Groen licht voor twee zonneparken in Oost Drenthe ondanks schaarste op het elektriciteitsnet

24-10-2019

De Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State heeft op 23 oktober 2019 groen licht gegeven voor twee zonneparken in de gemeente Borger-Odoorn in Oost Drenthe. Het betreft een zonnepark van bijna 25 ha ten westen van de kern Borger en een zonnepark van 59 ha ten westen van de kern Borger.

Tegenstanders van (wind- en) zonneparken worden steeds creatiever in het bedenken van nieuwe argumenten ter onderbouwing van hun betoog dat deze zonneparken er niet mogen komen.

Naast de gebruikelijke beroepsgronden, zoals onder meer strijd met provinciaal en gemeentelijk beleid, de beschikbaarheid van alternatieve locaties voor het zonnepark, de landschappelijke inpassing, schitterhinder en gezondheidsrisico's valt het op dat appellanten in beide zaken aanvoeren dat de plannen financieel en economisch niet uitvoerbaar zijn, omdat het  elektriciteitsnet in Drenthe ontoereikend is voor alle geplande zonneparken. De raad zou ten onrechte stellen dat er binnen de termijn van de SDE+-subsidie van 3 jaar een oplossing gevonden gaat worden voor de uitbreiding van het energienet, terwijl volgens Enexis een uitbreiding van het energienet 5 tot 10 jaar duurt. Appellanten maken op deze wijze handig gebruik van de 'noodklok' die netbeheerders sinds enige tijd luiden, inhoudend dat er op sommige plaatsen op het net te weinig netcapaciteit is om het toenemende aanbod aan duurzaam geproduceerde elektriciteit te kunnen afnemen en transporteren. De Afdeling gaat hier echter niet in mee en overweegt conform bestendige jurisprudentie dat in het kader van een beroep tegen een bestemmingsplan een betoog dat ziet op de uitvoerbaarheid van dat plan, waaronder ook de financiële uitvoerbaarheid is begrepen, slechts kan leiden tot vernietiging van het bestreden besluit indien en voor zover het aangevoerde leidt tot de conclusie dat de raad op voorhand in redelijkheid had moeten inzien dat het plan niet kan worden uitgevoerd binnen de planperiode. Daarvan is volgens de Afdeling geen sprake. De raad heeft toegelicht dat de provincie tezamen met alle gemeenten in Drenthe een brandbrief heeft gestuurd aan de minister van Economische Zaken en Klimaat om snel tot een oplossing voor dit probleem te komen. Voorts heeft de raad ter zitting toegelicht de Nederlandse netbeheerders het platform GOPACS hebben opgericht waarin zij oplossingen zoeken voor het congestieprobleem en nadenken over mogelijkheden om het elektriciteitsnetwerk te verzwaren. Daarnaast heeft de raad ter zitting toegelicht dat het ongeveer vijf jaar gaat duren voordat het elektriciteitsnetwerk wordt uitgebreid. Verder neemt de Afdeling in aanmerking dat de raad ter zitting heeft toegelicht dat er ook voor de korte termijn wordt gewerkt aan een oplossing voor het congestieprobleem.

De Afdeling meent dat er geen aanleiding is om aan het door de raad gestelde te twijfelen. De enkele vrees dat het elektrische vermogen van het voorziene zonnepark niet kan worden afgeleverd aan het elektriciteitsnet, is hiervoor volgens de Afdeling onvoldoende. Ook deze beroepsgrond faalt.

In de zaak betreffende het zonnepark Daalkampen had appellant aangevoerd, dat door de opwarming van de zonnepanelen van het voorziene zonnepark continu een warme wind zal ontstaan. Ook dit is een beroepsgrond die nog niet eerder is voorgekomen. Gelet hierop is het opvallend dat appellant zijn stelling niet nader heeft onderbouwd. De Afdeling oordeelt dan ook dat de strekking van de vrees onduidelijk is en onderbouwing van het standpunt en wetenschappelijk bewijs ontbreekt. 

In de zaak betreffende het zonnepark Exloo werd ook nog aangevoerd dat appellanten het niet eens zijn met de uitspraak van de Afdeling van 23 januari 2019. Deze uitspraak is eerder beschreven in de Nieuwsbrief energie- en energietransitie. In deze uitspraak oordeelde de Afdeling dat een zonnepark geen stedelijke ontwikkeling is waarop de ladder voor duurzame verstedelijking van toepassing is.  In de Exloo-zaak herhaalt de Afdeling dat de ladder voor duurzame verstedelijking niet van toepassing is. De Afdeling herhaalt onder 5.1 en 5.2 nog maar eens de overwegingen uit de uitspraak van 23 januari 2019. De Afdeling acht hierbij van belang dat een zonnepark naar zijn aard niet kan worden aangemerkt als een stedelijke voorziening als bedoeld in artikel 1.1.1, eerste lid, aanhef en onder i, van het Bro.

Dit is een Legal Update van Monique Rus.

Download als pdf

Specialist(en)