Nieuwsbrief Energierecht en energietransitie nr. 35, maart – april 2022

12-05-2022

Dit is de nieuwsbrief van maart en april 2022 van het Sectorteam Energie. In deze nieuwsbrief vindt u de meest relevante wetgeving en jurisprudentie van de afgelopen periode.

Wet- en regelgeving

  1. De Raad van de Europese Unie heeft overeenstemming bereikt over de verordening tot vaststelling van een mechanisme voor koolstofcorrectie aan de grens (Carbon Border Adjustment Mechanism – CBAM). De inspanningen van Europa om tegen 2050 klimaatneutraal te zijn, kunnen worden ondermijnd door een gebrek aan ambitie van internationale partners. Dit houdt een risico op koolstoflekkage in. Die doet zich voor wanneer ondernemingen de productie overbrengen naar landen die minder streng zijn voor emissies. In dat geval zouden de totale emissies niet afnemen. Koolstofcorrectie kan dit risico verminderen door een koolstofprijs op te leggen bij de invoer van bepaalde goederen van buiten de EU.
     
  2. Het kabinet wijst drie nieuwe gebieden voor windparken op zee aan en bevestigt twee al eerder aangewezen gebieden. Het gaat om in totaal 10,7 gigawatt windenergie. Met deze vijf gebieden wordt de totale geplande capaciteit voor energie van wind op zee verdubbeld tot ongeveer 21 gigawatt rond 2030. Bij het aanwijzen van de gebieden is zorgvuldig gekeken naar de andere belangen op de Noordzee zoals scheepvaart, visserij, natuur en defensie, aldus de minister van Klimaat en Energie.
     
  3. Vanaf 28 juni wordt de Stimuleringsregeling Duurzame Energieproductie en Klimaattransitie (SDE++) voor 2022 opengesteld. Door de hoge CO2-prijs en het extra budget dat het vorige kabinet op Prinsjesdag heeft aangekondigd is een openstellingsbudget van € 13 miljard beschikbaar. De regeling wordt voor een aantal nieuwe categorieën opengesteld, waaronder waterstof gekoppeld aan een wind- of zonnepark.
  1. Het Kabinet is op 2 april jl. het 'Nationaal Isolatieprogramma' gestart. Het doel van dit programma is om 2,5 miljoen woningen te isoleren met een focus op de slecht geïsoleerde woningen met energielabel E, F en G. Van alle 8 miljoen woningen heeft ongeveer 1,5 miljoen woningen nog een energielabel E of slechter. Samen met alle betrokken partijen wil het kabinet uiterlijk in 2030 alle slecht geïsoleerde woningen hebben verbeterd. Het kabinet stelt daarvoor in totaal € 4 miljard ter beschikking tot en met 2030.
     
  2. De minister van Klimaat en Energie liet de kamer in een brief van 14 april jl. weten dat voor de Regionale Energiestrategieën (RES 2.0 en verder) onder de Omgevingswet in sommige gevallen een milieueffectrapportage (MER) verplicht zal zijn. De MER is een instrument om de effecten van een plan, programma of project op het milieu in beeld te brengen. Anders dan nu het geval is zal het document RES straks in bepaalde gevallen een uitwerking van beleid zijn of een set aan maatregelen bevatten om doelstellingen voor de leefomgeving te bereiken. De RES zal daarmee te kwalificeren zijn als een programma dat door een wettelijke bepaling is voorgeschreven. De RES kan daarom plan-MER-plichtig zijn als het een kader vormt voor toekomstige vergunningen.

Jurisprudentie

  1. De gemeente Someren heeft ten onrechte een omgevingsvergunning verleend voor een zonnepark van ruim vijf hectare. Dat blijkt uit de uitspraak van 23 maart jl. van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (de Afdeling). De gemeente voert het beleid dat het realiseren van zonnevelden in beekdalen niet is toegestaan vanwege het gevaar dat landschapswaarden onherstelbaar worden aangetast en vanwege de kwetsbaarheid van het landschap. Een deel van het zonnepark is voorzien in het beekdallandschap. De omgevingsvergunning is dan ook in strijd met dit beleid.
  1. De minister van Economische Zaken en Klimaat moet zich opnieuw buigen over het "Actualisatie Winningsplan Opeinde-Zuid en Middelburen". Dit heeft de Afdeling op 30 maart jl. geoordeeld. Volgens twee omwonenden is in het winningsplan namelijk geen rekening gehouden met de gevolgen van de gaswinning voor de vuilwal achter hun woning. De wal bestaat uit verontreinigde grond van een voormalige vuilstort. De vervuilde grond is ingepakt met trisoplast en folie en voorzien van een drainagesysteem om te voorkomen dat water uit de vervuilde grond in de bodem kan infiltreren. De omwonenden vrezen dat deze constructie door een aardbeving kan worden beschadigd, of dat de verontreinigde grond door bodemdaling in contact zal komen met het grond- en oppervlaktewater. Het winningsplan is volgens appellanten dan ook onvolledig op dit punt. De Afdeling geeft hen hierin gelijk en stelt de minister in de gelegenheid om deze gevolgen alsnog in kaart te brengen.   
  1. De omgevingsvergunning voor de bouw van vier windturbines in Veghel is definitief. De Afdeling past daarvoor in de uitspraak van 6 april jl. zelf twee voorschriften aan in de omgevingsvergunning. Op grond van de Interim omgevingsverordening Noord-Brabant moet namelijk een voorschrift aan de vergunning worden verbonden op grond waarvan financiële zekerheid wordt gesteld waarmee de winturbines na uiterlijk 25 jaar worden verwijderd én dat de vóór de verlening van de omgevingsvergunning bestaande toestand wordt hersteld.
  1. De provincie Noord-Brabant moet opnieuw beoordelen of voor BECC in Cuijk een natuurvergunning is vereist waarin de gevolgen van de biomassa-energiecentrale voor nabijgelegen Natura 2000-gebieden worden beoordeeld. Dit heeft de rechtbank Oost-Brabant op 22 april jl. geoordeeld. Aanleiding voor de procedure is de afwijzing van twee handhavingsverzoeken geweest. De BECC is opgericht in 1998 nadat enkele Vogelrichtlijngebieden onder de bescherming van de Habitatrichtlijn zijn gekomen. Door de BECC was al wel sprake van enige stikstofdepositie op die gebieden. Volgens de rechtbank had dit toen al moeten worden beoordeeld. Achteraf kan niet worden gezegd dat toen geen natuurvergunning nodig was. Ook toen de handhavingsverzoeken werden afgewezen, was een natuurvergunning nodig. Inmiddels is er een nieuwe versie van AERIUS waarbij gebieden op meer dan 25 kilometer afstand buiten beschouwing worden gelaten. De rechtbank vindt het opmerkelijk dat door een wijziging van een rekenprogramma er eerst wel een vergunningplicht is en nu niet meer. De rechtbank draagt de provincie op om een nieuw besluit op de handhavingsverzoeken te nemen.

Dit is een nieuwsbrief van het Sectorteam Energie.

Download als pdf

Specialist(en)