Advies advocaat-generaal aan de Hoge Raad: werkgever moet slapende dienstverbanden beëindigen

19-09-2019

Nog maar een week geleden hebben we tijdens de Masterclass en Iura Actua Arbeidsrecht uitgebreid stilgestaan bij het fenomeen 'slapende dienstverbanden'. Gisteren heeft advocaat-generaal Ruth de Bock haar advies uitgebracht over de prejudiciële vragen die de rechtbank Limburg heeft gesteld aan de Hoge Raad. In deze Legal Update wordt kort stilgestaan bij het advies.

Slapende dienstverbanden

Door de invoering van de Wet werk en zekerheid hebben werknemers die worden ontslagen op grond van langdurige arbeidsongeschiktheid net zo goed recht op een transitievergoeding als gezonde werknemers. Omdat dit door veel werkgevers als onredelijk wordt ervaren, kiezen sommige werkgevers  ervoor om de arbeidsovereenkomst met een langdurig arbeidsongeschikte werknemers in stand te laten en ontstaat daardoor een 'slapend dienstverband'.

Wet compensatie transitievergoeding

Ondanks het aannemen van de Wet compensatie transitievergoeding die ervoor zorgt dat werkgevers compensatie kunnen krijgen voor een betaalde transitievergoeding na een ontslag op grond van langdurige arbeidsongeschiktheid, kiezen werkgevers er nog steeds voor om slapende dienstverbanden aan te houden.

Prejudiciële vragen

Inmiddels hebben rechters van drie verschillende rechtbanken werkgevers opgedragen om de arbeidsovereenkomsten van langdurige arbeidsongeschikte werknemers te beëindigen en de transitievergoeding aan hen te betalen (1, 2 en 3). De meerderheid van de rechters oordeelt echter nog steeds dat een werkgever niet gehouden is om slapende dienstverbanden te beëindigen en/of de transitievergoeding te betalen. Het is dan ook niet verrassend dat de rechtbank Limburg heeft besloten om prejudiciële vragen te stellen aan de Hoge Raad.

Advies advocaat-generaal

Het advies van advocaat-generaal Ruth de Bock aan de Hoge Raad is dat een werkgever in beginsel verplicht is om een slapend dienstverband te beëindigen. Door de Wet compensatie transitievergoeding wordt de werkgever immers gecompenseerd voor betaling van de transitievergoeding. Volgens De Bock is het daardoor in beginsel in strijd met het goed werkgeverschap om een werknemer in een slapend dienstverband te houden. Dit kan anders zijn als de werkgever gerechtvaardigde belangen heeft om de werknemer toch in dienst te houden, bijvoorbeeld als er reëel uitzicht is op re-integratie.

Hoewel de adviezen van de advocaat-generaal vaak worden opgevolgd, is het laatste woord uiteindelijk aan de Hoge Raad. Zodra die een uitspraak heeft gedaan, brengen wij u daarvan uiteraard op de hoogte.

Dit is een Legal Update van het team Arbeid & Pensioen.

Download als pdf

Specialist(en)