluit dat met name het Activiteitenbesluit wijzigt en een wijzigingsregeling (gepubliceerd op 21 juni 2022) die met name de Activiteitenregeling wijzigt.
  • Voor bestaande windparken (situatie op 30 juni 2021) vervangt de overbruggingsregeling de niet meer geldende regels
  • Voor nieuwe windparken zijn er door de overbruggingsregeling geen Rijksregels meer.
  • Voor 1 of 2 windturbines verandert er niets, de eerdere Activiteitenbesluit regels blijven geldig. Vanaf 3 windturbines is namelijk (juridisch) sprake van een windturbinepark.

Jurisprudentie

  1. Het college van burgemeester en wethouders van De Ronde Venen hoeft geen maatregelen te nemen tegen de hoogspanningsverbinding in Abcoude. Dat heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (hierna: Afdeling) op 22 juni 2022 geoordeeld. De bewoners van twee (bedrijfs)woningen waarover de hoogspanningsverbinding loopt, hadden de gemeente verzocht om handhavend op te treden. De jongste zoon van de familie is daar opgegroeid en heeft gezondheidsklachten. De bewoners vermoeden dat de gezondheidsklachten zijn ontstaan door de langdurige blootstelling aan het magneetveld van de hoogspanningsverbinding. De Afdeling concludeert dat van strijdige bouw en gebruik van de hoogspanningsverbinding met de geldende bestemmingsplannen geen sprake is. Het college heeft om die reden geen bevoegdheid om handhavend op te treden.
     
  2. De omgevingsvergunning voor zonnepark 'Zonnewoud Zeewolde' is niet in strijd met de zonneladder van de gemeente Zeewolde. Dat heeft de Afdeling in een uitspraak van 11 mei 2022 geoordeeld. De gemeente verleende de omgevingsvergunning voor het zonnepark in juni 2020 aan Sunvest Ontwikkeling. Het plan is volgens een inwoner van Zeewolde in strijd met de Visie ruimtelijke inpassing grondgebonden zon Zeewolde (hierna: 'de Visie'). In de Visie is namelijk een 'zonneladder' opgenomen. De zonneladder geeft een voorkeursvolgorde weer voor (locaties voor) zonneparken. De gemeente heeft daarbij een voorkeur voor grondgebonden zon op niet-landbouwgronden (trede 1). De voorkeur gaat uit naar trede 1 boven trede 2 (agrarische gronden die op basis van een landschappelijke analyse de voorkeur hebben). Initiatieven voor zonneparken midden in grootschalig agrarisch gebied (trede 3) komen vooralsnog niet in aanmerking. De gronden van het zonnepark zijn niet bestemd voor agrarische doeleinden waardoor sprake is van trede 1. Van strijd met de Visie is daarom geen sprake.
     
  3. Een grootschalig openbaar snellaadstation op eigen terrein is vergunningplichtig. Dat blijkt uit een uitspraak van de rechtbank Zeeland-West-Brabant van 3 mei 2022. De zaak werd aangespannen door omwonenden van een hotel in Breda. Het hotel plaatste namelijk 12 Tesla Superchargers, 8 transformatoren en een (grote) transformatorkast op het parkeerterrein, zonder dat hiervoor een vergunning is verleend. De omwonenden verzochten de gemeente om handhavend op te treden. De gemeente wees het verzoek af, omdat sprake zou zijn van een vergunningvrij bouwwerk als bedoeld in artikel 2, onder 18, van bijlage II bij het Besluit omgevingsrecht (hierna: 'de vrijstelling'). Volgens de rechtbank is de conclusie van de gemeente onjuist. De vrijstelling is volgens de rechtbank alleen bedoeld voor kleinschalige voorzieningen. De planologische impact is bovendien ook te groot om onder de vrijstelling te vallen. Met de omwonenden vraagt de rechtbank zich verder af of niet tevens een milieutoestemming nodig is.

Dit is een nieuwsbrief van het sectorteam Energie.

Download als pdf

 

Specialist(en)