Minderjarige in rechte betrekken met het oog op schadevergoeding? Dagvaard diens wettelijke vertegenwoordigers

29-05-2020

In een zeer recente uitspraak van de Rechtbank Gelderland stond de onbekwaamheid van een minderjarige tot het verrichten van procesrechtelijke handelingen centraal. Wat speelde er?

Na afloop van een carnavalsfeest had een bezoeker van 14 jaar oud de beveiliger van het restaurant waar het feest had plaatsgevonden meerdere vuistslagen in het gezicht gegeven. Er was onder andere sprake van een zwelling rond het rechteroog en visusklachten en uiteindelijk concludeert de oogarts dat als gevolg van het letsel het zicht van het rechteroog voor 20% is verminderd en de kwaliteit van zien van dit oog iets lager ligt. Een laserbehandeling heeft vervolgens het gewenste resultaat gebracht. Als gevolg van de mishandeling heeft benadeelde kosten moesten maken voor medische verzorging, nieuwe brillen, een oogheelkundige expertise en huishoudelijke hulp. Ook is sprake van verlies aan verdienvermogen. Door de aansprakelijkheidsverzekeraar van de schadeveroorzaker wordt de letselschade van benadeelde niet vergoed, aangezien geen dekking bestaat voor schade die met opzet is toegebracht.

De benadeelde besluit vervolgens de schadeveroorzaker, die op dat moment inmiddels 17 jaar is, in rechte te betrekken voor vergoeding van zijn schade van nagenoeg € 20.000,-. Naast de schadeveroorzaker zelf worden ook zijn ouders in persoon ('pro se') gedagvaard. Ook zij zouden een onrechtmatige daad hebben begaan jegens de benadeelde, omdat hen verweten kan worden dat zij de mishandeling door hun zoon niet hebben belet. De kantonrechter komt echter niet aan inhoudelijke beoordeling van de zaak toe.

Binnen het civiele (proces)recht geldt namelijk de hoofdregel dat minderjarigen procesonbekwaam zijn. Dat houdt in dat een minderjarige niet zelfstandig als procespartij kan optreden, maar in een procedure vertegenwoordigd dient te worden door diegene(n) die met het gezag zijn belast (op grond van art. 1:245 lid 4 BW). Doorgaans treden ouders op als wettelijke vertegenwoordigers voor hun kinderen. 

Op dit uitgangspunt zijn enkele uitzonderingssituaties mogelijk. Zo is een minderjarige van 16 jaar of ouder procesbekwaam met betrekking tot zaken die te maken hebben met een geneeskundige behandelingsovereenkomst (art. 7:447 lid 3 BW) of arbeidsovereenkomst (art. 7:612 lid 1 BW). De wet kent geen uitzondering met betrekking tot een onrechtmatige daad. In dit geval had de benadeelde daarom niet de 17-jarige moeten dagvaarden, maar diens ouders in hun hoedanigheid als wettelijke vertegenwoordiger van de minderjarige. Het dagvaarden van de ouders pro se volstaat niet. De eiser heeft dus de verkeerde partij gedagvaard en is in beginsel niet-ontvankelijk. Over dit punt hebben partijen zich niet uitgelaten, zodat de rechtbank hen hiertoe nog in de gelegenheid stelt, teneinde een verrassingsbeslissing te voorkomen.

Dit is een Legal Update van Els Palazzi-van Bruggen.

Download als pdf

Specialist(en)