Schenkbelasting, huwelijkse voorwaarden en de nieuwe wet beperkte gemeenschap van goederen

16-04-2018

Per 1 januari 2018 geldt wettelijk de beperkte gemeenschap van goederen. Als een echtpaar nu in algehele gemeenschap van goederen wil trouwen moet men huwelijkse voorwaarden aangaan waarin een algehele gemeenschap van goederen wordt overeengekomen. Bij besluit van 29 maart 2018 is door de staatssecretaris van Financiën bevestigd dat het aangaan van een huwelijk zonder huwelijkse voorwaarden, waardoor van rechtswege een wettelijke gemeenschap van goederen ontstaat, geen schenking is. Dit geldt zowel voor huwelijken die vóór als na 1 januari 2018 zijn gesloten, dus voor de algehele gemeenschap (tot 2018) en de beperkte gemeenschap (vanaf 2018).

Indien echtgenoten onder huwelijkse voorwaarden trouwen of tijdens het huwelijk alsnog huwelijkse voorwaarden opmaken of wijzigen, kan sprake zijn van een schenking. Dit moet van geval tot geval worden beoordeeld. Wordt in de huwelijkse voorwaarden gekozen voor de wettelijke gemeenschap van goederen, dan is in ieder geval geen sprake van een schenking. Dit geldt dus ook indien echtgenoten kiezen voor de algehele gemeenschap zoals die luidde tot 2018. Indien echtgenoten voor of tijdens het huwelijk bij huwelijkse voorwaarden iedere gemeenschap van goederen uitsluiten en afspreken dat zij bij echtscheiding en/of overlijden hun vermogens verrekenen alsof sprake is van een gemeenschap van goederen (een finaal verrekenbeding), is ook geen sprake van een schenking.

Ook is – onder voorwaarden – geen sprake van een schenking indien echtgenoten bijvoorbeeld gezamenlijk een eigen woning hebben gekocht en zij in hun huwelijkse voorwaarden afspreken dat de schuld, die de ene echtgenoot reeds voor het ontstaan van de wettelijke gemeenschap aan de andere echtgenoot had, omdat de ene echtgenoot meer eigen vermogen heeft ingelegd bij de aanschaf dan de ander, buiten de gemeenschap valt. Hiermee wordt voorkomen dat de onderlinge schuld gemeenschappelijk wordt zodra zij kiezen voor de sinds 2018 geldende beperkte gemeenschap van goederen.

Indien na 1 januari 2018 bij huwelijkse voorwaarden een algehele gemeenschap van goederen wordt overeengekomen en wordt afgesproken dat bij ontbinding niet wordt verdeeld op basis van gelijke delen, is geen sprake van een schenking in het geval de echtgenoot die vòòr het aangaan van de gemeenschap meer vermogen bezat dan de ander, gerechtigd blijft tot ten minste 50% van het tot de gemeenschap behorende vermogen en ten hoogste tot de gerechtigdheid die hij al had. Dit geldt ook bij een finaal verrekenbeding. Stel: M heeft € 1 mln vermogen en gaat bij huwelijkse voorwaarden een algehele gemeenschap aan met V, die geen vermogen heeft. Zij spreken af dat M bij ontbinding van de gemeenschap voor 70% en V voor 30% gerechtigd is. M krijgt nu meer dan de helft van het totale vermogen zodat geen sprake is van een schenking.

Dit is een Legal Update van Sharon Verhoef.

Download als pdf