Nieuwsbrief Energierecht en energietransitie nr. 20, november 2019

Dit is de nieuwsbrief van november 2019 van het Sectorteam Energie. In deze nieuwsbrief vindt u de meest relevante jurisprudentie en wetgeving van afgelopen maand.

Wet- en regelgeving

  • Minister Wiebes heeft in een nieuwe kamerbrief aangekondigd hoe de salderingsregeling voor kleinverbruikers met zonnepanelen zal worden afgebouwd. Van jaar op jaar zal een gelijkelijk dalend percentage van het aantal kWh dat aan het net wordt geleverd, worden gesaldeerd tegen verbruik op een ander moment. Voor de niet-gesaldeerde kWh geldt de eis van ‘redelijke vergoeding’ zoals die momenteel al geldt voor netlevering die meer is dan het jaarlijkse verbruik. Het wetsvoorstel is onderwerp van een internetconsultatie.

Jurisprudentie

  • Op 15 oktober 2019 heeft het College van Beroep voor het bedrijfsleven (hierna: CBb) in de zaak Windpark Zeewolde vs. de minister van Economische Zaken (hierna: EZ) geoordeeld dat aanvragen om een SDE-subsidie voor windturbines terecht zijn afgewezen, omdat bij de aanvragen niet de voor subsidieverlening vereiste toestemming van de eigenaar van de beoogde locatie, noch een gedoogplichtbeschikking ten aanzien van de beoogde locatie voor het plaatsen van de productie-installatie is overgelegd. Windpark Zeewolde heeft op 3 oktober 2017 met 91 aanvragen subsidie voor de productie van hernieuwbare elektriciteit aangevraagd, voor de aanleg en de exploitatie van 91 windturbines op Windpark Zeewolde. Vier van genoemde aanvragen zijn door EZ afgewezen op grond van artikel 59, tweede lid, van het besluit SDE en artikel 2, vierde lid, van de Regeling aanwijzing categorieën duurzame energieproductie najaar 2017. Windpark Zeewolde stelt dat ook aan de voorwaarde van artikel 2, vierde lid, van de Regeling wordt voldaan indien voldoende zekerheid bestaat dat een gedoogplichtbeschikking zal worden genomen. Volgens Windpark Zeewolde was in dit geval sprake van, gelet op de intensieve afstemming met Rijkswaterstaat. Het CBb overweegt vervolgens als volgt. Artikel 2, vierde lid, van de Regeling moet naar het oordeel van het CBb zo worden uitgelegd dat EZ aanvragen als die van Windpark Zeewolde moet afwijzen indien ten tijde van de beslissing op de aanvraag geen toestemming of gedoogplichtbeschikking is overlegd. Volgens vaste rechtspraak van het CBb geldt namelijk dat een aanvraag (pas) aan de wettelijke voorschriften voldoet op de dag dat aan die voorschriften is voldaan. De verwachting dat bij gebrek aan toestemming een gedoogplichtbeschikking zal worden verkregen, is volgens het CBb -hoe gegrond deze verwachting mogelijk ook is- niet voldoende om te voldoen aan het wettelijk vereiste van artikel 2, vierde lid, van de Regeling. Het CBb oordeelt dat gelet op het feit dat Windpark Zeewolde ten tijde van het bestreden besluit nog geen gedoogbeschikking had overgelegd, EZ de aanvraag bij het in bezwaar gehandhaafde besluit terecht heeft afgewezen. Monique Rus en Carmen Corsten schreven een Legal Update over deze uitspraak.
     
  • Op 14 oktober 2019 heeft de Rechtbank Gelderland geoordeeld over de vergunningverlening voor de realisatie van een zonnepark op het perceel Oude Zutphenseweg 3T te Klarenbeek. De aanvraag om een omgevingsvergunning ziet toe op het plaatsen van zonnepanelen in het plangebied met een hoogte tussen de 0,80 en 2,30 meter. Het college van B&W van de gemeente Voorst heeft bij besluit van 13 maart 2019 een omgevingsvergunning verleend voor het realiseren van het zonnepark. Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld en betoogt (onder meer) dat geen sprake is geweest van serieuze participatie van omwonenden bij de totstandkoming van het project. Dit is volgens eiser in strijd met de Nota “Beleidsuitgangspunten zonnevelden Voorst”. De rechtbank oordeelt dat de ontwikkelaar en de gemeente invulling hebben gegeven aan de participatie van omwonenden door overleg te zoeken met betrekking tot het inrichtingsplan en daarom niet in strijd met de Nota is gehandeld. De rechtbank overweegt daarbij dat het de keuze van omwonenden was om verder overleg over de inrichting van het zonnepark af te houden.
     
  • Op 23 oktober 2019 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State groen licht gegeven voor twee zonneparken in de gemeente Borger-Odoorn in Oost Drenthe. In de Legal Update van 24 oktober 2019 worden deze uitspraken nader belicht.
     
  • Op 2 oktober 2019 heeft de Afdeling uitspraak gedaan in een zaak over het Windpark Weert. Tegen het vastgestelde bestemmingsplan en de daarmee gecoördineerd voorbereide omgevings- vergunning voor de bouw en exploitatie van een windpark van 3 windmolens was door drie appellanten beroep ingesteld. Appellanten voeren de in de jurisprudentie inmiddels gebruikelijke beroepsgronden aan. Interessant is dat appellanten zich beroepen op onderzoeken die een verband zouden aantonen tussen laagfrequent geluid en gezondheid. Op basis hiervan menen appellanten dat strengere geluidnormen hadden moeten worden gehanteerd dan de geluidnormen die voortvloeien uit het Activiteitenbesluit. De Afdeling gaat hierin echter niet mee en oordeelt dat er geen wetenschappelijk bewijs beschikbaar is dat de gestelde gezondheidsrisico's van laagfrequent geluid van windturbines ondersteunt. De Afdeling oordeelt dan ook dat verweerders zich in redelijkheid op het standpunt hebben kunnen stellen dat het plan niet zal leiden tot onaanvaardbare gevolgen voor de gezondheid door geluid (waaronder laagfrequent geluid en infrasoon geluid) dat door de windturbines wordt veroorzaakt. De Afdeling verwijst daarbij uitdrukkelijk naar haar uitspraken van 21 februari 2018 inzake windpark Drentse Monden en Oostermoer en 3 april inzake windpark Battenoord. Deze uitspraken bespraken wij reeds in eerdere nieuwsbrieven.

Dit is een nieuwsbrief van het Sectorteam Energie. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Monique Rus.

Download in pdf

Specialist(en)