Aftrekbaarheid partneralimentatie als gevolg van het Belastingplan 2019

21-01-2019

Op 18 december 2018 heeft de Eerste Kamer het Belastingplan 2019 aangenomen. Het Belastingplan heeft onder meer tot gevolg dat de tarieven van de vier schijven van het inkomstenbelastingstelsel met ingang van 1 januari 2019 zijn veranderd. Voor de eerste schijf geldt nu een tarief van 36,65%. Voor de tweede en derde schijf geldt een tarief van 38,10% en het tarief van de vierde schijf is nu 51,75%. Met ingang van 1 januari 2021 zullen er niet langer vier belastingschijven zijn, maar nog slechts twee. Voor de eerste schijf zal dan een basistarief van 37,05% gelden bij een inkomen tot € 68.507,– en voor de tweede schijf een tarief van 49,50% over het inkomen vanaf € 68.507,–. In 2020 zal wederom een aanpassing van de tarieven plaatsvinden. Het tarief van de eerste schijf wordt ook dan al 37,05% en de tarieven van de overige schijven worden nog iets verlaagd ten opzichte van 2019.

Met het Belastingplan 2019 is er ook duidelijkheid gekomen over de afbouw van het percentage waartegen aftrekposten zoals hypotheekrenteaftrek, zelfstandigenaftrek, MKB-winstvrijstelling en persoonsgebonden aftrekposten zoals partneralimentatie in mindering kunnen worden gebracht. Vanaf 2020 wordt het tarief waartegen deze uitgaven kunnen worden afgetrokken geleidelijk verlaagd zodat per 2023 een tarief geldt van 37,05%. In 2020 geldt nog een tarief van maximaal 46%. In 2021 is dit 43% en in 2022 is dit 40%. Het percentage waartegen de hypotheekrente kan worden afgetrokken wordt al sinds 2014 afgebouwd met 0,5% per jaar, maar met ingang van 2020 wordt die aftrek dus versneld afgebouwd.

Deze maatregelen hebben gevolgen voor de alimentatiebetaler. Bij de vaststelling van de partneralimentatie wordt in de alimentatieberekening rekening gehouden met het fiscaal voordeel voor de alimentatiebetaler. De alimentatie kan vanaf 2020 tegen een steeds lager tarief worden afgetrokken. Daarnaast zijn er gevolgen voor de alimentatie vanwege de aftrekbeperking van de hypotheekrente. Voor ondernemers zijn er ten slotte nog gevolgen vanwege de aftrekbeperking van de zelfstandigenaftrek en de MKB-winstvrijstelling.

In de aanloop naar 2020 zal met deze maatregelen rekening worden gehouden bij het vaststellen van nieuwe alimentatieverplichtingen. Voor bestaande alimentatieverplichtingen worden blijkens de Kamerstukken II 2018/19, 35026, nr 13 geen overgangsmaatregelen getroffen, terwijl de alimentatiebetaler als gevolg van het lagere fiscale voordeel dus eigenlijk teveel betaalt. De alimentatiebetaler zal dan ook zelf met de alimentatieontvanger moeten overleggen over aanpassing van de alimentatie. Lukt dat niet, dan kan de rechter worden verzocht de alimentatie opnieuw te beoordelen. Of aanpassing van die bestaande alimentatieverplichting mogelijk is, is volgens de Kamerstukken afhankelijk van de feiten en omstandigheden. Fiscale wijzigingen kunnen wel reden zijn om de eerder vastgestelde partneralimentatie te herzien, aldus de Kamerstukken.

Dit is een Legal Update van Sharon Verhoef.

Download als pdf